Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Alkaya en Leijten over onterecht verstuurde berekeningen Toeslagen
Vragen van de leden Alkaya en Leijten (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over onterecht verstuurde berekeningen Toeslagen (ingezonden 16 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
3 mei 2021).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de Belastingdienst opnieuw veel huishoudens de
stuipen op het lijf heeft gejaagd met het bericht dat zij, in sommige gevallen, tienduizend
euro aan toeslagen moeten terugbetalen, zelfs nog over het jaar 2014?1, 2
Antwoord 1
Het is hier erg misgegaan. Ik heb de betrokkenen inmiddels hiervoor excuses gemaakt.
Graag zal ik in antwoord op deze vraag een uitgebreide toelichting geven.
In de periode tussen 12 februari en 12 maart jl. hebben 224 toeslaggerechtigden ten
onrechte één of meer toeslagenbeschikkingen gekregen waarin staat dat zij geen recht
meer hebben op toeslagen, omdat zij geen verblijfstatus zouden hebben. De dagtekeningen
van deze in totaal 1.127 beschikkingen liggen tussen 4 maart en 24 april. Deze beschikkingen
varieerden flink met maximaal € 6.800 per beschikking en waren in totaal een bedrag
van € 2,4 mln. Naast deze formele beschikking vanuit Toeslagen werden ook terugvorderingsbeschikkingen
met acceptgiro’s eraan gestuurd. Gemiddeld was dat bij deze 224 toeslaggerechtigden
ruim € 11.000 per persoon of € 2.100 per beschikking. Deze burgers hebben wel een
verblijfstatus, maar wij hebben de gegevens van de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND) niet goed verwerkt. Van de 1.127 beschikkingen waren er inmiddels 3 betaald
met een totaal van € 461 dit wordt uiteraard zo spoedig mogelijk teruggestort.
Dagelijks ontvangt (en verwerkt) Toeslagen gegevens over de «verblijfsstatus» vanuit
de IND, in de periode 12 februari tot 12 april betrof dat 160.000 berichten. Op basis
van de verblijfstatus wordt het recht op en de hoogte van toeslagen bepaald. De IND
verstrekt zowel gegevens over de verblijfstatus in de actualiteit (het huidige toeslagjaar)
als mutaties over de verblijfstatus in het verleden (met terugwerkende kracht). Voor
een correcte afhandeling van mutaties met terugwerkende kracht was tot februari 2021
een handmatig proces ingericht. In februari 2021 is een aanpassing ingevoerd waarbij
dit handmatige proces is geautomatiseerd. Deze geautomatiseerde afhandeling, zo blijkt
nu, werkt niet in alle gevallen correct. Er was een ontwerpfout gemaakt waardoor wijzigingen
van de ingangsdatum van een verblijfstatus met terugwerkende kracht niet in alle gevallen
juist worden afgehandeld. De verblijfstatus werd daardoor onterecht geschoond waardoor
er ten onrechte sprake was van «niet rechtmatig verblijf» en daarmee onterecht geen
recht op toeslag zou zijn. Hierop is meteen actie ondernomen om dit te herstellen.
We hebben op de site een bericht geplaatst over de onterecht verstuurde brieven en
uitgelegd hoe wij de fout herstellen.3 Van de 224 toeslaggerechtigden waren er 28 die via het reguliere proces in maart
behandeld en hersteld waren. De situatie van de overige 196 toeslaggerechtigden waar
het om gaat is heel verschillend, daarom hebben we deze 196 toeslaggerechtigden in
3 groepen verdeeld. De eerste groep (64) betreft de berekening bij een definitieve
toekenning van toeslagjaren van 2014 tot en met 2019. Deze groep is hersteld, ze hebben
inmiddels een nieuwe beschikking gekregen, zowel in de berichtenbox als op papier.
De verkeerde verwerking heeft er ook voor gezorgd dat herzieningen van definitieve
beschikkingen voor de toeslagjaren 2014 en 2015 zijn ontstaan. 5 Jaar na afloop van
een berekeningsjaar mag een toeslag (in principe) niet meer herzien worden. Door deze
fout is dit toch gebeurd. Door de softwareaanpassing zal dit ook opgelost worden.
