Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven ver de onderzoeksresultaten van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO): “Hoe maken we publiek gefinancierde coronavaccins toegankelijk voor iedereen?”
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de onderzoeksresultaten van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO): «Hoe maken we publiek gefinancierde coronavaccins toegankelijk voor iedereen?» (ingezonden 12 maart 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 12 mei
            2021)
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het de resultaten van het onderzoek van SOMO «Hoe maken we publiek
               gefinancierde coronavaccins toegankelijk voor iedereen?»1
Antwoord 1
            
Ik heb het artikel van SOMO hierover gelezen.
Vraag 2
            
Heeft het kabinet gestuurd op het verbinden van voorwaarden op het gebied van betaalbaarheid
               en toegankelijkheid (ook voor lage- en middeninkomenslanden) aan de minstens 917 miljoen
               euro die het heeft geïnvesteerd in Covid-19 gerelateerd onderzoek? Zo ja, wat zijn
               hiervan de resultaten?
            
Antwoord 2
            
De suggestie in het SOMO-artikel dat door het kabinet een bedrag van 917 miljoen euro
               is besteed aan COVID-19 gerelateerd onderzoek is niet juist. Veruit het grootste gedeelte
               van dit bedrag is niet besteed aan onderzoek, maar aan bijvoorbeeld de inkoop van
               vaccins, humanitaire hulp, economische stabiliteit en beschikbaarheid van vaccins
               voor kwetsbare landen.
            
Waar het gaat om investeringen in onderzoek, vindt het kabinet maatschappelijk verantwoord
               licentiëren van met publieke investeringen ontwikkelde kennis belangrijk. Het kabinet
               moedigt daarom het gebruik aan van de door de Nederlands Federatie van Universitair
               Medische Centra (NFU) ontwikkelde principes voor maatschappelijk verantwoord licentiëren
               en de daarop gebaseerde toolkit. Maatschappelijk verantwoord licentiëren kan als een
               financieringsvoorwaarde worden gesteld aan kennisinstellingen en dat kan tot op zekere
               hoogte betaalbaarheid en toegankelijkheid bevorderen.
            
Hiernaast verlangen ZonMw en NWO bij onderzoeken vanuit het COVID-19 Programma bijvoorbeeld
               dat alle data en resultaten zonder embargo direct Open Access beschikbaar komen, in
               navolging op de ondertekening door ZonMw en NWO van een internationaal statement om
               in de strijd tegen COVID-19 data en publicaties zo snel mogelijk openbaar te maken.2
Vraag 3
            
Denkt u dat het de beschikbaarheid van Covid-19-vaccins ten goede was gekomen als
               het kabinet, via zijn deelname aan het «Joint Negotiation Team» van de Europese Commissie,
               meer had ingezet op het verbinden van voorwaarden aan publieke financiering met betreking
               tot beschikbaarheid en transparantie (bijvoorbeeld door te stellen dat intellectueel
               eigendom en knowhow verplicht gedeeld moeten worden via C-TAP indien farmaceuten gebruik maken van belastinggeld)?
            
Antwoord 3
            
De doelstelling van het Joint Negotiation team is om contracten te sluiten op basis
               waarvan de lidstaten van de Europese Unie vaccins in kunnen kopen.
            
Er wordt daarbij niet geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. De EU neemt daarbij
               wel een deel van de productierisico’s van de vaccinproducenten weg door «up front»
               te investeren in hun productieproces, via de advance purchase agreements. Hiermee
               zijn de betrokken vaccinproducenten in staat gesteld vroegtijdig grootschalige productiefaciliteiten
               te bouwen en voor te bereiden, nog voor bekend was of de kandidaatvaccins succesvol
               zouden zijn. Het gaat hier om een inkoop overeenkomst (advance purchase agreement)
               en niet om een onderzoekssubsidie voor R&D van vaccins.
            
