Brief Algemene Rekenkamer : Verzoekonderzoek door de Algemene Rekenkamer inzake bevindingen ten aanzien van de informatiebeveiliging bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
35 570 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021
Nr. 190 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2021
Op 2 december 2020 werden we door de voorzitter van de Tweede Kamer verzocht (Kamerstuk
35 570 XVI, nr. 37) een nadere analyse uit te voeren over de informatiebeveiliging bij het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) naar aanleiding van de in uw Kamer aangenomen
motie van het lid Van den Berg (Kamerstuk 35 470 XVI, nr. 13). Wij hebben op 12 januari 2021 uw Kamer geïnformeerd dat wij aan dit verzoek kunnen
voldoen (Kamerstuk 35 570 XVI, nr. 182).
Separaat aan de uitkomsten van ons onderzoek over 2020 bij het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, begrotingshoofdstuk XVI van de Rijksbegroting (Kamerstuk 35 830 XVI, nr. 2) bieden we u daarom middels deze brief de antwoorden op de door de Tweede Kamer gestelde
onderzoeksvragen.
Centraal staat de vraag hoe de ITorganisatie van het Ministerie van VWS met betrekking
tot informatiebeveiliging is vormgegeven qua systemen, processen en procedures en
hoe deze in de praktijk functioneert. Wij beantwoorden dat aan de hand van vijf deelvragen
die de Tweede Kamer in haar verzoek noemt.
1. Hoe zijn de ICTorganisatie, de ICTsystemen, de governance en de processen en procedures
met betrekking tot het voorkomen van incidenten en datalekken bij VWS vormgegeven
en hoe wordt daar in de praktijk invulling aan gegeven?
Naast het kerndepartement kent het Ministerie van VWS verschillende decentrale onder
delen en uitvoeringsorganisaties, zoals de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, het
RIVM en het CAK. Deze decentrale concernonderdelen hebben eigen ITsystemen en organisaties.
Relevant te weten is dat de grootste informatiebeveiligingsrisico’s bij de decentrale
concernonderdelen te vinden zijn: het kerndepartement heeft namelijk geen bedrijfskritische
ITsystemen. Voor bedrijfskritische systemen gelden op basis van de Baseline Informatiebeveiliging
Overheid (BIO) striktere eisen omdat de impact van uitval of misbruik door onbevoegden
groot is op de continuïteit van de bedrijfsvoering.
De verantwoordelijkheid voor informatiebeveiliging ligt bij de Minister van VWS. Hij
mandateert de taken die horen bij deze verantwoordelijkheid aan de secretarisgeneraal
(SG). De secretarisgeneraal is bijvoorbeeld verplicht om ieder jaar een incontrolverklaring aan te leveren bij de chief information officer-Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Koninkrijksrelaties. De overige
taken op het terrein van informatiebeveiliging mandateert de secretarisgeneraal naar
de plaatsvervangend secretarisgeneraal (pSG). Voor het vervullen van deze taken krijgt
de psg ondersteuning van de chief information officer (cio) van VWS en de chief information security officer (ciso). De beveiligings ambtenaar (bva) houdt toezicht op het concernbrede informatiebeveiligingsbeleid
en heeft een signalerende en adviserende rol.
Lijnmanagers dienen de informatiebeveiliging van de onder hen vallende informatie
in processen, ketens en systemen goed te organiseren.
Om de gehele VWSorganisatie centraal te monitoren en alle onderdelen te kunnen adviseren
is er een concernciso. In onze verantwoordingsonderzoeken informatie beveiliging
hebben wij de afgelopen jaren aanbevolen om deze wijze van sturing, organisatie en
monitoring op informatiebeveiligingsrisico’s te verbeteren. In de praktijk zien we
hier verbetering bij het Ministerie van VWS. Wij constateren dat er een goed lopend
proces rond de incontrolverklaring is en dat er werkbezoeken en gesprekken over informatiebeveiliging bij de verschillende
onderdelen plaatsvinden. Het ontbreekt echter nog aan volledig centraal inzicht in
de informatiebeveiligingsrisico’s bij de SG.
Ten aanzien van incidenten heeft de ciso van het VWSconcern centraal overzicht van
de belangrijkste informatiebeveiligingsincidenten en gemelde datalekken. Over de incidenten
en datalekken wordt gesproken in een informatiebeveiligingsexpertoverleg (het IBX).
