Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan, Laçin en Kröger over Lelystad Airport
Vragen van de leden Van Raan (PvdD), Laçin (SP) en Kröger (GroenLinks) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over Lelystad Airport. (ingezonden 24 februari 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 12 mei 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich dat de Tweede Kamer het dossier Lelystad Airport controversieel heeft
verklaard?1,
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke waarde hecht u aan het Kamerinstrument dat zaken controversieel kan verklaren?
Antwoord 2
Daar hecht ik grote waarde aan.
Vraag 3
Welke waarde hecht u aan het controversieel verklaren van het dossier Lelystad Airport
door de Tweede Kamer en het verzoek om geen onomkeerbare stappen te zetten in dit
dossier?
Antwoord 3
Ook daar hecht ik grote waarde aan voor zover sprake is van besluitvorming waarbij
politieke afwegingen een rol kunnen spelen.
Vraag 4
Erkent u dat het voortzetten van de vergunningsprocedure voor Lelystad Airport – ondanks
dat de Tweede Kamer heeft verzocht om geen onomkeerbare stappen te zetten in dit dossier
– invloed kan hebben op de toekomstige besluitvorming over Lelystad Airport? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Het eventueel verkrijgen van een definitieve vergunning op grond van de Wet natuurbescherming
(Wnb) betekent niet dat Lelystad Airport feitelijk voor groot luchtverkeer kan worden
opgesteld. Of Lelystad Airport voor groot luchtverkeer mag worden opengesteld vraagt
afronding van de voorhangprocedure van de wijziging van het luchthavenbesluit Lelystad
Airport door Eerste en Tweede Kamer.
Onder mijn bevoegdheid valt de vergunningprocedure op grond van artikel 2.7 en 2.8
van de Wnb. De voor Lelystad Airport gepubliceerde ontwerpvergunning is één van de
stappen die moeten worden doorlopen voor de door Lelystad Airport gevraagde uitbreiding
van de activiteiten. Het gaat om de voorbereiding van een besluit op een individuele
vergunningaanvraag op basis van wettelijke criteria van ecologische aard en overeenkomstig
de wettelijke besluitvormingsprocedures. Dat staat los van politieke afwegingen en
politieke besluitvorming. Ook ik ben gehouden aan deze wettelijke procedures.
Met het zetten van de procedurestap in het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure
van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is eenieder in de gelegenheid
gesteld zienswijzen te geven over het ontwerpbesluit op de vergunningaanvraag. Dat
is een stap om zorgvuldige besluitvorming op basis van een brede betrokkenheid van
het publiek te verzekeren. Na de zienswijzen inhoudelijk te hebben beoordeeld zal
een definitieve afweging moeten plaatsvinden op basis van het wettelijke afwegingskader,
gevolgd door een definitieve vergunning.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het ongepast en democratisch gezien ook zeer onwenselijk is
om een controversieelverklaring te negeren?
Antwoord 5
Ja, die mening deel ik. Er zou sprake zijn geweest van het negeren van een controversieel-verklaring
als sprake was van besluitvorming waarbij politieke afwegingen een rol spelen en het
parlement betrokkenheid heeft. Hiervan is in het geval van deze individuele vergunningaanvraag
geen sprake. De voorbereiding en afronding van het besluit op deze vergunningaanvraag
vinden plaats overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke procedures. Deze procedures
zijn door regering en Staten-Generaal vastgesteld. Derhalve heb ik mij hieraan te
houden.
Vraag 6
In hoeverre heeft u overleg gehad met de indieners van de vergunningsaanvraag voor
Lelystad Airport bijvoorbeeld over de reactietermijn in relatie tot de controversieel
verklaring door de Tweede Kamer?
Antwoord 6
Hier heb ik geen contact over gehad, omdat er geen sprake is van een besluit dat zich
leent voor controversieel-verklaring.
Vraag 7
Erkent u dat de reactietermijn waar u zich op beroept3, een termijn van orde betreft zonder verplichtend karakter, waardoor u wel degelijk
de mogelijkheid heeft om de controversieel verklaring te respecteren en het verzoek
van de Tweede Kamer te honoreren om geen onomkeerbare stappen te zetten in dit dossier?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De termijn om een besluit te nemen is inderdaad een termijn van orde volgens de rechter.
Dit houdt in dat de Awb aan de enkele overschrijding hiervan geen consequenties verbindt
en dat een overschrijding van de termijn de rechtmatigheid van het besluit niet aantast.
