Schriftelijke vragen : De fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen
Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Staatssecretaris van Financiën over de fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen (ingezonden 11 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Acht fouten in het bruto/netto werknemer/zzp-model
van Financiën. Toch ligt het straks op de formatietafel»?1
Vraag 2
Wat zijn de aannames onder de figuren 4, 5 en 6 en tabel 9 bij de nota naar aanleiding
van het verslag over het Belastingplan 2021?2
Vraag 3
Wat is op dit moment ongeveer het omslagpunt voor ondernemers om vanwege fiscale redenen
als IB-ondernemer te opereren in plaats van als directeur-grootaandeelhouder (DGA),
nog afgezien van andere gronden om daar tussen te kiezen?
Vraag 4
Kunt u per inkomensgroep van € 5.000 onder dat punt aangeven wat de gemiddelde en
marginale belastingdruk is? En hoe de gemiddelde en marginale belastingdruk in de
structurele situatie zal zijn?
Vraag 5
Kunt u daarbij in ieder geval rekening houden met het maximale bedrag dat een IB-ondernemer
voor zijn oudedagreserve mag aftrekken?
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de fiscale verschillen worden als rekening gehouden wordt met
wat er daadwerkelijk wordt afgetrokken voor pensioensparen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen?
Hoeveel IB-ondernemers maken bijvoorbeeld maximaal gebruik van de fiscale oudedagsreserve
(FOR)?
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de fiscale verschillen worden als ook rekening gehouden wordt
met het daadwerkelijke gebruik van ondernemersregelingen?
Vraag 8
Is het mogelijk om een vergelijking te maken van de fiscale behandeling voor een aantal
beroepen en sectoren waar zowel werknemers als zelfstandigen werken, waarbij rekening
wordt gehouden met beloningsverschillen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.