Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat het NFI de komende jaren minder onderzoeken kan doen door financiële tekorten
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat het NFI de komende jaren minder onderzoeken kan doen door financiële tekorten (ingezonden 16 april 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 11 mei 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2631.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het NFI de komende jaren minder onderzoeken
kan doen door financiële tekorten? Was u op de hoogte van deze financiële tekorten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het aantal onderzoeken naar explosieven bij het NFI de afgelopen vijf
jaar is verdubbeld; klopt het voorts dat het NFI daar geen extra budget voor heeft
gekregen? Zo ja, waarom heeft het NFI hier geen extra budget voor gekregen?
Antwoord 2
Het klopt dat het aantal onderzoeken naar explosieven ongeveer is verdubbeld, maar
dit is niet direct gekoppeld aan een geldstroom voor deze onderzoeken. Het NFI wordt
niet op basis van het aantal producten en/of per onderzoeksgebied gefinancierd, maar
ontvangt van mijn ministerie jaarlijks een vast bedrag waarmee alle forensische onderzoeken
bij het NFI ten behoeve van de strafrechtketen worden gefinancierd (lump sum financiering).
In een Service Level Agreement wordt in afstemming met OM en politie jaarlijks vastgelegd
hoeveel van ieder product geleverd wordt. Van sommige producten wordt de productie
van het ene jaar op het andere verhoogd, terwijl die van andere producten juist wordt
verlaagd.
Vraag 3
Klopt het dat het NFI de komende jaren minder onderzoeken kan uitvoeren voor politie
en OM, vanwege financiële tekorten? Zo ja, om hoeveel onderzoeken gaat het dan en
acht u dit wenselijk?
Antwoord 3
Het NFI heeft een jaarplan voor 2021 ingediend met een sluitende exploitatie ten opzichte
van de op mijn begroting beschikbare middelen en daarop gebaseerde financiële kaderstelling.
Het klopt echter dat het NFI de komende jaren minder onderzoeken uit kan voeren voor
politie en OM. Het NFI heeft vastgesteld dat in de afgelopen jaren tegen een te lage
kostprijs onderzoeken zijn geproduceerd, omdat er te weinig geld is besteed aan de
bedrijfsvoering: het onderhouden en vernieuwen van IT-systemen en het vervangen van
laboratoriumapparatuur. Voor de continuïteit van de organisatie is het essentieel
dat het NFI de kosten van onderhoud, vervanging en vernieuwing opneemt in haar kostprijzen.
De keerzijde van hogere kostprijzen is dat bij een gelijkblijvend lump sum budget
(ca. € 74 mln.) de productie in 2021 omlaag moet ter waarde van 1,6 tot 2,0 miljoen
euro. Om de daling van de productie te dempen is door mijn ministerie 1 miljoen euro
vrij gemaakt in 2021 (door een meevaller binnen het forensische domein in 2020) voor
forensisch onderzoek. Bij de besteding van dit extra geld zijn de behoeften van OM
en politie leidend. Hiermee wordt de aanvankelijke daling in productie teruggebracht
naar 0,6 tot 1,0 miljoen euro. Door de wijze van financieren (zie het antwoord op
vraag 2) is het niet mogelijk om dit geldbedrag uit te drukken in aantallen onderzoeken.
Ook in de komende jaren zal het nodig zijn om een hoger bedrag dan in de afgelopen
jaren te besteden aan de bedrijfsvoering. In het kader van de begrotingsvoorbereiding
wordt de precieze hoogte van deze bedragen nog vastgesteld. Dat zal duidelijk worden
in de begroting 2022 die uw Kamer op Prinsjesdag ontvangt.
Vraag 4
Klopt het dat het budget van het NFI ook nog eens met 5% gekort wordt, zoals door
de directeur van het NFI in het artikel wordt gezegd? Zo ja, hoe verhoudt zich dit
tot de aandacht die u wilt geven aan het terugdringen van (georganiseerde) misdaad?
Antwoord 4
Nee, het budget voor het NFI blijft de komende jaren gelijk. De algemeen directeur
van het NFI heeft gezegd dat hij verwacht dat het NFI in 2025 ca. 5% extra van het
lump sum budget moet reserveren voor de kosten van de informatietechnologie en laboratoriumapparatuur.
Zoals vermeld in antwoord 3 wordt de precieze hoogte van de bedragen nog vastgesteld.
Vraag 5 en 6
Waarom heeft het NFI geen extra geld gekregen voor het vervangen van apparatuur en
ICT? Erkent u dat de vervanging van apparatuur en ICT nu ten koste gaat van het aantal
onderzoeken dat het NFI kan uitvoeren? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid extra geld vrij te maken voor het NFI zodat het NFI meer onderzoeken
kan doen om de opsporing te ondersteunen in strafzaken, of in ieder geval niet mínder
onderzoeken hoeft te doen dan het de afgelopen jaren heeft gedaan? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5 en 6
Zoals uiteengezet in antwoord 3 gaan de noodzakelijke vervanging en het onderhoud
van apparatuur en ICT nu ten koste van het aantal onderzoeken dat het NFI uit kan
voeren, zij het dat daar door mij deels compensatie voor is gevonden door een extra
bijdrage. In antwoord 3 heb ik toegelicht hoe de daling van de productie in 2021 is
gedempt tot 0,6–1,0 mln. euro. Hier bovenop meer geld voor het NFI vrijmaken kan niet
zonder een verlaging van andere posten op de begroting van mijn ministerie. Binnen
de huidige begroting zie ik hiervoor geen vrije ruimte.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.