Schriftelijke vragen : De meest giftige pesticiden die nog op de Europese markt zijn toegelaten
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de meest giftige pesticiden die nog op de Europese markt zijn toegelaten (ingezonden 7 mei 2021).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de Europese Commissie in 2015 een lijst van 84 actieve stoffen
in landbouwgif heeft gepresenteerd waarvan bekend is dat ze (ten minste) twee van
de volgende eigenschappen hebben: slecht afbreekbaar (persistent), ophopend in het
milieu, planten, dieren of mensen (bioaccumulerend) en/of zeer giftig voor de mens?1, 2
Vraag 2
Hoeveel van deze meest giftige stoffen zijn sinds 2015 na de Europese herbeoordeling
van de markt gehaald en hoeveel zijn er dus nog toegelaten?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat Dichloordifenyltrichloorethaan (DDT) een voorbeeld is van een
stof die slecht afbreekt en zich ophoopt in het milieu en dat we daar momenteel –
vijftig jaar nadat het in Europa verboden werd – nog steeds de effecten zien, zoals
met de recente vondst van DDT in de eieren van grutto’s?3
Vraag 4
Deelt u de mening dat het onacceptabel is stoffen die slecht afbreken of zich ophopen
in het milieu, dieren of mensen ook vandaag de dag nog gebruikt mogen worden? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat lidstaten volgens de Europese verordening (EC) 1107/2009 geen
landbouwgif op basis van één van deze stoffen op de «lijst ter vervanging» toe mag
laten, tenzij het met een vergelijkende analyse (waarbij gekeken moet worden op welke
manier deze giftige stoffen vervangen kunnen worden in de landbouwpraktijk) heeft
aangetoond dat er landbouwkundig geen alternatief is?
Vraag 6
Heeft Nederland sinds de inwerkingtreding van de verordening (EU) 2015/408, zoals
voorgeschreven, bij alle aanvragen voor goedkeuring van landbouwgif met stoffen die
op de «lijst ter vervanging» staan een vergelijkende analyse uitgevoerd? Zo nee, waarom
niet en hoeveel van dergelijke analyses heeft Nederland sinds 2015 wel uitgevoerd?
Vraag 7
Hoeveel middelen zijn als gevolg daarvan niet toegelaten op de Nederlandse markt?
Vraag 8
Indien u niet alle middelen heeft verboden, kunt u uitleggen waarom u middelen met
stoffen die slecht afbreekbaar, ophopend in het milieu, planten, dieren of mensen
en/of zeer giftig voor de mens zijn, niet heeft verboden om de volksgezondheid, dierenwelzijn
en het milieu te beschermen?
Vraag 9
Heeft Nederland bij deze vergelijkende analyses ook gekeken naar niet-chemische alternatieven
en preventiemethodes, zoals verplicht onder de richtlijn (EC) 1107/2009?4
Vraag 10
Zijn opties als mechanische onkruidbestrijding, weerbare teeltsystemen (zoals strokenteelt)
en bloemrijke akkerranden ten behoeve van natuurlijk plaagbestrijding hierin ook meegenomen?
Zo nee, waarom vormde dit geen onderdeel van de analyses?
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat één van de stoffen op de «lijst ter vervanging» difenoconazool
is, dat niet alleen slecht afbreekbaar in het milieu is en zeer giftig voor mensen,
maar ook nog eens resistentie bij ziekmakende schimmels kan veroorzaken en dat de
Tweede Kamer al sinds 2014 van de markt af wil hebben?5
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat het Ctgb momenteel een vergelijkende analyse laat uitvoeren
voor difenoconazool? Kunt u bevestigen dat niet-chemische alternatieven en preventiemethodes
zoals alternatieve teeltsystemen hierin meegenomen worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Kunt u bevestigen dat uw Toekomstvisie gewasbescherming 2030 stelt: «in 2030 bestaat
de land- en tuinbouw in Nederland uit een duurzame productie met weerbare planten
en teeltsystemen, waardoor ziekten en plagen veel minder kansen krijgen en het gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen zo veel mogelijk kan worden voorkomen»?
Vraag 14
Deelt u het inzicht dat de omschakeling naar weerbare teeltsystemen om het gebruik
van de stoffen op de «lijst ter vervanging» zo snel mogelijk te stoppen dus goed binnen
uw toekomstvisie past?
Vraag 15
Deelt u de mening dat er in het licht van de biodiversiteitscrisis en ten behoeve
van de volksgezondheid zo snel mogelijk een verbod moet komen op alle soorten landbouwgif
met stoffen die op de Europese «lijst ter vervanging» staan? Deelt u de mening dat
zo’n verbod de transitie naar duurzame en weerbare teeltsystemen zal versnellen? Zo
ja, welke actie gaat u daartoe ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
L. Vestering, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.