Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat de politietop luxe vluchten boekt
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de politietop luxe vluchten boekt (ingezonden 26 april 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 25 mei 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2681.
Vraag 1 en 3
Deelt u de mening dat het ongepast is dat hooggeplaatste politiefunctionarissen luxe
vluchten boeken terwijl economy de standaard is? Zo nee, waarom niet?1
Kunt u aangeven of er meer functionarissen zijn bij de politietop die vaker businessclass
vliegen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1 en 3
Het sinds medio 2016 geldende dienstreisbeleid van de politie is dat politiemedewerkers
bij vliegreizen binnen Europa economy class reizen en bij vliegreizen buiten Europe
economy comfort class. Het bevoegd gezag kan evenwel toestemming geven voor het reizen
in business class als daarvoor een gegronde reden is. Van een gegronde reden is bijvoorbeeld
sprake als de politiemedewerkers direct na aankomst een belangrijke zakelijke bespreking
heeft, of als de politiemedewerker deel uitmaakt van een (buitenlandse) delegatie
en andere delegatieleden business class reizen. De reisdeclaraties van de politietop
zijn overigens openbaar en worden als onderdeel van hun bestuurskosten op de website
van de rijksoverheid geplaatst.
Vraag 2 en 5
Bent u het met de vakbonden eens dat onafhankelijk onderzoek hier op zijn plek is?
Zo nee, waarom niet?
Begrijpt u de onvrede binnen de politie over dit soort gedrag? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 5
De afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK) van de Landelijke Eenheid (LE)
heeft onderzoek gedaan naar de reisdeclaraties van het voormalige hoofd van de Dienst
Landelijke Informatieorganisatie (DLIO) van de LE. Uit dit onderzoek is gebleken dat
er rechtmatig is gehandeld. De leiding van de LE heeft wel geconstateerd dat er onvoldoende
naar de doelmatigheid van het reisgedrag van het hoofd DLIO is gekeken.
De LE heeft het beleid ten aanzien van de sturing op de doelmatigheid van dienstreizen
inmiddels aangescherpt. Buitenlandse dienstreizen worden nadrukkelijk getoetst op
nut en noodzaak en aansluiting op de hoofdtaken van de betreffende medewerker. Hierbij
wordt ook de frequentie van buitenlandse dienstreizen meegewogen. Daarnaast is duidelijk
gemaakt dat er van leidinggevenden bij uitstek voorbeeldgedrag wordt verwacht.
Vraag 4
Hoeveel politiefunctionarissen verdienen meer dan 150.000 euro per jaar? Kunt u dat
afzetten tegen de looneis van de politieagenten, die nu cao-acties voeren om er niet
op achteruit te gaan?
Antwoord 4
In 2020 verdienden 34 politiemedewerkers meer dan € 150.000 per jaar. Dat inkomen
was overeenkomstig de functie die zij vervulden. De looneis die de politievakbonden
hebben gesteld in de cao-onderhandelingen betreft politiemedewerkers van alle functieniveaus.
Zoals ik eerder heb gemeld, hecht het kabinet aan goede arbeidsvoorwaarden voor alle
politiemedewerkers.
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de stand van zaken bij de Dienst Landelijke Informatieorganisatie
nu is? Is er orde op zaken gesteld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals ik heb aangekondigd in mijn beleidsreactie op het eerste deelrapport van de
Inspectie Justitie en Veiligheid over de taakuitvoering van twee dienstonderdelen
bij de LE2 en mijn brief over de ontwikkelingen bij de LE3, wordt er een programmatische aanpak ingericht voor de realisatie en borging van
de (verbeter)maatregelen bij de LE, waaronder bij DLIO. De eenheidsleiding van de
LE is inmiddels versterkt met een externe programmadirecteur, die verantwoordelijk
is voor de inrichting, uitvoering en monitoring van de programmatische aanpak.
Vraag 7 en 8
Waarom duurde het maar liefst 1,5 jaar voordat er gereageerd werd op een wob-verzoek?
Deelt u de mening dat de politie zich aan de wet moet houden? Zo ja, waarom duren
antwoorden op wob-verzoeken wel vaker veel te lang bij de politie? Kunt u aangeven
hoe vaak dit voorkomt?4
Antwoord 7 en 8
Het afhandelen van het wob-verzoek in kwestie was zeer arbeidsintensief en er was
sprake van onderbezetting. Niettemin heeft het afhandelen van dit wob-verzoek te veel
tijd in beslag genomen. Dat betreur ik. Ik heb de korpschef gewezen op de wenselijkheid
van de snelle afhandeling van wob-verzoeken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.