Schriftelijke vragen : Het bericht dat provincie Noord-Holland woningbouw in Landsmeer tegen houdt.
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat provincie Noord-Holland woningbouw in Landsmeer tegen houdt (ingezonden 17 mei 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Provincie houdt woningbouw in Landsmeer tegen, wat nu»?1
Vraag 2
Is het waar dat veel gebied rondom Landsmeer is aangewezen als BPL-landschap (Bijzonder
Provinciaal Landschap)?
Vraag 3
Klopt het dat door de nieuwe omgevingsverordening een groot aantal woningbouwlocaties
van de gemeente Landsmeer is komen te vervallen? Zo ja, om hoeveel woningbouwlocaties
gaat het en om hoeveel woningen?
Vraag 4
Hoe staat het met het overprogrammeren in de provincie Noord-Holland: hoeveel procent
«hard» voor de komende 5 jaar en hoeveel procent «hard» en «zacht» voor de komende
15 jaar? Hoe staat het met uw toezegging om provincies op te roepen 130% overprogrammeren
toe te staan?
Vraag 5
Waarom is er door de provincie Noord-Holland voor gekozen om ook onder voorwaarden
geen kleinschalige woningbouw toe te staan in de BPL-gebieden in de Metropoolregio
Amsterdam?
Vraag 6
Deelt u de mening dat er zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk gebouwd moet worden
om de grote woningbouwopgave in Nederland te halen?
Vraag 7
Bent u bereid om, ook voor de gemeente Landsmeer, met de provincie Noord-Holland in
gesprek te gaan om een aanpak vanuit de provincie te realiseren die de gezamenlijke
opdracht voor de woningbouwopgave ondersteunt en versnelt, die het samenwerken tussen
overheden stimuleert en het vertrouwen dat daarbij hoort als uitgangspunt neemt? Bent
u bereid hier de Kamer over te informeren?
Vraag 8
Deelt u de mening dat, gezien de grote woningbouwopgave, de provincie Noord-Holland
het vervallen van woningbouwlocaties, ook in de gemeente Landsmeer, zoveel mogelijk
moet voorkomen en terugdraaien?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.A.N. Koerhuis, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.