De tweede groep (ook 64) betreft voornamelijk de berekening van voorlopige toekenning
voor het jaar 2021 en ook enkele oude jaren. Ook deze groep is helemaal hersteld en
zij hebben op 20 april ook het juiste voorschot gekregen. De toeslaggerechtigden uit
groep 1 en 2 waarvan we het telefoonnummer hebben zijn gebeld. Zij hebben ook een
excuusbrief gekregen. De derde groep (68) betreft complexere situaties rondom onder
meer partnerschappen, verhuizingen en medebewoners. Deze situaties zijn inmiddels
ook onderzocht en zijn inmiddels behandeld en hersteld. Zij hebben inmiddels een telefoontje
gekregen en ontvangen een excuusbrief.
De ontwerpfout wordt zo spoedig mogelijk rechtgezet. Tot die tijd worden meldingen
van de IND die vergelijkbaar zijn met de groep van 224 «geparkeerd» zodat ze niet
de verkeerde behandeling krijgen.
Vraag 2
Waarom hebt u de Kamer niet van deze fout van de Belastingdienst op de hoogte gesteld?
Antwoord 2
Zelf ben ik op 7 april op de hoogte gesteld van deze verstoring. Ik heb toen eerst
gezorgd dat de mensen die hierdoor zijn geraakt op een juiste wijze worden geïnformeerd.
Het is niet gebruikelijk om de Kamer proactief in te lichten over alle verstoringen
die er plaatsvinden. Ik heb echter begrip voor uw informatiebehoefte om uw controlerende
taak goed uit te kunnen oefenen. In het vervolg zal ik dit nadrukkelijker meewegen.
Vraag 3
Hoeveel mensen hebben deze brief gekregen? Klopt het dat het om 200 huishoudens gaat?
Antwoord 3
Ja, zie hiervoor ook het antwoord op vraag 1 in totaal gaat het om 224 toeslaggerechtigden.
Vraag 4
Hebben alle onterecht verstuurde brieven te maken met foutief verwerkte gegevens van
de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)? Zo niet, wat zijn de andere oorzaken
voor de onterecht verstuurde brieven?
Antwoord 4
Ja, zie hiervoor het antwoord op vraag 1.
Vraag 5
Wat is er verkeerd gegaan met de gegevens van de IND waardoor mensen een onjuiste
brief hebben ontvangen? Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Antwoord 5
Zie hiervoor het antwoord op vraag 1.
Vraag 6
Hoe is het mogelijk dat er – zonder tussenkomst van de ontvangers van de toeslag –
gegevens van andere instanties zijn gebruikt? Kunt u dit uitleggen?
Antwoord 6
Op basis van de wet dient Toeslagen bij personen zonder EER-nationaliteit de verblijfsstatus
te weten om het recht op en de hoogte van toeslagen te kunnen vaststellen. Op basis
van de wet bestaat hiervoor een permanente reguliere informatiestroom vanuit de IND
via de Basisregistratie Personen.
Vraag 7 en 8
Is deze gang van zaken, namelijk dat mensen via een beschikking, zonder hun tussenkomst,
op de hoogte worden gesteld van het feit dat zij duizenden euro’s aan toeslagen uit
2014 moeten terugbetalen en vervolgens maar bezwaar moeten aantekenen als zij dit
anders zien, wel in lijn met de geldende regelgeving? Kunt u uw antwoord toelichten?
Indien het antwoord op de vorige vraag «ja» luidt, zou deze regelgeving dan niet moeten
worden aangepast? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 7 en 8
Ik betreur het zeer dat dit gebeurd is. Zie hiervoor ook de antwoorden op vraag 1.
Voor toeslagjaren vanaf 2021 is inmiddels de wet aangepast zodat een toeslaggerechtigde
eerst benaderd wordt bij definitieve beschikkingen van meer dan € 1.500. Zie hiervoor
de antwoorden op vragen 14 tot en met 17.
Vraag 9
Hadden degenen die deze brief hebben ontvangen al een definitieve beschikking van
de toeslagen?
