Schriftelijke vragen : De vrijheid van advocaatkeuze bij rechtsbijstandverzekeraars
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de vrijheid van advocaatkeuze bij rechtsbijstandverzekeraars (ingezonden 12 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van het Europese Hof van Justitie waarin de vrijheid
van advocaatkeuze bij rechtsbijstandverzekeraars wordt uitgebreid naar elke fase die
tot een procedure bij de rechter kan leiden?1 Wat is daarop uw reactie?
Vraag 2
Deelt u de analyse dat deze uitspraak andermaal ruim baan geeft aan de vrijheid van
advocaatkeuze, zodat het niet aangaat (of onjuist is) dat de polissen en het beleid
van de rechtsbijstandverzekeraars deze vrije keuze zoveel mogelijk ontmoedigen, dan
wel dat deze uitspraak geen aanleiding geeft om de vrije advocaatkeuze te bemoeilijken?2 Zo ja, bent u bereid om deze nieuwe uitleg van de vrijheid van advocaatkeuze in overleg
met het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse Orde van Advocaten (wettelijk)
vast te leggen voor rechtsbijstandverzekeringen?
Vraag 3
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak 2021/0300 van de Geschillencommissie van het
Klachteninstituut financiële dienstverlening (Kifid) over de vrijheid van advocaatkeuze
bij rechtsbijstandverzekeraars?3 Wat is daarop uw reactie?
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van de blogs «Vrije advocaatkeuze» en «Vrije advocaatkeuze: rechtsbijstandsverzekeraars hebben geen Plan B»?4,
5 Wat is daarop uw reactie?
Vraag 5
Vreest u dat deze uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid, wanneer deze
in hoger beroep in stand blijft, ertoe kan leiden dat rechtszoekenden eerder het maximale
budget van de rechtsbijstandverzekering bereiken waardoor zij later in een proces
mogelijk geen aanspraak meer kunnen maken op de rechtsbijstandsverzekering?
Vraag 6
Klopt het dat – zolang als de Nederlandse overheid geen beperking aanbrengt op de
kosten – het de rechtsbijstandverzekeraars is toegestaan om deze beperkingen via artikel
288 WVEU zelf aan te brengen waarbij evenwel is gebleken dat zij enorme verschillen
in maximale budgetten hanteren van tussen de € 3.000 en € 30.000 bij zaken zonder
verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat?6
Vraag 7
Acht u het niet wenselijk dat – ongeacht de vrijheid die de rechtsbijstandverzekeraars
op dit punt zouden hebben – rechtsbijstandverzekeraars in elk geval de kosten moeten
dekken van de gemiddelde procedures die in de diverse rechtsgebieden gevoerd kunnen
worden omdat bij lagere bedragen het keuzerecht illusoir kan worden en het Europese
Hof van Justitie dat in zijn uitspraken niet toestaat?
Vraag 8
Bent u bereid om een onderzoek uit te laten voeren of voldoende gevolg wordt gegeven
aan de door het Europese Hof van Justitie voorgeschreven grote betekenis en bescherming
van de vrije advocaatkeuze alsmede naar de kosten van de gemiddelde procedures die
in de diverse rechtsgebieden gevoerd kunnen worden, omdat bij lagere bedragen het
keuzerecht illusoir kan worden en het Europese Hof dat in zijn uitspraken niet toestaat?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Bent u bereid om, als de uitkomsten van dat onderzoek daartoe aanleiding geven, met
een voorstel te komen tot invoering van standaard beperkingen (minimale maximumtarieven)
om te voorkomen dat rechtsbijstandverzekeraars een te forse beperking invoeren waardoor
de vrijheid van advocatenkeuze illusoir wordt gemaakt, dan wel om gezamenlijk met
het Verbod van Verzekeraars en de Nederlandse Orde van Advocaten tot een andere oplossing
te komen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.