Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Helder over het bericht 'Zware kritiek op leiding van geheime politiedienst'
Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Zware kritiek op leiding van geheime politiedienst» (ingezonden 26 april 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26 mei 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2683.
Vraag 1
Kent u het bericht «Zware kritiek op leiding van geheime politiedienst»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4 en 7
Klopt het dat binnen het team Werken Onder Dekmantel (WOD) wantrouwen heerst tegen
de leiding en dat sprake is van manipulatie en een afrekencultuur?
Klopt het dat degene(n) die kritiek uiten/hebben geuit op de leiding er «snoeihard
worden uitgewerkt»? Zo nee, wat is dan het juiste verhaal?
Klopt het dat in de afgelopen jaren meerdere agenten uit dit team zijn gezet, al dan
niet met een afkoopsom en/of een zwijgplicht? Zo nee, wat is dan wel juist?
Klopt het dat grote incidenten onder het tapijt worden geveegd en dat kleine fouten
meteen worden afgestraft, ofwel dat de klappen (alleen) op de werkvloer vallen?
Antwoord 2, 3, 4 en 7
Ik wil andermaal beklemtonen dat de korpsleiding en ik hechten aan het doorbreken
van negatieve patronen in teams en het adequaat opvolgen van signalen van misstanden.
De politie moet een veilige en inclusieve werkomgeving bieden, waarin medewerkers
zich vrij voelen om misstanden onder de aandacht kunnen brengen.
Zoals ik heb toegelicht in mijn beleidsreactie op het eerste deelrapport van de Inspectie
Justitie en Veiligheid over de taakuitvoering van twee dienstonderdelen bij de Landelijke
Eenheid (LE), zijn er bij de LE verbeteringen nodig op het gebied van cultuur en leiderschap.2 Dit vormt onderdeel van de programmatische aanpak voor de LE, die op dit moment wordt
opgezet. Op dit moment doet de Inspectie Justitie en Veiligheid in het kader van het
onderzoek naar de kwaliteit en taakuitvoering bij de LE onderzoek naar de Dienst Specialistische
Ondersteuning, waar het team Werken Onder Dekmantel onder valt. Indien de bevindingen
van de Inspectie hiertoe aanleiding geven, zal de programmatische aanpak worden aangepast.
Vraag 5 en 6
Klopt het dat de begeleiding en de nazorg voor deze undercoveragenten ernstig tekortschieten?
Zo ja, wat gaat u doen om ervoor te (laten) zorgen dat dit per direct wel goed geregeld
zal zijn? Zo nee, beseft u dat u in dat geval mede-verantwoordelijk bent voor het
in gevaar komen van deze agenten en ook van operaties die zij uitvoeren/gaan uitvoeren?
Is er een causaal verband tussen de dood van een infiltrant uit dit team en de ingetrokken
belofte die eerder aan hem is gedaan?
Antwoord 5 en 6
De signalen over de werkomstandigheden bij de afdeling Afgeschermde Operaties van
de Landelijke Eenheid (LE), waarover verschillende media hebben bericht, zijn zorgelijk.
Evenals uw Kamer heb ik vragen die ik urgent beantwoord wil zien.
Zoals ik heb aangekondigd in mijn brief van 26 april jl. zal een commissie onder leiding
van een onafhankelijk voorzitter, de heer Oebele Brouwer, een grondig en onafhankelijk
onderzoek uitvoeren naar de feiten en omstandigheden van het overlijden van de medewerker
van de Dienst Specialistische Ondersteuning (DSO), waaronder een mogelijk verband
met de werkomstandigheden bij afdeling Afgeschermde operaties, die deel uitmaakt van
de DSO.3 Ik kan niet vooruitlopen op de uitkomsten van het onderzoek. Voor zover de vertrouwelijkheid
het toelaat, zal ik uw Kamer over de uitkomsten van het onderzoek informeren.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de reactie van het hoofd van de Landelijke Eenheid, inhoudende
dat ze de kritische signalen binnen WOD «niet herkent» volstrekt ongeloofwaardig is?
Zo nee, waarom niet? En zo nee, deelt u de mening dat deze ongeloofwaardige reactie
bewijst dat zij geen enkel idee heeft wat er op de werkvloer van de Landelijke Eenheid
speelt?
Antwoord 8
Welke eerdere signalen er wel of niet waren en of en zo ja, hoe ze zijn opgepakt,
komt aan de orde in de verschillende onderzoeken die op gang zijn gebracht.
Vraag 9
Deelt u de mening dat dit de vierde keer is in korte tijd dat een onderdeel van de
Landelijke Eenheid uiterst negatief in het nieuws is? Zo ja, deelt u dan de mening
dat de werkvloer tegen deze niet functionerende «leiding» beschermd moet worden? Zo
ja, wat gaat u in dat kader doen?
Antwoord 9
Het eerste deelrapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid over de taakuitvoering
van twee dienstonderdelen bij de Landelijke Eenheid4, geeft een goed beeld van de achtergrond van de hier aan de orde zijnde problematieken.
Die zijn in hun oorzaken en omvang verschillend van aard. In mijn beleidsreactie heb
ik een brede aanpak aangekondigd, waarbinnen al deze vraagstukken en ook die van cultuur
en leiderschap een plek heeft gekregen. Deze programmatische aanpak voor de LE wordt
op dit moment opgezet.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden gezien de uiterst urgente
situatie?
Antwoord 10
Ja.
Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Van Nispen
(SP), ingezonden 26 april 2021 (vraagnummer 2021Z07004)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.