De duiding als termijn van orde betekent echter niet dat het een termijn zonder verplichtend
karakter betreft. Op grond van artikel 3:18, eerste lid, van de Awb moet een beslissing
op een aanvraag «zo spoedig mogelijk», doch uiterlijk zes maanden na ontvangst van
de aanvraag worden genomen. De beslistermijn heeft een verplichtend karakter, zoals
ook blijkt uit de formulering van artikel 3.18. De Awb biedt een remedie tegen het
in gebreke blijven van het bestuursorgaan om op de aanvraag te beslissen. De aanvrager
kan het bestuursorgaan in gebreke stellen. Als niet binnen twee weken daarna wordt
beslist, verbeurt het bestuursorgaan een dwangsom en kan de aanvrager beroep instellen
tegen het niet tijdig nemen van een besluit (artikel 4:17 en 6:12 Awb).
De kwalificatie als termijn van orde biedt dus niet de mogelijkheid om een beslissing
uit te stellen. De procedurestap die nu is gezet is noodzakelijk om overeenkomstig
de wettelijke vereisten binnen de geldende termijnen een besluit te kunnen nemen.
Vraag 8
Kent u bijvoorbeeld de mogelijkheid om vooralsnog geen besluit te nemen en/of de beslistermijn
op de aanvraag op te schorten, op basis van overmacht vanwege de controversieelverklaring
door de Tweede Kamer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Er is in casu nog geen sprake van het nemen van het besluit maar van het voorbereiden
van een besluit. De in artikel 4:15, tweede lid, onderdeel c, van de Awb genoemde
mogelijkheid van overmacht ziet op van buiten de overheid komende factoren die in
absolute zin in de weg staan aan het tijdig nemen van een besluit. Er moet sprake
zijn van een onmogelijkheid om (tijdig) te beslissen, die veroorzaakt wordt door abnormale
en onvoorziene omstandigheden buiten toedoen van het bestuursorgaan. In de parlementaire
geschiedenis worden als voorbeeld genoemd: een afgebrand of juist onder water gelopen
gemeentehuis. Een controversieel-verklaring door de Tweede Kamer vormt geen grond
om mij te mogen beroepen op overmacht in het geval van deze vergunningaanvraag.
Vraag 9, 10 en 11
Waarom heeft u er voor gekozen om deze mogelijkheden niet te benutten?
Erkent u dat het onjuist was toen u de Kamer schreef: «In het licht van het voorgaande
is de conclusie dat het juridisch niet mogelijk is gevolg te geven aan het verzoek
om geen onomkeerbare stappen in het proces van vergunningverlening te zetten»? Zo
nee, waarom niet?
Heeft u overwogen om de controversieelverklaring van het dossier Lelystad serieus
te nemen en het verzoek om geen onomkeerbare stappen te zetten te respecteren? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, waarom heeft u dit uiteindelijk niet gedaan?
Antwoord 9, 10 en 11
Ik verwijs u naar mijn antwoorden op de vragen 7 en 8. De kwalificatie als termijn
van orde biedt niet de mogelijkheid om een beslissing uit te stellen. Een controversieel-verklaring
door de Tweede Kamer vormt geen grond om mij te mogen beroepen op overmacht in het
geval van deze vergunningaanvraag.
Vraag 12
Herinnert u zich dat u bezig was met het herstellen van vertrouwen in het luchtvaartbeleid
van de overheid?
Antwoord 12
De voorbereiding en afronding van deze vergunningaanvraag vindt plaats overeenkomstig
de daarvoor geldende wettelijke procedures, zoals mag worden verwacht van de overheid.
Deze procedures zijn door regering en Staten-Generaal vastgesteld. Derhalve heb ik
mij hieraan te houden.
Vraag 13
Wat denkt u dat het effect is op het vertrouwen in de overheid en politiek, wanneer
Ministers besluiten om een controversieelverklaring naast zich neer te leggen?
Antwoord 13
Ik hecht grote waarde aan het instrument controversieel-verklaring en deel uw mening
niet dat ik een controversieel-verklaring naast me neer leg. Zoals ik al aangaf in
de vragen 7 en 8 zie ik geen juridische mogelijkheid om de aanvraag op te schorten
of overmacht in te roepen. Hiermee is sprake van een overheid die zich aan de wettelijke
regels houdt, regels die door regering en Staten-Generaal zijn gesteld. Dat is goed
voor de geloofwaardigheid van de overheid en de politiek.
Vraag 14
Waarom is ervoor gekozen om te wachten tot de start van het Kamerreces met het informeren
van de Kamer over de stand van zaken omtrent Lelystad Airport?
Antwoord 14
De Kamer is toegezegd de passende beoordeling te zullen ontvangen wanneer deze gereed
is. De passende beoordeling werd openbaar met het ter inzage leggen van de ontwerpvergunning
op 16 februari 2021, waarop uw Kamer is geïnformeerd.
Vraag 15
Klopt het dat u in een laat stadium nog om extra onderzoek heeft gevraagd, met als
gevolg dat de Kamer pas na de start van het Kamerreces geïnformeerd zou worden?4 Zo nee, hoe zit het dan? Zo ja, welk onderzoek heeft u precies laten uitvoeren?
