Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Hoop over het bericht ‘De asbestberg groeit, en niemand durft zich te branden aan een oplossing’ in de Gelderlander
Vragen van het lid De Hoop (PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «De asbestberg groeit, en niemand durft zich te branden aan een oplossing» (ingezonden 12 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 25 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2492.
Vraag 1
Kent u het bericht «De asbestberg groeit, en niemand durft zich te branden aan een
oplossing»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Bent u ook van mening dat er voor asbest een toekomstbestendige oplossing nodig is
waarmee het risico op gezondheidsschade wordt geminimaliseerd?
Antwoord 2
De noodzaak voor een toekomstbestendige oplossing waarmee het risico op gezondheidsschade
wordt geminimaliseerd onderschrijf ik. Hoewel het storten van afval niet de voorkeur
heeft, is dit voor asbesthoudend afval (met uitzondering van asbesthoudend staalschroot)
vooralsnog de enige optie. Door de wettelijke eisen aan het storten van asbesthoudend
afval is sprake van een veilige afvalverwerking. Met name de stringente eisen aan
onder- en bovenafdichtingen voorkomen dat stoffen zich verspreiden via instromend
regenwater. Voor asbest geldt aanvullend dat deze (dubbel) verpakt worden aangeleverd
en er veelal sprake is van enige hechtgebondenheid (bijv. in asbestcement).
Stortplaatsen worden, ook na het sluiten, zorgvuldig beheerd en het is uiteraard niet
de bedoeling deze ongecontroleerd te openen. In het antwoord op vraag 4 ga ik in op
toekomstige ontwikkelingen.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel ton asbest er jaarlijks wordt gestort in Nederland en hoeveel
ton asbest er al opgeslagen ligt in de Nederlandse bodem?
Antwoord 3
Tussen 2005 en 2019 werd er jaarlijks ongeveer 274 kiloton aan asbesthoudend afval,
zowel asbestcementplaten van daken als ander met asbest verontreinigd afval, gestort2.
Hoeveel asbest er in totaal is gestort op alle Nederlandse stortplaatsen is onbekend.
Het storten van asbest wordt pas sinds 1994 geregistreerd. Sinds die tijd is ruim
6,5 miljoen ton asbesthoudend afval gestort3.
Vraag 4
Vindt u dat asbestafval voor altijd in de grond dient te blijven?
Antwoord 4
Het storten van asbesthoudend afval heeft met het oog op toekomstbestendigheid niet
de voorkeur, maar is (met uitzondering van asbesthoudend staalschroot) momenteel de
enige optie. Het Landelijk Afvalbeheerplan biedt de mogelijkheid om asbest(houdend)
afval anders te verwerken dan storten, maar uitsluitend wanneer bij de bewerking de
gevaarlijke vezelstructuur geheel wordt vernietigd. Wanneer niet zeker is dat aan
deze eis kan worden voldaan, dan wordt vanuit het beperken van risico’s voor de volksgezondheid
de voorkeur gegeven aan storten boven vormen van nuttige toepassing. Asbest moet in
de huidige situatie conform wettelijk voorgeschreven verpakkingen worden aangeboden
om het risico dat asbestvezels vrijkomen te minimaliseren. Voor zover bekend is er
nu slechts één bedrijf dat vergund is om asbesthoudend afval anders te verwerken dan
storten. Dit bedrijf richt zich uitsluitend op metaal met aanhangend asbest en niet
op bijvoorbeeld asbestcementplaten zoals die op daken liggen. Er zijn geen reeds vergunde
en operationele initiatieven bekend waarbij asbest onschadelijk wordt gemaakt en wordt
gerecycled als bouwstof.
Tevens wijs ik u op de ontwikkelingen om in de toekomst grondstoffen terug te winnen
uit stortplaatsen. In het kader van COCOON (Consortium for a coherent European Landfill
Management Strategy) zijn in het Landelijk Afvalbeheerplan meerdere wijzigingen geïmplementeerd
die een duurzaam stortbeheer voorstaan. Met duurzaam stortbeheer wordt een transitie
beoogd van eindpunt voor afval naar een duurzaam beheer van afvalstoffen. Daarbij
wordt ook afval-«mining» bezien. Hierbij worden de mogelijkheden verkend tot het ontginnen
van voormalige stortplaatsen waarbij gestimuleerd wordt dat de grondstoffen van de
voormalige stortplaatsen terug in de circulaire economie komen.
Het is op dit moment nog niet duidelijk of de geschetste ontwikkelingen ook voor asbesthoudend
afval van toepassing kunnen zijn. Dat zal afhankelijk zijn van verwerkingstechnieken
voor asbesthoudend afval en mogelijkheden deze veilig uit een stortplaats te verwijderen.
Vraag 5
Bent u het eens met de uitspraak van de emeritus hoogleraar milieukunde in het artikel
dat «vroeg of laat alles gaat lekken»? Zo nee, waaruit blijkt dat gestort asbest permanent
onschadelijk blijft?
Antwoord 5
Zie beantwoording vraag 2 en 4.
Vraag 6
Erkent u het belang om asbestafval niet te storten maar onschadelijk te maken en liefst
te hergebruiken (bijvoorbeeld als grondstof voor bouwmateriaal)? In welke mate is
hier momenteel sprake van?
Antwoord 6
In een circulaire economie is het van belang dat stromen zo lang mogelijk in de economie
blijven. Voor alle stromen, dus ook voor asbest, geldt dat we die bij voorkeur willen
hergebruiken (bij asbest dus alleen na vernietiging van de vezels) of op een andere
circulaire manier willen inzetten, met bescherming van mens en milieu. Via verschillende
pilots en projecten wil ik in kaart brengen wat de mogelijkheden zijn voor hergebruik
van asbesthoudende stromen, hiervoor verwijs ik u naar de beantwoording van vraag
4.
Vraag 7
Bent u bereid initiatieven die verwerking en hergebruik van asbest mogelijk maken
te ondersteunen? Zo ja, in welke vorm?
Antwoord 7
Het initiatief om verwerkingsmethoden te ontwikkelen ligt bij de markt. Bedrijven
kunnen hierbij gebruik maken van de reeds beschikbare mogelijkheden tot ondersteuning
zoals bestaande subsidiemogelijkheden, mits zij uiteraard aan de voorwaarden hiervoor
voldoen. Ook is voor bedrijven die circulair willen ondernemen in 2019 het Versnellingshuis
Nederland Circulair! opgericht. Dit samenwerkingsverband helpt ondernemers (kosteloos)
met vragen over financiering, kennis, netwerkpartners en wet en regelgeving. Het versnellingshuis
is op meerdere manieren te bereiken, onder andere via de website www.versnellingshuisce.nl. Daar is ook een tool te vinden voor bedrijven die circulair willen ondernemen en
financiering zoeken, zij kunnen beschikbare instrumenten en partners vinden in deze
tool (www.financiering.versnellingshuisce.nl).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.