Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Weyenberg over het bericht dat een op de vier belastingbetalers meer betaalt dan nodig is
Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht dat een op de vier belastingbetalers meer betaalt dan nodig is (ingezonden 30 maart 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 21 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr.
2568.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat een op de vier belastingbetalers meer betaalt dan
nodig is?1
Antwoord 1
Ja, dit bericht is bij mij bekend.
Vraag 2
Klopt het dat de Belastingdienst garandeert dat iedereen die vóór 8 april 2021 aangifte
doet meestal vóór 1 juli 2021 een definitieve aanslag ontvangt?
Antwoord 2
Dit klopt deels. De garantieregeling houdt in dat iedereen die vóór 8 april 2021 zijn
aangifte indient vóór 1 juli 2021 een bericht ontvangt. Dit kan een definitieve aanslag
zijn, maar in sommige gevallen kan ook sprake zijn van een voorlopige aanslag of een
brief, waarin wordt aangegeven welke nadere informatie de Belastingdienst nodig heeft
om de aanslag op te leggen. De garantieregeling rond de aangiftecampagne houdt normaal
gesproken in dat iemand die vóór 1 april aangifte doet een bericht krijgt vóór 1 juli.
Maar omwille van de problemen die belastingplichtigen hebben kunnen ondervinden tijdens
de eerste week van de aangiftecampagne, is ervoor gekozen om de termijn voor de garantieregeling
dit jaar met een week te verlengen, tot 8 april 2021.
Vraag 3
Klopt het dat belastingplichtigen alleen bij het doen van aangifte inkomstenbelasting
de mogelijkheid hebben om hun inkomen toe te delen tussen hun fiscale partner en zichzelf
en dat zes weken na ontvangst van hun definitieve aanslag daarna deze keuze vaststaat?
Antwoord 3
Ja, dit klopt. Indien sprake is van fiscaal partnerschap gedurende het gehele jaar
of men heeft gekozen voor fiscaal partnerschap gedurende het gehele jaar, kunnen de
gemeenschappelijke inkomensbestanddelen, de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen
en de als voorheffing in aanmerking te nemen geheven dividendbelasting tussen fiscale
partners worden verdeeld.
De verdeling tussen fiscale partners kan gewijzigd worden, tot het moment dat beide
aanslagen onherroepelijk vaststaan. Onherroepelijk wil zeggen, dat er geen bezwaar,
beroep of cassatie meer mogelijk is tegen de aanslag. Dit is zes weken na dagtekening
van de aanslag of uitspraak. Zolang de aanslag van een van de fiscale partners nog
niet onherroepelijk vaststaat, kan de verdeling dus nog worden gewijzigd.
Vraag 4
Kunt u een opsomming geven van alle inkomensbestanddelen en aftrekposten die door
belastingplichtigen vrij kunnen worden toebedeeld tussen fiscale partners in de inkomstenbelasting
bij het doen van aangifte?
Antwoord 4
De belastingplichtige die gedurende het gehele kalenderjaar dezelfde fiscale partner
heeft, of wanneer gekozen wordt voor fiscaal partnerschap gedurende het gehele jaar,
kan samen met diens fiscale partner een onderling overeengekomen verdeling toepassen
per gemeenschappelijk inkomensbestanddeel, de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen
(box 3) en de als voorheffing in aanmerking te nemen geheven dividendbelasting.
Als gemeenschappelijk inkomensbestanddeel wordt aangemerkt:
– Het belastbare inkomen uit eigen woning;
– Het inkomen uit aanmerkelijk belang vóór vermindering met de persoonsgebonden aftrek
(box 2);
– Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen
– Uitgaven voor specifieke zorgkosten
– Weekenduitgaven voor gehandicapten
– Scholingsuitgaven
– Aftrekbare giften
– Restant persoonsgebonden aftrek over vorige jaren
Vraag 5
Is bij u bekend hoeveel belastingplichtigen jaarlijks hun inkomen niet optimaal toedelen
aan zichzelf en hun fiscale partner waardoor de belastingdruk hoger is dan noodzakelijk?
Antwoord 5
Nee, dit is niet bekend. Het is voor de Belastingdienst niet mogelijk om te onderzoeken
in welke individuele situaties sprake is van een optimale toedeling, mede gelet op
de redenen die in het antwoord op vraag 7 worden uitgewerkt. Wel maakt het aangifteprogramma
voor fiscale partners inzichtelijk wat de gevolgen voor de hoogte van de belastingaanslag
zijn bij een gekozen toedeling.