Vraag 4
            
Kunt u toezeggen dat u gaat toezien op striktere toegankelijkheids-, betaalbaarheids-
               en transparantievoorwaarden bij het nieuwe EU-initiatief «HERA-incubator»?
            
Antwoord 4
            
Het onlangs gepresenteerde EU bioveiligheids paraatheidsprogramma – ook wel de HERA-incubator
               genoemd – heeft tot doel aangepaste of nieuwe vaccins te ontwikkelen tegen nieuwe
               varianten van het SARS-CoV-2 virus3. Het HERA-programma richt zich primair op de voorziening van vaccins in de EU-lidstaten.
               Nederland hecht aan toegankelijkheid, transparantie en betaalbaarheid van geneesmiddelen
               en vaccins en zal deze punten inbrengen in de Europese discussie, ook rondom de HERA-incubator.
            
Vraag 5
            
Denkt u dat het gunstiger was geweest voor de Nederlandse volksgezondheid en economie
               als, zoals de voormalig Minister voor Medische Zorg, de heer Van Rijn, toezegde, voorwaarden
               waren verbonden aan de deals met farmaceuten (bijvoorbeeld ten aanzien van de betaalbaarheid,
               beschikbaarheid en transparantie)?4
Antwoord 5
            
De toezegging die Minister van Rijn deed, was op het gebied van onderzoek. In de genoemde
               beantwoording van de Kamervragen geeft hij aan: «Ik waak over de publieke belangen
               zoals beschikbaarheid en betaalbaarheid van vaccins en vraag aandacht voor publieke
               waarborgen daar waar de overheid meebetaalt aan onderzoek.»
            
Zoals ook bij antwoord 3 toegelicht is: de overeenkomsten met de farmaceuten, zijn
               geen samenwerkingsprojecten op onderzoeksgebied, maar inkoopcontracten van vaccins.
            
Vraag 6
            
Welke voorwaarden uit de «Toolkit Maatschappelijk Verantwoord Licentiëren» van de
               Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) kunnen een bijdrage leveren
               aan de ambitie van de Europese Commissie om het coronavaccin een «truly unique, global
               public good» te maken?5
Antwoord 6
            
De MVL-toolkit levert concrete bouwstenen voor een licentieovereenkomst. Naast de
               gebruikelijke afspraken over rechten en plichten wordt daarbij expliciet aandacht
               besteed aan maatschappelijke doelstellingen, zoals de effectieve beschikbaarheid van
               producten en diensten. In de context van geneesmiddelen en medische technologie betekent
               dat bijvoorbeeld dat er aandacht kan zijn voor uiteenlopende zaken, bijvoorbeeld ontwikkeling
               in Nederland, normen op het gebied van transparantie en beschikbaarheid in lage- en
               middelinkomenslanden (onder meer bepalingen ten aanzien van «Access for Humanitarian Purposes».6)
            
Maar de MVL-toolkit is niet de enige manier om van een vaccin een wereldwijd toegankelijk
               product te maken. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld, als er geschikte beschikbare productiecapaciteit
               is, ook onderling afspraken maken over het delen van kennis en intellectuele eigendom
               en dit gebeurt reeds op grote schaal. Zoals toegelicht in antwoorden op uw eerdere
               Kamervragen over het bericht «EU still firmly opposed to lifting intellectual property
               rights on vaccines» (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1785) heeft ook GAVI, die als inkopende partner in de COVAX-alliantie steeds in gesprek
               is met de farmaceutische industrie, vooralsnog aangegeven met deze werkwijze verder
               te willen gaan.
            
Vraag 7
            
Denkt u dat aanscherping van de NFU-toolkit noodzakelijk is voor de betaalbaarheid,
               toegankelijkheid en transparantie met betrekking tot toekomstige Covid-19 technologieën
               die worden ontwikkeld met publieke financiering?
            
