Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over de onderbetaling van artiesten die in de media optreden
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de onderbetaling van artiesten die in de media optreden (ingezonden 7 april 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 11 mei 2021).
Vraag 1
Hoe staat het met de aangenomen motie Kwint c.s. die verzocht in overleg met de publieke
omroep te komen tot een afspraak te komen waarin artiesten gewoon fatsoenlijk betaald
worden voor hun diensten?1
Antwoord 1
Vooropgesteld staat dat de publieke omroep zelf over een (fatsoenlijke) betaling van
artiesten in programma’s gaat. Het is onwenselijk, vanwege zijn onafhankelijke positie,
dat de overheid de publieke omroep hiertoe verplicht. Op 17 februari 2021 is uw Kamer
per brief2 geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de motie Kwint c.s. Zoals in
deze brief is aangegeven is het verzoek geagendeerd voor bestuurlijk overleg met de
NPO. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met de omroepen en met de popcoalitie. Deze
gesprekken lopen momenteel nog. De Kamer zal voor het zomerreces op de hoogte worden
gebracht van de uitkomst van deze gesprekken.
Vraag 2
Klopt het – zoals Henk Westbroek schrijft in zijn column in Performers Magazine –
dat van iedere euro die de publieke omroep besteedt aan muziekprogramma’s, hiervan
5 cent naar de artiest gaat? Vindt u dit eerlijk? Kunt u dit toelichten?3
Antwoord 2
De NPO herkent zich niet in de uitspraak die de heer Westbroek in genoemde column
doet en volgens de NPO is de betreffende uitspraak ook niet eenvoudig te verifiëren.
Er zijn verschillende vormen waarin muziek in een programma gebruikt wordt en er zijn
ook verschillende vormen waarin artiesten in programma’s worden gebruikt. De omstandigheden
bepalen welke vergoeding voor welke situatie gepast is. Daardoor is een oordeel over
de generieke uitspraak van de heer Westbroek volgens de NPO niet mogelijk. Zoals ik
in mijn antwoord op vraag 1 heb aangegeven, lopen de gesprekken nog met de NPO en
de omroepen. Het is mijn inzet om daarbij te komen tot een eerlijke vergoeding voor
artiesten die door de landelijke publieke omroepen worden gebruikt in hun programma’s.
Vraag 3
Worden momenteel op alle publieke tv- en radiokanalen artiesten betaald wanneer ze
optreden? Zo ja, hoe hoog is deze vergoeding? Zo niet, waarom niet? Dat was toch met
de Kamer afgesproken?
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Herkent u de uitspraak van Westbroek dat na 1 juni alles weer wordt zoals het was
voor artiesten en dat zij niet langer betaald zullen krijgen voor hun optredens bij
de publieke omroep? Wat gaat u doen om dit te voorkomen? Bent u – indien nodig – bereid
om in gesprek te gaan met de landelijke en andere publieke omroepen teneinde te garanderen
dat de motie Kwint c.s. alsnog volledig wordt uitgevoerd?
Antwoord 4
De heer Westbroek refereert in zijn column aan de subsidie die de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap in het kader van het steunpakket voor de creatieve en culturele
sector aan de NPO heeft toegekend voor de uitvoering van het door de NPO opgestelde
Actieplan Cultuur. Met deze middelen worden culturele producties gefinancierd, waarmee
ook makers in de culturele sector worden ondersteund, dus niet alleen voor muziekprogramma’s
op tv. Uw Kamer is daarover per brief van 16 november 2020 geïnformeerd. De subsidiebeschikking
daarvoor is 31 maart jl. aan de NPO gestuurd. Het Actieplan Cultuur kent een beperkte
looptijd tot en met 30 juni 2021. De bijbehorende programmering vindt plaats uiterlijk
voor 31 december 2021. Het is mijn inzet om structurele afspraken over de vergoedingen
voor artiesten te maken met de publieke omroep. Zoals ik in de antwoorden hierboven
heb geschetst, ben ik nog met de NPO, omroepen en artiesten in gesprek over de uitvoering
van de motie Kwint c.s. en zal ik uw Kamer daar voor het zomerreces over infomeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.