Vraag 6
Herkent u het beeld dat door de Bond van Belastingbetalers2 en in het hiervoor genoemde artikel wordt genoemd van het aantal belastingplichtigen
dat onbewust te veel belasting afdraagt?
Antwoord 6
Nee, dit herken ik niet. Het bericht is niet gebaseerd op gegevens van de Belastingdienst.
De Belastingdienst spant zich in om belastingplichtigen te helpen bij het indienen
van een juiste aangifte, waarbij nadrukkelijk wordt gewezen op de mogelijkheden om
optimaal gebruik te maken van faciliteiten waarop de belastingplichtige recht heeft.
In het bericht wordt gedoeld op de mogelijkheid bepaalde inkomensbestanddelen optimaal
te verdelen tussen fiscale partners, waardoor de belastingdruk voor de partners samen
zo laag mogelijk is.
Het is mij niet bekend in hoeveel gevallen van deze optimale toerekening geen gebruik
wordt gemaakt en evenmin wat daar dan de reden voor is.
Zie voor een verdere inhoudelijke verdieping de antwoorden bij vraag 5 en 7.
Vraag 7
Wat zouden redenen kunnen zijn voor belastingplichtigen om af te wijken van toedeling
die de belastingdruk zo laag mogelijk houdt?
Antwoord 7
In veel gevallen zullen fiscale partners kiezen voor een verdeling waarbij de belastingdruk
zo laag mogelijk is. Het aangifteprogramma helpt hierbij door inzichtelijk te maken
wat de gekozen verdeling voor gevolgen heeft voor de belastingaanslag. Fiscale partners
kunnen er echter ook voor kiezen om op een andere wijze te verdelen. Dit kan het geval
zijn als fiscale partners de financiële zaken gescheiden houden en ieder individueel
aangifte doet van het door hemzelf genoten inkomen of door hemzelf gemaakte kosten.
De tussen fiscale partners gemaakte financiële afspraken vormen dan de grondslag voor
een gemaakte keuze met betrekking tot de toedeling. Hiervan kan sprake zijn ingeval
fiscale partners een gescheiden financiële situatie hanteren in een relatie.
Daarnaast kan de gemaakte verdeling invloed hebben op Toeslagen of andere inkomensafhankelijke
regelingen. Deze doorwerking kan een argument voor fiscale partners zijn om een verdeling
te kiezen die fiscaal niet de meest gunstige is.
Voor de Belastingdienst zijn de beweegredenen voor de verdeling van fiscale partners
niet relevant, in die zin: zij hebben immers de mogelijkheid naar eigen wens te verdelen.
Wel is van belang dat de verdeling tussen fiscale partners voor 100% wordt toegepast.
Hierop wordt door de Belastingdienst gecontroleerd.
Vraag 8
Wat is de reden van het niet meer kunnen aanpassen van de inkomenstoedeling na zes
weken na ontvangst van hun definitieve aanslag?
Antwoord 8
Fiscale faciliteiten, zoals de toedeling bij fiscale partners, zijn van invloed op
de vaststelling van de materiële belastingschuld. Bij het opleggen van de aanslag
wordt de materiële belastingschuld geformaliseerd en kunnen belastingplichtigen hiertegen
in bezwaar/beroep komen.
In de wet is expliciet opgenomen dat de herziening van de toedeling bij partners enkel
mogelijk is tot het moment dat de aanslag van beiden onherroepelijk vaststaat.
Vraag 9
Waarom is het mogelijk om voor andere posten tot vijf jaar terug iets aan te passen
en waarom is dit niet mogelijk voor de inkomenstoedeling tussen fiscale partners?
Antwoord 9
De begrenzing van deze keuzetermijn wordt noodzakelijk geacht voor de uitvoerbaarheid
van de regeling. Iedere aanpassing in de verdeling heeft gevolgen voor de aanslagen
van beide fiscale partners.
Bovendien kan dit ook een doorwerking hebben naar Toeslagen en andere inkomensafhankelijke
regelingen. Om deze reden is bij de totstandkoming van de regeling gekozen voor een
begrenzing in de termijn waarbinnen aanpassing mogelijk is. Deze begrenzing is opgenomen
in de wet.
De verwijzing naar de periode van vijf jaar ziet op de bevoegdheid van de inspecteur
om een navorderingsaanslag op te leggen of een ambtshalve vermindering van de aanslag
toe te passen. Het gaat hier om gevallen van een onjuiste belastingaanslag. Een andere
verdeling tussen partners valt hier niet onder.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voordat de aangiftetermijn voor 2021 is verlopen?
Antwoord 10
Nee, dit is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.