Zo kan de Minister van VWS gerichter sturen, bijvoorbeeld als blijkt dat er relatief
veel datalekken gemeld worden bij een bepaald organisatieonderdeel.
In een draaiboek is vastgelegd wat de taken zijn indien er sprake is van een datalek,
zoals de ciso, de functionaris gegevensbescherming (fg) en de bva. Het draaiboek beschrijft
wanneer er met welke doelgroep gecommuniceerd moet worden. Zo staat beschreven dat
de pSG wordt geïnformeerd bij het optreden van een (zeer) ernstig incident en dat
de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over een datalek wordt geïnformeerd op aangeven
van de Functionaris Gegevensbescherming. Uit het incidentregister blijkt dat bij de
verschillende datalekken de AP inderdaad is geïnformeerd.
2. Wat is het niveau van informatiebeveiliging, ook in vergelijking tot andere ministeries?
Voor een vergelijking van de oordelen van informatiebeveiliging tussen ministeries
verwijzen wij naar ons rapport bij het Jaarverslag 2020 van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK) (Kamerstuk 35 830 VII, nr. 2) en naar de Staat van de Rijksverantwoording 2020 (Kamerstuk 35 830, nr. 3). Hierin staan overzichten van de door ons onderzochte ministeries en Hoge Colleges
van Staat, waarin ook de ontwikkeling door de jaren heen is te zien. Dit jaar beoordelen
we de informatie beveiliging bij 5 van de 12 onderzochte ministeries als onvolkomenheid,
waaronder bij het Ministerie van VWS. In de manier waarop de Minister van VWS het
incidentmanagement het afgelopen jaar inrichtte, onderscheidt de organisatie zich
positief van de andere onderzochte ministeries en Hoge Colleges van Staat. Op andere
onderdelen van informatie beveiligingsaspecten constateren we dat de risico’s op de informatiebeveiliging nog onvoldoende
beheerst worden.
3. Wat is de cultuur binnen organisaties op het VWSterrein wat betreft het melden van
en omgaan met incidenten en datalekken? Hoe zijn op centraal niveau binnen VWS het
zicht en de regie op incidenten en datalekken?
In onze reactie op het verzoek van 2 december voor dit onderzoek gaven wij aan geen
cultuuraudit te doen bij (de medewerkers van) het Ministerie van VWS. Toch kunnen
we op basis van ons onderzoek wel aangeven dat er een positieve ontwikkeling is binnen
het Ministerie van VWS. Verantwoordelijken bij het Ministerie van VWS kunnen hun rol
beter invullen doordat de verantwoordelijkheden ten aanzien van de informatiebeveiliging
inmiddels helder zijn beschreven (zie vraag 1). Ook blijkt dat sleutelfunctionarissen
meer in gesprek willen met de medewerkers over informatiebeveiligingsrisico’s, vanuit
het besef dat menselijk gedrag hierin essentieel is. Activiteiten om het bewustzijn
over risico’s te vergoten, zoals phishing-simulaties, dragen bij aan een cultuur waarin informatie beveiliging een belangrijk
onderwerp is.
4. Welke tekortkomingen heeft de Algemene Rekenkamer in haar verantwoordingsonderzoeken
op het punt van informatiebeveiliging op VWSterrein gesignaleerd? Tot welke aanbevelingen
heeft dit geleid en (hoe) is daar opvolging aan gegeven?
Ieder jaar rapporteert de Algemene Rekenkamer over de opvolging van de gedane aanbevelingen
van het voorgaande jaar. Daarom verwijzen we voor het antwoord op deze vraag naar
de tussen 2017 en 2021 gepubliceerde rapporten bij het jaarverslag van het Ministerie
van VWS. De opvolging van de aanbevelingen uit het verantwoordingsonderzoek 2019 is
hier eerder al aan bod gekomen.
5. Ziet de Algemene Rekenkamer, ook gezien datalekken die in 2020 zijn opgetreden, nog
mogelijkheden voor verbetering van de informatiebeveiliging op VWS-terrein?
We constateren over het jaar 2020 op het gebied van incidentmanagement, waaronder incidenten in de vorm van datalekken, een grote verbetering op het
concernniveau ten opzichte van vorig jaar. De aanbeveling die wij vorig jaar hebben
gedaan om het incidentmanagement te verbeteren is door het Ministerie van VWS opgevolgd.
Algemene Rekenkamer
drs. A.P. (Arno) Visser, president
drs. C. (Cornelis) van der Werf, secretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.P. Visser, president van de Algemene Rekenkamer