Antwoord 7
            
Daar zie ik momenteel geen aanleiding voor. De toolkit is recent geïntroduceerd en
               we zullen de komende tijd nauwgezet volgen wat de ervaringen zijn met het gebruik
               hiervan. Daarnaast gaan we ook binnenkort met de NFU in gesprek over transparantie,
               betaalbaarheid en toegankelijkheid in de toolkit. Conform de toezegging van de Minister
               van Medische Zorg en Sport aan uw Kamer zullen we op basis van de ervaringen kijken
               waar aanpassingen nodig zijn. Ook zullen we de toollkit internationaal onder te aandacht
               brengen.
            
Zoals ik in antwoord 6 aangeef, en eerder is toegelicht in de Kamerbrief over Maatschappelijk
               Verantwoord Licentiëren (Kamerstuk 29 477, nr. 689), bevat de toolkit modelbepalingen met toelichting, de bouwstenen. Naast de gebruikelijke afspraken
               over rechten en plichten is er daarbij aandacht voor maatschappelijke doelstellingen.
               Dat betekent bijvoorbeeld in de context van toekomstige Covid-19 technologieën dat
               er aandacht kan zijn voor betaalbaarheid, toegankelijkheid en transparantie. Iedere
               kennisinstelling die is aangesloten bij NFU en VSNU neemt de toolkit als startpunt
               bij licentieonderhandelingen. Die onderhandelingen zijn gericht op een concrete situatie:
               de gebruikte technologie, de markt en de juridische context. De toolkit ondersteunt
               de gesprekspartners bij het maken van keuzes. Zij kunnen ervoor kiezen om meer of
               minder bouwstenen uit de toolkit in de overeenkomst op te nemen. Bouwstenen kunnen
               in voorkomende gevallen ook worden bijgeschaafd. Er is dus ruimte voor maatwerk.
            
Vraag 8
            
Hoe heeft u uitvoering gegeven aan de motie-Ellemeet/Raemakers?7
Antwoord 8
            
Ik heb nog geen uitvoering gegeven aan de motie over de toolkit voor maatschappelijk
               verantwoord licentiëren die oproept om met de NFU in gesprek te gaan over aanscherping.
               De NFU heeft wel al aangegeven in de huidige context geen ruimte te zien om de toolkit
               aan te scherpen, anders dan op basis van ervaring die nu met de toolkit wordt opgedaan.
               De context zou veranderen wanneer er meer publiek geld komt voor academische geneesmiddelenontwikkeling
               zodat kennisinstellingen vanuit een sterkere situatie met het bedrijfsleven kunnen
               onderhandelen. Het is echter aan een volgend kabinet om daarover een besluit te nemen.
               De context kan ook veranderen als er in Europa een gelijk speelveld ontstaat rond
               maatschappelijk verantwoord licentiëren, maar dat is alleen op de wat langere termijn
               te realiseren. Samen met de Minister van OCW en de Staatssecretaris van EZK zal ik
               daartoe de toolkit onder de aandacht brengen van de Europese Commissie en EU-lidstaten,
               zoals toegezegd in de Kamerbrief terzake van december 2020.
            
Vraag 9
            
Bent u het achteraf gezien, en met betrekking tot bijvoorbeeld het AbbVie-voorbeeld,
               met de SOMO-onderzoekers eens dat het vertrouwen van het kabinet in de principes van
               maatschappelijk verantwoord licentieëren misplaatst is en dat deze principes dringend
               aan herziening toe zijn?
            
Antwoord 9
            
Nee, ik ben het niet met de SOMO-onderzoekers eens.
In het SOMO-artikel wordt ten onrechte gesuggereerd dat bij toepassing van de NFU
               Toolkit (bijvoorbeeld) een universiteit die voorwaarden stelt aan beschikbaarheid
               en prijs «daar zelf de rekening voor krijgt».
            
