Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Helder over het bericht 'Klappen en stroomstoten: politiehonden bij training mishandeld'
Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Klappen en stroomstoten: politiehonden bij training mishandeld» (ingezonden 12 maart 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 10 mei 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2237.
Vraag 1
Kent u het bericht «Klappen en stroomstoten: politiehonden bij training mishandeld»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat bij particuliere verenigingen die verantwoordelijk zijn voor het trainen
van politiehonden, honden nog altijd worden mishandeld?
Antwoord 2
Ik heb kennisgenomen van de beelden uit het tv-programma Zembla waarop te zien is
dat een persoon tijdens het africhten en trainen van politiehonden dieronvriendelijke
methoden gebruikt. Ik benadruk dat het hier over het algemeen niet gaat over honden
die voor de politie bedoeld zijn en dat de benaming «politiehonden» hierbij verwarrend
kan zijn. De Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV) is een zelfstandige,
private vereniging die ruim 300 aangesloten verenigingen heeft. De leden van deze
verenigingen trainen honden om deze geschikt te maken voor de verkoop aan onder andere
overheidsdiensten in binnen- en buitenland. De Nederlandse politie is slechts een
van deze overheidsdiensten. De wijze waarop de KNPV omgaat met het aanpakken van eventuele
misstanden is een zelfstandige verantwoordelijkheid van de vereniging. Indien er voldoende
concrete aanwijzingen zijn om strafbare feiten aannemelijk te maken, kunnen de politie
en het Openbaar Ministerie (OM) een opsporingsonderzoek naar mogelijke dierenmishandeling
starten. Naar aanleiding van de uitzending van Zembla wordt momenteel door de politie,
in opdracht van het OM, bij één vereniging onderzocht of er aanknopingspunten zijn
voor een strafrechtelijk onderzoek.
Vraag 3
Klopt het dat het geen incidenten zijn en tevens dat veel KNPV-trainers nog steeds
geweld gebruiken bij het opleiden van de honden? Zo ja, waarom wordt hier niet tegen
opgetreden, aangezien dierenmishandeling een strafbaar feit is, iets dat u zelf ook
hebt erkend in de beantwoording van eerdere Kamervragen over hetzelfde onderwerp?2
Antwoord 3
Mede door het door u aangehaalde bericht is het bekend dat bij het opleiden van honden
door een aantal trainers grensoverschrijdende trainingsvormen worden toegepast. Dat
betreur ik ten zeerste.
De opleidingsterreinen bevinden zich om verschillende redenen over het algemeen op
besloten locaties. Onafhankelijke waarnemingen van de gebruikte omgangs- en trainingsvormen
zijn daardoor moeilijk te realiseren. Op basis van de data in de politieregistratiesystemen
is de omvang van het thema niet te duiden.
In de uitzending van het tv-programma Zembla werd beeldmateriaal getoond dat herleidbaar
is naar één vereniging. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 is in opdracht
van het OM een onderzoek ingesteld om te zien of voldoende aanknopingspunten bestaan
voor een strafrechtelijk onderzoek.
Meldingen over het gebruik van geweld bij de training van honden worden bij de politie
in behandeling genomen. Daar waar de gemelde feiten en omstandigheden voldoende aanwijzingen
bieden, wordt een politieonderzoek ingesteld. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het
binnen de politie aanwezige vakmanschap. Ieder basisteam binnen de politie is verbonden
met het netwerk van specialisten voor dierenmishandeling en dierenwelzijn. De voornoemde
meldingen worden met inzet van die expertise behandeld.
Zoals ik eerder in mijn beantwoording van schriftelijke vragen van 26 oktober 2020
reeds heb gemeld, heeft de politie naar aanleiding van de beelden in het tv-programma
«Undercover in Nederland» een strafrechtelijk onderzoek ingesteld.3 Dit onderzoek loopt nog.
Vraag 4
Waarom is er nog steeds geen sprake van goed toezicht, aangezien u in dezelfde beantwoording
het belang van een goed toezicht op de training van honden hebt onderschreven?
Antwoord 4
De verenigingen die aangesloten zijn bij de KNPV trainen volgens de KNPV-standaarden.
Het toezicht op de trainingspraktijk en de huisregels is als eerste aan de betreffende
vereniging en de KNPV. Waar nodig kan de politie een actieve toezichthoudende rol
kiezen. De noodzaak tot toezicht wordt duidelijk als de informatie daartoe aanleiding
geeft. De politie gaat alleen over tot toezicht, handhaving en onderzoek bij voldoende
gerichte informatie. De informatie die bij de politie bekend is, is tot op heden summier,
en heeft betrekking op slechts enkele van de ruim 300 bij de KNPV aangesloten verenigingen.
