Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wiersma en Koerhuis over het bericht dat arbeidsmigranten onterechte kosten betalen voor huisvesting
Vragen van de leden Wiersma en Koerhuis (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat arbeidsmigranten onterechte kosten betalen voor huisvesting (ingezonden 9 april 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 17 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Honderden euro’s boven op de huur – ze dachten dat
het zo hoorde»?1
Antwoord 1
Ja, het bericht is mij bekend.
Vraag 2
Klopt het dat de door NRC geschetste problemen niet zijn onderzocht door het Aanjaagteam
bescherming arbeidsmigranten (commissie Roemer)? Zo ja, waarom is hiervoor gekozen?
Zo nee, waarom maakt het eindrapport geen melding van woningbemiddelaars?
Antwoord 2
Het eindrapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten bevat onder meer
het advies om voor het verbeteren van de woonsituatie van arbeidsmigranten een verhuurdervergunning
in te voeren die gemeenten kunnen inzetten. Per brief van 22 februari 2021 heeft de
Minister van Binnenlandse Zaken aangekondigd een wetsvoorstel daartoe uit te werken.2 In de overwegingen rond het wetsvoorstel speelt ook het signaal van steden een rol
dat ook de verhuurbemiddelaar moet worden geadresseerd.
Vraag 3
Hoeveel woningen worden in Nederland via een tussenpersoon, zoals een woningbemiddelaar,
aan arbeidsmigranten verhuurd?
Antwoord 3
Er zijn bij mij geen cijfers bekend over het aantal huurders dat via een woningbemiddelaar
een woning huurt. Dat geldt ook voor het aantal arbeidsmigranten dat via een woningbemiddelaar
huurt.
Vraag 4
Hoeveel signalen zijn bekend bij de Inspectie SZW, de huurcommissie of andere instanties
over het onterecht in rekening brengen van extra kosten bij huisvesting van arbeidsmigranten?
Antwoord 4
Bij de huurcommissie, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de Inspectie SZW zijn
geen totaaloverzichten bekend met het aantal signalen van situaties waarin het voorkomt
dat extra kosten in rekening worden gebracht bij de huisvesting van arbeidsmigranten.
Zo′n overzicht is er ook niet voor wat betreft andere huurders.
Zie verder ook het antwoord op vraag 7.
Vraag 5
Deelt u de analyse dat deze problemen deels ontstaan doordat arbeidsmigranten hun
rechten niet kennen? In hoeverre heeft de verhuurder of tussenpersoon (woningbemiddelaar)
een informatieplicht bij het afsluiten van een huurcontract? Welke informatievoorziening
kan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Huurcommissie
geven?
Antwoord 5
Arbeidsmigranten die nieuw zijn in Nederland zijn vaak nog niet bekend met hun precieze
rechten op het gebied van wonen en werken, mede door de taalbarrière en de onbekendheid
met Nederlandse instituties en regelgeving. De arbeidsmigranten uit het NRC-artikel
bevinden zich al meerdere jaren in Nederland, maar kunnen door een slechte beheersing
van het Nederlands en sterke wens voor zelfstandige woonruimte wel kwetsbaar zijn
voor malafide verhuurders of bemiddelaars.
Een verhuurder of bemiddelaar heeft geen wettelijke plicht tot het verstrekken van
informatie aan de huurder over zijn of haar specifieke rechten. Hierbij speelt een
rol dat de bemiddelaar vaak door de verhuurder wordt ingehuurd en dus diens belangen
vertegenwoordigd in het afsluiten van een huurcontract.
Om de informatiepositie van huurders en van arbeidsmigranten in het bijzonder te verbeteren,
zijn er verschillende initiatieven. Zo is er in het kader van het Actieplan Studentenhuisvesting
2018–2021 de campagnewebsite wegwijsmetjehuurprijs.nl vertaald naar realaboutrent.nl.
Hierop is onder andere informatie te vinden over de huurprijs en de huurcommissie.
De site is voor iedereen beschikbaar en de informatie is ook breder bruikbaar dan
alleen voor studenten. Ook heeft de Huurcommissie de essentiële onderdelen van de
website in het Engels vertaald in 2019, zo kunnen huurders een huurprijscheck doen
voor onzelfstandige en zelfstandige woonruimte.