De door SOMO genoemde bepaling op pagina 41 bevat slechts een optionele korting op
               de licentievergoeding. Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 7 bevat de toolkit
               bouwstenen die een startpunt kunnen vormen voor licentieonderhandelingen. Gesprekspartners
               kunnen er zelf voor kiezen om meer of minder bouwstenen uit de toolkit in de overeenkomst
               op te nemen en bouwstenen kunnen in voorkomende gevallen ook worden bijgeschaafd.
               Er is dus ruimte voor maatwerk en het is aan partijen zelf om op basis van de concrete
               situatie (de gebruikte technologie, de markt en de juridische context) tot een overeenkomst
               te komen.
            
De inhoud van de licentieovereenkomst waaraan wordt gerefereerd wordt niet gedeeld
               in het artikel. Dit soort overeenkomsten zijn in de regel vertrouwelijk. Het is mij
               dan ook niet duidelijk hoe dan wel de onderzoekers, dan wel ikzelf, kunnen beoordelen
               dat de principes van MVL niet geborgd zijn in deze overeenkomst. Het is goed mogelijk
               dat de toolkit, of de principes, op termijn aan herziening toe zijn. Dit zal dan echter
               wel moeten gebeuren op basis van ervaring met de toepassing, zoals bijvoorbeeld in
               deze casus, en niet op basis van een ongefundeerd oordeel voordat de effecten van
               de principes en de toolkit getoetst zijn in de praktijk.
            
Vraag 10
            
Bent u het met de genoemde onderzoekers eens dat de geheimhouding van Advance Purchasing
               Agreements (APA’s) democratische controle ondermijnt en dat hierdoor het risico ontstaat
               dat het publieke vertrouwen in vaccins afneemt?
            
Antwoord 10
            
Geheimhouding staat altijd op gespannen voet met democratische controle. Echter, ik
               zie de door u genoemde relatie over geheimhouding van de Advance Purchasing Agreements
               en het publieke vertrouwen in vaccins niet. Bovendien is een deel van de Advance Purchasing
               Agreements door bedrijven wel openbaar gemaakt.
            
Vraag 11
            
Bent u voornemens om bij toekomstige onderhandelingen over medische producten tegen
               Covid-19 aan te dringen op het delen van het intellectueel eigendom en kennis om de
               producten te produceren?
            
Antwoord 11
            
Waar het puur gaat om het inkopen van medische producten, staat het beschikbaar krijgen
               van de medische producten voor de doelgroep waarover ik onderhandel voorop. In mijn
               inkooponderhandelingen is een betaalbare prijs en toegankelijkheid het uitgangspunt.
               Zoals bekend vragen wij de farmaceutische industrie bij hoge prijzen altijd om transparantie
               van hun prijsopbouw.
            
De achtergrond van uw vraag interpreteer ik zo dat Nederland voldoende oog moet hebben
               voor de beschikbaarheid van medische producten voor alle landen op de wereld en dat
               we ook bij onze inkoop hier bij producenten aandacht voor moeten vragen. Ik deel dat
               het noodzakelijk is dat dergelijke medische producten, waaronder vaccins, zo ruim
               mogelijk beschikbaar moeten zijn.
            
Ik denk dat er meer wegen zijn om tot die beschikbaarheid te komen, dan met het delen
               van intellectueel eigendom. Maar wij spreken zeker met de producenten van dergelijke
               producten over de beschikbaarheid van hun producten ook in andere delen van de wereld
               en daarbij spreken we ook over de mogelijkheden tot het delen van hun kennis.
            
Waar het gaat om investeringen in onderzoek, vindt het kabinet, zoals reeds aangegeven
               in het antwoord op vraag 2, maatschappelijk verantwoord licentiëren van met publieke
               investeringen ontwikkelde kennis belangrijk. Het kabinet moedigt daarom het gebruik
               aan van de MVL-toolkit, waaronder licentiebepalingen die beschikbaarheid en betaalbaarheid
               van Covid-19 producten kunnen bevorderen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.