Er is dus geen reden om op grote schaal toezicht te houden.
Vraag 5
Waarom koopt de politie nog steeds honden die mishandeld zijn in weerwil van haar
eigen mededeling dat zij geen honden wil afnemen van africhters die niet in staat
zijn gebleken honden op een diervriendelijke wijze te trainen?
Antwoord 5
De politie wil geen honden afnemen van africhters die niet in staat zijn gebleken
honden op een diervriendelijke wijze te trainen. Bij de selectie van een geschikte
hond worden met individuele africhters afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd
in een koopcontract. Mocht blijken dat een africhter zich niet aan deze afspraken
houdt, dan wordt de relatie met deze africhter per direct verbroken. Verder wordt
onderzocht of het koopcontract kan worden aangevuld met een boeteclausule.
Tevens heb ik de politie gevraagd bij de aanschaf van honden meer aandacht te hebben
voor signalen waaruit blijkt dat de honden met dieronvriendelijke methoden zijn getraind
of afgericht.
Vraag 6
Deelt u de mening dat er sprake is van een structureel probleem en zelfs structurele
onwil om hier iets tegen te doen, daar dit onderwerp al vele jaren speelt en er nog
steeds sprake is van mishandeling van honden die desondanks door de politie worden
gekocht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De uitzending van het programma Zembla laat zien dat er nog steeds particulieren zijn
die tijdens het africhten en trainen van honden dieronvriendelijke methoden gebruiken.
Laat ik duidelijk zijn: iedere vorm van dierenmishandeling is er een teveel. De bij
mij bekende gegevens wekken echter niet de indruk dat het hier gaat om een structureel
probleem.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de politie door het wel afnemen van mishandelde honden, hiermee
medeplichtig is aan een strafbaar feit? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat
in ieder geval wel sprake is van het schenden van een op de politie rustende zorgplicht,
inhoudende dat zij zich vóór de aankoop moet vergewissen dat de betreffende honden
op een (wettelijk) toelaatbare wijze zijn getraind?
Antwoord 7
In reactie op eerdere Kamervragen heb ik u vorig jaar bericht dat de politie geen
honden meer afneemt van africhters die niet in staat zijn gebleken om honden op een
diervriendelijke wijze te trainen.4 De politie kijkt bij de aanschaf van een hond naar het gedrag en gaat zo goed als
mogelijk na of er aanwijzingen zijn dat een hond met dieronvriendelijke methoden is
getraind. Desondanks is dit helaas niet altijd op voorhand met 100 procent zekerheid
uit te sluiten. Indien de politie op basis van het gedrag vermoedt dat bij het africhten
en trainen geen diervriendelijke methoden zijn gebruikt, wordt de hond niet afgenomen.
Mocht de politie ontdekken dat een particulier waarvan honden worden gekocht de dieren
tijdens het africhten en trainen mishandelt, wordt de relatie met de betreffende particulier
direct beëindigd.
Vraag 8 en 9
Waarom wordt voor de politie een uitzondering gemaakt voor honden die al met stroomstoten
zijn getraind?
Waarom worden dergelijke honden niet afgekeurd met ingang van de datum waarop het
gebruik van stroomstoten is verboden en, na deugdelijke training, herplaatst? Zo nee,
deelt de mening dat de politie door het blijven gebruiken van deze honden haar voorbeeldfunctie
verzaakt, omdat de inzet van deze honden dus het gebruik van stroomstoten in stand
houdt?
Antwoord 8 en 9
Binnen de politie is thans nog een groep honden werkzaam die oorspronkelijk door particulieren
met een e-collar is afgericht en getraind. Het is niet altijd mogelijk deze zo opgeleide
honden in te zetten zonder het gebruik van die apparatuur. Onmiddellijke afkeuring
van deze groep honden zou direct een onaanvaardbaar operationeel probleem opleveren.
Om die reden worden honden die na verloop van tijd niet meer geschikt zijn op termijn
uitgefaseerd en vervangen door honden die wel initieel op een diervriendelijke manier
zijn afgericht en getraind. Die vervanging heeft tijd nodig. Daarnaast is de politie
bezig om het gebruik van de e-collar nog slechts bij wijze van ultimum remedium toe
te staan in gevallen waarin andere, minder ingrijpende trainingsmethoden niet het
gewenste resultaat hebben opgeleverd. Na het doorlopen van een ethisch afweegkader
kan kortstondig gebruik van de e-collar in dergelijke gevallen maken dat een hond
bij de politie langer inzetbaar blijft en niet direct hoeft te worden afgekeurd. De
politie maakt daarbij overigens van een aanzienlijk lagere stroomprikkel gebruik dan
in de uitzending van Zembla door de journalist werd ervaren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.