Specifiek voor arbeidsmigranten is verder de website workinnl.nl3 opgezet. Deze website is eind november live gegaan. Hierop kunnen arbeidsmigranten
informatie vinden over verschillende onderwerpen, zoals huisvesting, vervoer, werk
en zorg. De site is vertaald in het Engels, Pools en Bulgaars. Daarnaast hebben sommige
gemeenten servicepunten ingericht voor arbeidsmigranten en verkent het Ministerie
van BZK of en hoe onder meer RNI-loketten (loketten voor registratie als niet-ingezetene
in de BRP, waaronder arbeidsmigranten die tijdelijk in Nederland verblijven) een rol
kunnen spelen bij serviceverlening en informatieverstrekking aan arbeidsmigranten.4
Vraag 6
Hoe gebruikelijk is het dat arbeidsmigranten bovenop hun huur nog een extra bedrag
betalen? Heeft u contact met de uitzendbranche over deze praktijken en wat daarbij
wel en niet toegestaan is?
Antwoord 6
Verhuurders of hun beheerders mogen gedurende de huurovereenkomst niet meer bij de
huurders (ook niet bij arbeidsmigranten) in rekening brengen dan de overeengekomen
kale huurprijs en – indien in het huurcontract is afgesproken dat de verhuurder naast
het verstrekken van de woning nog andere diensten en/of de nutsvoorzieningen levert
– de eventueel afgesproken (voorschotten op) servicekosten en/of nutsvoorzieningen.
In de in het aangehaalde krantenbericht beschreven situatie gaat het om structurele
extra bedragen boven op de huur die na de aanvang van de huur elke maand aan de bemiddelaar/beheerder
betaald moe(s)ten worden. Het betreft kosten die de betrokken bemiddelaar/beheerder
voor eigen gewin in rekening leek te brengen, niet in opdracht van de verhuurder.
Het ging daarbij voor zo ver ik uit het bericht kan opmaken niet om (een voorschot
op de) servicekosten of kosten voor nutsvoorzieningen.
In de aangehaalde situatie gaat het dus om langdurig in rekening brengen van extra
kosten boven op de huur, die op basis van de informatie in het aangehaalde artikel
ongeoorloofd lijken te zijn. De beschreven situatie is bij mijn weten niet gebruikelijk
in de huursector, ook niet bij arbeidsmigranten. De betrokken bewoners doen er goed
aan advies over hun rechtspositie te vragen bij Het Juridisch Loket.5 Mogelijk kunnen de betrokken bewoners de betaalde extra kosten als onverschuldigde
betaling terugvorderen van de betrokken bemiddelaar/beheerder via de rechter.
Het gaat in de in het artikel beschreven situatie niet om een situatie waarbij een
uitzendbureau de huisvesting voor arbeidsmigranten heeft geregeld.
Vraag 7
Klopt het dat een woningbemiddelaar die namens de verhuurder werkt überhaupt geen
kosten in rekening mag brengen aan een huurder? Hoe vaak gebeurt dit alsnog?
Antwoord 7
Als een bemiddelaar in opdracht van een verhuurder een of meer huurders voor zijn
woning heeft gezocht, mag de bemiddelaar geen bemiddelingskosten bij de (kandidaat-)huurder(s)
in rekening brengen. Ook niet als de bemiddelaar geen kosten in rekening brengt bij
de opdrachtgever, de verhuurder.
Ik heb geen compleet beeld hoe vaak bemiddelaars ten onrechte bemiddelingskosten in
rekening brengen bij (kandidaat-)huurders. Wel ben ik op de hoogte van een aantal
voorbeelden, waaruit blijkt dat dit helaas nog wel voorkomt. Zo heeft de ACM onlangs
een drietal bemiddelaars beboet, omdat zij ten onrechte bemiddelingskosten in rekening
brengen bij (kandidaat-)huurders6. Ook uit recente jurisprudentie blijkt dat huurders via de rechter ten onrechte in
rekening gebrachte bemiddelingskosten terugvorderen van bemiddelaars.7
Vraag 8
Op welke manier wordt op dit soort praktijken toezicht gehouden? Is hiervoor bijvoorbeeld
aandacht binnen de Inspectie SZW of gemeenten?