Antwoord 9
Zie hiervoor ook de antwoorden op vraag 1. Er zijn inmiddels nieuwe definitieve beschikkingen
voor 2014–2019 verzonden waarmee de oorspronkelijke situatie hersteld is.
Vraag 10
Op welke data van de IND heeft de Belastingdienst zich gebaseerd?
Antwoord 10
Gegevens over de (ingangsdatum van de) verblijfstatus.
Vraag 11
Met welk doel zijn deze gegevens gedeeld met de Belastingdienst?
Antwoord 11
Zie hiervoor het antwoord op vraag 6.
Vraag 12
Welk deel hiervan heeft de brief terecht gekregen en welk deel onterecht?
Antwoord 12
In de periode 12 februari tot 12 april jl. zijn er 160.000 berichten van de IND die
betrekking hebben op de verblijfsstatus ontvangen en verwerkt. Dit leverde, naast
de 1.055 foute beschikkingen, circa 7.000 nieuwe of gewijzigde beschikkingen op. In
deze verwerking is dus 87% juist gegaan, 13% onjuist.
Ik wil hierbij benadrukken dat het grootste deel van de circa 7.000 terechte wijzigen
een positieve toekenningen of nabetaling van toeslagen betrof, dat was namelijk bij
89% van de beschikkingen het geval. Circa 1% betrof een terugvordering uit een oud
jaar en 10% een verlaging van het voorschot voor het toeslagjaar 2021.
Vraag 13
Hoeveel geld moet er in totaal worden terecht worden terugbetaald door degenen die
deze brief hebben gekregen? Wat is het gemiddelde bedrag per huishouden?
Antwoord 13
Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 1. Alle 1.127 beschikkingen waren fout en hoeven
dan uiteraard ook niet betaald te worden. Het totaal aan foutieve beschikking was
€ 2,4 mln, het gemiddelde bedrag ruim € 11.000.
Vraag 14, 15, 16 en 17
Klopt het dat er geen automatische processen meer zouden voorkomen die tot grote terugvorderingen
zouden leiden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Waarom is het toch opnieuw gebeurd dat er geautomatiseerd wordt teruggevorderd? Kunt
u dit uitleggen?
Wat gaat u er aan doen om te voorkomen dat dit opnieuw kan voorkomen?
Kunt u toezeggen dat er niet opnieuw automatisch brieven met terugvorderingen worden
verstuurd naar toeslagontvangers?
Antwoord 14, 15, 16 en 17
Jaarlijks verwerkt Toeslagen miljoenen mutaties waardoor het recht op en de hoogte
van de toeslagen kan wijzigen. Dit kan zijn door mutaties die toeslaggerechtigden
zelf invoeren, signalen vanuit externen (zoals van de IND) en vanuit de Belastingdienst/Toeslagen
zelf (zoals een gewijzigd inkomen). Dit zijn massale geautomatiseerde processen. De
Belastingdienst/Toeslagen spant zich in om al in de voorschotfase (hoge) terugvorderingen
zoveel mogelijk te voorkomen. Automatische processen kunnen helpen om in een vroegtijdig
stadium te signaleren dat (mogelijk) een hoge terugvordering ontstaat. Zo kan eerder
een signaal worden afgegeven aan burgers, zodat zij voorschotten kunnen aanpassen
om hoge terugvorderingen later te voorkomen.
Om de praktische rechtsbescherming voor burgers te verbeteren, in het bijzonder bij
hoge terugvorderingen, is in de Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen geregeld
dat burgers in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze te geven voordat definitieve
toekenningsbeschikkingen met een terugvordering van minimaal € 1.500,- vastgesteld
worden. Door de belanghebbende in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze in te
brengen, krijgt de Belastingdienst/Toeslagen belangrijke feiten en omstandigheden
in beeld die nodig zijn voor een zorgvuldige belangenafweging. Indien daar aanleiding
toe is, kan de terugvordering worden gematigd alvorens definitief te worden vastgesteld.
Met deze maatregel kan de evenredigheid van deze beschikkingen verbeterd worden en
kunnen mogelijk bezwaar en beroepsprocedures voorkomen worden. De maatregel gaat in
per toeslagjaar 2021.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.