Schriftelijke vragen : Het gebrek aan maatregelen tegen de gezondheidsrisico’s van de geitenhouderij
Vragen van het lid Van Esch (PvdD) aan de Minister voor Medische Zorg over het gebrek aan maatregelen tegen de gezondheidsrisico’s van de geitenhouderij (ingezonden 21 mei 2021).
Vraag 1
Heeft u gezien dat de geitenstop in Gelderland ter discussie staat?1
Vraag 2
Heeft u gezien dat een GGD-toxicoloog de Gelderse Statenleden heeft gewaarschuwd dat
het medisch onaanvaardbaar is om de geitenstop op te heffen?2
Vraag 3
Op welke wijze gaat u zich inzetten om te voorkomen dat de geitenstop in Gelderland
wordt opgeheven, om daarmee te voorkomen dat deze medisch onaanvaardbare situatie
ontstaat?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland de Gelderse politiek
onder druk zet om de geitenstop te versoepelen, omdat het een «een ongezonde situatie»
zou zijn dat de sector nu al vier jaar op slot zit?3
Vraag 5
Deelt u de mening dat juist de explosieve groei van het aantal geiten in Gelderland
zorgt voor een ongezonde situatie? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Vraag 6
Heeft u signalen dat de geitenstops ook in andere provincies ter discussie staan?
Zo ja, om welke provincies gaat het?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat het feit dat er op dit moment minder longontstekingen zijn vanwege
de coronamaatregelen, niet betekent dat geiten niet de oorzaak zouden zijn van het
verhoogde aantal longontstekingen dat al tien jaar wordt geconstateerd in een straal
van twee kilometer rondom geitenbedrijven, zoals ook de deskundige van het RIVM stelt?4
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat u heeft erkend dat het verhoogde aantal longontstekingen in
de nabijheid van geitenhouderijen, waardoor in totaal 1,7 miljoen Nederlanders extra
risico lopen, kan worden veroorzaakt door specifieke ziekteverwekkers die van dieren
afkomstig zijn, ofwel zoönosen?5
Vraag 9
Waaruit blijkt dat het huidige landelijke beleid en de besluitvorming met betrekking
tot de geitenhouderij is gericht op het voorkomen van een nieuwe uitbraak van een
zoönose?6
Vraag 10
Erkent u dat het feit dat het GGD-advies om geen geitenbedrijven toe te laten in een
straal van twee kilometer rondom woonwijken geen daadwerkelijke bescherming biedt
tegen de gezondheidsrisico’s, aangezien het slechts is opgenomen in een vrijblijvende
handreiking die het bevoegd gezag al dan niet kan gebruiken bij de besluitvorming?7
Vraag 11
Erkent u dat, ondanks het feit dat de groei van de geitenhouderij lijkt af te vlakken,
dit nog altijd betekent dat het aantal geiten toeneemt en daarmee mogelijk ook de
gezondheidsrisico’s?
Vraag 12
Erkent u dat het feit dat u het aan provincies overlaat om een geitenstop in te stellen
en deze geitenstop desgewenst ook weer op te heffen, betekent dat mensen voor hun
gezondheid afhankelijk zijn van de goede wil, daadkracht en rechte rug van provinciebestuurders?
Vraag 13
Is het niet veel logischer om hierop landelijke regie te voeren?
Vraag 14
Gaat u dan nu wel over tot het nemen van landelijke voorzorgsmaatregelen tegen de
gezondheidsrisico’s uit de geitenhouderij? Zo nee, doet u dat niet omdat u hier geen
wettelijke mogelijkheid voor heeft, of doet u dit niet omdat u geen boodschap heeft
aan het voorzorgsbeginsel?
Vraag 15
Kunt u deze vragen één voor één en zo snel mogelijk beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.