Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht dat duizenden zorgmedewerkers de zorgbonus missen
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht dat duizenden zorgmedewerkers de zorgbonus missen (ingezonden 7 april 2021).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 7 mei 2021).
Vraag 1, 3 en 5
Wat vindt u ervan dat duizenden zorgmedewerkers die dachten de zorgbonus te ontvangen,
deze niet krijgen omdat werkgevers of opdrachtgevers hen geen zorgbonus toekennen?1
Hoe verklaart u dat duizenden zorgmedewerkers die wél aan de voorwaarden voldoen toch
niet in aanmerking komen voor een zorgbonus? Deelt u de mening dat dit zeer onrechtvaardig
is? Zo neen, waarom niet?
Gaat u ervoor zorgen dat die zorgmedewerkers die voldoen aan alle eisen uit de regeling
en waarvoor geen zorgbonus is aangevraagd, deze alsnog een zorgbonus krijgen over
2020 en 2021? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 1, 3 en 5
Het kabinet heeft met de subsidieregeling «bonus zorgprofessionals COVID-19» (hierna:
bonusregeling) haar waardering uitgesproken voor de enorme inzet die zorgprofessionals
tijdens de Covid-19-pandemie hebben laten zien. De bonusregeling komt voort uit de
aangenomen Kamermotie die spreekt over een blijk van waardering voor de zorgprofessionals
die in de periode van 1 maart 2020 tot 1 september 2020 een uitzonderlijke prestatie
hebben verricht in de strijd tegen Covid-19. In de motie wordt gesteld dat de waardering
voor die prestatie niet alleen met een welgemeend applaus, maar ook in financiële
zin moet worden geuit. De bonusregeling is de uitwerking daarvan.
Met de bonusregeling zijn de financiële middelen ter beschikking gesteld aan zorgaanbieders
voor het toekennen van een netto bonus van € 1.000. Deze bonus was bedoeld voor zorgmedewerkers
die in de periode 1 maart 2020 – 1 september 2020 een uitzonderlijke prestatie hebben
verricht in de strijd tegen COVID-19. Hoewel iedereen in de sector zorg en welzijn
belangrijk werk doet, is de bonus dus specifiek voor deze groep bedoeld. De bonusregeling
is een aanvulling op de reguliere beloningsmogelijkheden die elke zorgaanbieder als
werkgever in Nederland heeft conform de van toepassing zijnde cao’s. Zorgaanbieders
kunnen vanuit hun reguliere beloningsbeleid desgewenst aan uitzonderlijke prestaties
zelf een extra beloning verbinden.
Het was aan de zorgaanbieder om te beoordelen of werknemers voor de bonus die met
de bonusregeling ter beschikking is gesteld in aanmerking zouden komen. Het uitgangspunt
van de bonusregeling was dat zorgaanbieders alléén voor degenen zouden aanvragen waarop
de regeling was gericht. Dit uitgangspunt is bewust gekozen, omdat de werkgever het
beste zicht heeft op de prestaties van werknemers op de werkvloer. De rijksoverheid
kan overigens de bonus niet zelf uitkeren aan de zorgprofessionals.
Om zorgaanbieders bij deze beoordeling te ondersteunen is door het Ministerie van
VWS een handreiking opgesteld. Het wel of niet toekennen van de bonus behoorde tot
de beoordelingsruimte van de zorgaanbieder. Dit uiteraard binnen de randvoorwaarden
die in de bonusregeling zijn gesteld: er gold een maximum aan de verdiensten van de
medewerker van 2x modaal, de zorgprofessional heeft gewerkt in de periode van 1 maart
2020 tot 1 september 2020 en de werkzaamheden zijn in dienstverband dan wel in opdracht
van de zorgaanbieder verricht.