Antwoord 15
Nee. Op 1 oktober 2020 heeft de initiatiefnemer de passende beoordeling bij zijn vergunningaanvraag
van 11 maart 2020 aangevuld met stikstofdepositieberekeningen en een achtergrondrapport
over de stikstofdepositie als gevolg van dit project. De periode tussen 1 oktober
2020 en 15 februari 2021, de datum waarop het ontwerpbesluit voor zienswijzen ter
inzage is gelegd, is nodig geweest om een zorgvuldig ontwerpbesluit op te stellen.
De behandeling is enkele malen opgeschort om de aanvrager de kans te geven om de aanvraag
aan te vullen (artikel 4:15 van de Awb) naar aanleiding van door mij gestelde vragen
over aan de vergunningaanvraag onderliggende stukken.
Vraag 16
Welke stappen – omkeerbaar en onomkeerbaar – bent u nog meer van plan te zetten in
het dossier Lelystad Airport voordat er een nieuw kabinet gaat aantreden? Kunt u een
tijdlijn geven?
Antwoord 16
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 4 heb aangegeven is het aan de Tweede en Eerste
Kamer om de voorhang van het Wijzigingsbesluit af te ronden. In dat antwoord heb ik
ook de procedurestappen weergegeven van de onderhavige vergunning.
Vraag 17
Kunt u uitleggen waarom u denkt dat uw voornemen om Lelystad Airport een vergunning
te verlenen voor 10.000 vliegtuigbewegingen juridisch houdbaar zou zijn?
Antwoord 17
Om geen afbreuk te doen aan de volledigheid van de argumentatie van het ontwerpbesluit
verwijs ik u voor de motivering naar de beoordeling van de effecten in hoofdstuk 2
van het ontwerpbesluit: Vergunningsaanvraag voor Lelystad Airport | RVO.nl | Rijksdienst. Na kennisneming van de zienswijzen vindt een definitieve afweging plaats op basis
van de wettelijke criteria van ecologische aard.
Vraag 18
Kunt u uitsluiten dat de melding in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS-melding)
voor Lelystad Airport destijds niet te goeder trouw is gedaan? Zo ja, waaruit blijkt
dat de PAS-melding voor Lelystad Airport te goeder trouw is gedaan? Zo nee, waarom
zet u nu toch in op het legaliseren van een PAS-melding die mogelijk niet te goeder
trouw is gedaan, in strijd met uw toezegging om alleen PAS-meldingen te legaliseren
die te goeder trouw zijn gedaan?
Antwoord 18
In de Kamerbrief van 24 april 2020 heb ik uw Kamer aangegeven dat de legalisatie van
de meldingen is gestart, waarbij alle meldingen hetzelfde stappenplan doorlopen. Stap
één van de legalisatie bestaat uit het verifiëren of de toenmalig ingevoerde gegevens
nog juist zijn. Het te goeder trouw handelen is om uitvoeringstechnische redenen geen
onderdeel van dit stappenplan. Wanneer het legalisatietraject is afgerond, zal ik
uw Kamer hierover informeren.
Vraag 19 en 20
Kunt u uitleggen waarom u denkt dat het salderen van vermeende stikstofruimte op Schiphol
naar Lelystad Airport juridisch houdbaar zou zijn?
Hoe kan Schiphol stikstofruimte aan Lelystad Airport afstaan, als de stikstofruimte
voor Schiphol zelf is gebaseerd op een onbekende hoeveelheid stikstof, die automatisch
was mee vergunt met het aantal vluchten dat was toegestaan op basis van de geluidsgrenzen
van de PKB 1996, terwijl nog steeds niet duidelijk is wat, destijds dan wel nu, de
totale emissie en depositie van Schiphol is, hoe dit in verhouding staat tot alle
andere bronnen in de regio en hoe mogelijke depositieruimte van Schiphol fysiek ten
goede kan komen aan de door Lelystad Airport belastte gebieden?
Antwoord 19 en 20
Om geen afbreuk te doen aan de volledigheid van de argumentatie van het ontwerpbesluit
verwijs ik u voor de motivering naar de beoordeling van de effecten in hoofdstuk 2
van het ontwerpbesluit: Vergunningsaanvraag voor Lelystad Airport | RVO.nl | Rijksdienst. Na kennisneming van de zienswijzen vindt een definitieve afweging plaats op basis
van de wettelijke criteria van ecologische aard.
Vraag 21
Bent u bereid om de procedure voor Lelystad Airport alsnog tijdelijk stop te zetten,
in lijn met de controversieelverklaring en het verzoek van de Tweede Kamer om geen
onomkeerbare stappen te zetten in dit dossier? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 21
Nee, ik verwijs u naar mijn voorgaande antwoorden en mijn door u aangehaalde brief
aan de Tweede Kamer van 12 februari jl. (Kamerstuk 31 936, nr. 838).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.