Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Erkens en Aukje de Vries over het verplicht moeten tonen van een negatief testbewijs bij de grens tussen Nederland en Duitsland
Vragen van de leden Erkens en Aukje de Vries (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het verplicht moeten tonen van een negatief testbewijs bij de grens tussen Nederland en Duitsland (ingezonden 14 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
30 april 2021).
Vraag 1
Kent u het artikel «De kinderen van school halen net over de grens? Eerst een test
doen.»1 Wat vindt u daarvan?
Antwoord 1
Ja. Het artikel geeft een beeld van de situatie aan de Duitse grens, waar sinds 6 april
een testplicht geldt voor het inreizen vanuit Nederland naar Duitsland, ook voor grenswerkers
en -scholieren. Dit heeft een grote impact op het dagelijks leven van de inwoners
in de grensregio. Overigens zijn ouders die hun kinderen direct halen en brengen van
en naar school, door Noordrijn-Westfalen juist uitgezonderd van de testplicht.
Vraag 2
Deelt u de mening dat voor mensen die afhankelijk zijn van het regelmatig de grens
oversteken doordat hun kinderen over de grens op school zitten, hun baan of onderneming
zich daar bevindt, of omdat ze voor medische redenen de grens over moeten, dat nog
wel gewoon relatief eenvoudig mogelijk moet zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe
is dit nu geregeld? En hoe zou dit beter of makkelijker gemaakt kunnen worden?
Antwoord 2
Het kabinet deelt deze mening, en wil voor deze specifieke groepen daarom een testvoorziening
creëren. Hier wordt in de Kamerbrief waarbij deze beantwoording is gevoegd, op ingegaan.
Vraag 3
Tot wanneer geldt de eis om een testbewijs te overhandigen bij het oversteken van
de grens?
Antwoord 3
Voor de aanwijzing als hoogincidentiegebied, waaruit de eis voortvloeit, geldt als
belangrijkste criterium dat sprake is van een 7-daagse incidentie van boven de 200
nieuwe besmettingen per 100.000 inwoners. Eventuele afschaling van de maatregelen
door de autoriteiten naar de situatie van voor 6 april is onder andere afhankelijk
van de ontwikkeling van de incidentie in Nederland.
Vraag 4, 5 en 6
Welk overleg heeft er door Duitsland met Nederland over deze maatregel plaats gevonden?
In hoeverre en hoe is er rekening gehouden met de hiervoor genoemde grensproblematiek?
Op welke wijze is er door Duitsland afgestemd over de invoering van de eis om een
testbewijs te overhandigen?
Bent u bereid om op korte termijn de grensproblematiek te bespreken met uw collega’s
in Duitsland en te kijken welke praktische oplossingen er voor de genoemde grensproblematiek
mogelijk zijn, zeker indien dit langere tijd gaat duren? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
kunt u de Tweede Kamer daarover zo snel mogelijk informeren, en wanneer is dat mogelijk?
Antwoord 4, 5 en 6
In aanloop naar de bekendmaking van het besluit heeft frequent (ambtelijk en politiek)
contact plaatsgevonden tussen Nederland, de federale Duitse autoriteiten en de deelstaten
Noordrijn-Westafelen en Nedersaksen. Dit overleg was erop gericht om onduidelijkheden
weg te nemen en aandacht te vragen voor de effectiviteit en proportionaliteit van
de maatregelen in het algemeen en de positie van grenswerkers en andere groepen noodzakelijk
grensverkeer in het bijzonder. De federale regering heeft het besluit en de inwerkingtreding
ervan enkele dagen opgeschort, zodat er meer tijd was voor Nederland om een en ander
verder uit te zoeken.
Ook na het besluit is er nog regelmatig contact geweest, onder andere via de Cross
Border Corona Taskforce, om aandacht te vragen voor vragen en knelpunten uit de praktijk.
Daarnaast is er via en met de Benelux-landen contact geweest over de Duitse grensmaatregelen.
Voor meer uitzonderingen biedt de federale regelgeving echter geen ruimte. Wel is
in de implementatie van de federale regels door de deelstaten Noordrijn-Westfalen
en Nedersaksen meer ruimte gecreëerd voor noodzakelijk grensverkeer. In hun «Allgemeinverfügungen»
staat dat grenspendelaars (werknemers, scholieren, studenten en mensen die de grens
minstens 1 keer per week oversteken om voor familieleden te zorgen) minder vaak, maar
nog steeds een test van max. 72 uur oud (in plaats van 48 uur) moeten laten zien,
en dat zij deze test ook kunnen doen nádat ze de grens zijn gepasseerd, bijvoorbeeld
bij hun werkgever. Verder zijn zoals gezegd ouders die hun kinderen direct halen en
brengen van en naar school, door Noordrijn-Westfalen uitgezonderd van de testplicht.
Slechts in één lokaal geval kon voor een concreet gebied een ontheffing worden gecreëerd,
namelijk in het grensdorp Dinxperwick – een samensmelting van het Nederlandse Dinxperlo
(gemeente Aalten) en Duitse Suderwick (gemeente Bocholt).
Verder is in Duitsland de testcapaciteit uitgebreid en worden werkgevers in Duitsland
verplicht hun werknemers kosteloos tweemaal per week een test aan te bieden. Een en
ander biedt echter niet voor alle in Nederland woonachtige grenspendelaars een oplossing.
Voor inwoners van Nederland die voor werk, opleiding of zorg naar Duitsland moeten
en die tot nu toe zijn aangewezen op commerciële teststraten, heeft het kabinet daarom
besloten aan Nederlandse zijde een testvoorziening in te richten. De Kamer wordt hierover
nader geïnformeerd in de Kamerbrief waarbij deze beantwoording is gevoegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.