Van een opeisbaar recht op de bonus, indien aan de voorwaarden uit de bonusregeling
werd voldaan, is geen sprake. Er dient naar het oordeel van de zorgaanbieder ook sprake
te zijn van een uitzonderlijke prestatie in de zorg voor Covid-patiënten of de strijd
tegen Covid-19. De zorgaanbieder beoordeelt of dat het geval is; de zorgaanbieder
heeft immers zicht op de werkzaamheden van de zorgprofessional. Daarom is het niet
mogelijk dat de zorgverlener of zzp’er voor zichzelf een aanvraag voor de bonus indient,
deze kan immers niet objectief beoordelen of een uitzonderlijke prestatie is geleverd.
Daarbij dient de kanttekening gemaakt te worden dat het oordeel van de werknemer en
de werkgever kunnen verschillen. Indien deze situatie zich heeft voorgedaan, dan is
het aan de werknemer om met de zorgaanbieder hierover in gesprek te gaan en om een
toelichting te vragen. Dat neemt niet weg dat het niet ontvangen van de bonus, indien
deze situatie zich voor heeft gedaan, als een teleurstelling door de betreffende zorgprofessional
kan worden ervaren.
Vraag 2
Heeft u in beeld hoeveel zorgverleners onterecht geen bonus hebben gekregen? Zo nee,
bent u bereid dit in kaart te brengen?
Antwoord 2
Alle zorgprofessionals doen belangrijk werk. Ik spreek mijn waardering daarvoor uit.
Zeker in deze tijden. Echter, niet alle zorgprofessionals hebben een uitzonderlijke
prestatie geleverd in de strijd tegen COVID-19. Er is namelijk ook zorg- en dienstverlening
stil komen te liggen, of zorg heeft op aangepaste wijze doorgang gevonden. Voor deze
zorgprofessionals is de bonus niet bedoeld. Het was aan de werkgevers om daarin een
keuze te maken.
Bij het opstellen van de bonusregeling is ervan uit gegaan dat naar schatting 2/3
deel van de zorgprofessionals in de sector zorg en welzijn mogelijk een uitzonderlijke
prestatie heeft geleverd in de strijd tegen COVID-19. We zien dat er in de praktijk
in ruime mate subsidie is aangevraagd: zorgaanbieders hebben gemiddeld genomen voor
ca 88% van hun personeelsbestand een bonus aangevraagd. Op basis van CBS cijfers weten
we dat er in de periode maart-september 2020 1,37 miljoen werknemers werkzaam waren
in zorg en welzijn. Daarvan verdienen circa 1,3 miljoen werknemers minder dan 2x modaal,
een subsidievoorwaarde. Samen met het aantal derden van circa 0,1 miljoen gaat het
om circa 1,4 miljoen zorgprofessionals. Aan 1,144 miljoen van hen is een bonus uitgekeerd.
Dit betreft ruim 1,06 miljoen werknemers en bijna 84.000 derden (zzp’ers, uitzendkrachten
en ingehuurde schoonmakers). Dit betekent dat aan het merendeel van de zorgprofessionals
een bonus is toegekend.
Ik heb op basis van deze cijfers niet de indruk dat er op grote schaal medewerkers
zijn vergeten bij het toekennen van een bonus in verband met een uitzonderlijke prestatie
in de strijd tegen COVID-19.
Vraag 4
Bent u van mening dat u een te onduidelijke regeling heeft gepresenteerd waardoor
nu duizenden zorgmedewerkers geen zorgbonus krijgen? Wat gaat u doen om dit recht
te zetten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
De voorwaarden op grond waarvan door een zorgaanbieder een verzoek om subsidie voor
het toekennen van een bonus kon worden ingediend, zijn helder omschreven in de bonusregeling
en sinds de publicatie van de bonusregeling in september 2020 terug te lezen. Wij
horen dat de criteria helder zijn, op één punt na, namelijk dat de «uitzonderlijke
prestatie» ruim is gedefinieerd. Dit is bewust zo gedaan om zorgaanbieders ruimte
te bieden zelf in te schatten wie een bonus moet krijgen en wie niet. Alleen de zorgaanbieder
kan dit zoals bij mijn antwoord op vraag 1 en 3 reeds toegelicht beoordelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.