Antwoord 8
Het staat arbeidsmigranten allereerst vrij om zelf te bepalen hoe zij woonruimte zoeken.
Dat kan door via particuliere verhuurders en/of tussenpersonen een woonruimte te zoeken,
maar ook door zich in te schrijven voor toewijzing van een woonruimte via woningcorporaties.
Alle verhuurders worden geacht zich aan de geldende regels te houden. De Inspectie
SZW en de gemeenten houden ieder vanuit hun eigen rol toezicht. Gemeenten zijn verantwoordelijk
voor huisvesting en handhaving en toezicht daaromtrent.
De Inspectie SZW werkt landelijk en houdt risicogericht toezicht op de naleving van
de arbeidswetten zoals de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag (Wml). De Inspectie
SZW controleert onder andere op de rechtmatigheid van de inhoudingen op het minimumloon,
waaronder inhouding voor huisvestingskosten.
Er mag voor huisvestingkosten maximaal 25% worden ingehouden. Een van de voorwaarden
voor inhouding voor huisvesting is dat de huisvesting moet voldoen aan de kwaliteitseisen
die zijn overeengekomen in de cao tussen sociale partners. Daarnaast dienen deze kwaliteitseisen
te zijn gecontroleerd door een geaccrediteerde instelling, zoals de Stichting Normering
Flexwonen.
Indien de Inspectie SZW signalen ontvangt dat sprake is van misstanden, bijvoorbeeld
ten aanzien van slechte huisvesting, worden deze signalen gedeeld met de betreffende
gemeenten. Op hun beurt kunnen gemeenten die een vermoeden hebben van overtredingen
van arbeidswetten, dit melden bij de Inspectie SZW. De Inspectie SZW kan vervolgens
besluiten om in het kader van haar risicogerichte aanpak een nader onderzoek in te
stellen. Daarna kan bijvoorbeeld een boete worden opgelegd wegens overtreding van
de Wml, omdat door een werkgever te veel wordt ingehouden voor huisvestingskosten.
Gemeenten kunnen enkel handhavend optreden bij overtredingen van regels op het gebied
van het omgevingsrecht of huisvesting. Zo kunnen zij handhaven op basis van het (niet
voldoen aan het) bestemmingsplan, hebben zij bevoegdheden in het kader van de Woningwet
en het Bouwbesluit (staat en gebruik van het gebouw), de Huisvestingswet en eventueel
de Wet aanpak woonoverlast. Gemeenten kunnen echter niet optreden tegen het in rekening
brengen van extra/onduidelijke kosten. Een huurder moet daarmee naar de rechter of
kan in bepaalde gevallen terecht bij de huurcommissie.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het toezicht op dit soort onoorbare praktijken versterkt moet
worden? Zo ja, hoe geeft u hier invulling aan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Er zijn verschillende initiatieven geweest, nu en in het verleden, om kennis uit te
wisselen over de aanpak van malafide pandeigenaren en overlast (Woningwet, Wet aanpak
overlast). Mede op basis van het advies van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten
over de huisvesting wordt gewerkt aan een handreiking voor gemeenten. Op dit moment
ben ik bezig een wet voor te bereiden waarmee gemeenten desgewenst landelijk geüniformeerde
voorschriften kunnen instellen voor verhuurders. Daarmee stel ik een systeem voor
waarmee gemeenten zelf kunnen beslissen tot het al dan niet invoeren van algemene
regels en in specifieke gevallen een vergunningsstelsel kunnen inrichten. De hoogte
van (aanvangshuren) in relatie tot het woningwaarderingsstelsel in de gereguleerde
sector is een van de onderwerpen waar ik naar kijk in dit kader, maar ook naar bijvoorbeeld
het kunnen stellen van informatieverplichtingen bij het afsluiten van een huurcontract.
Om tot definitieve voorschriften en de kaders voor een vergunningsplicht voor verhuurders
te komen moet nu eerst uitwerking plaatsvinden met gemeenten en andere partijen.8
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.