Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Graaf over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie en het bericht 'Koolmees: geen aparte steunregeling voor sekswerkers'
Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie en het bericht «Koolmees: geen aparte steunregeling voor sekswerkers» (ingezonden 30 maart 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 29 april 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Koolmees: geen aparte steunregeling voor sekswerkers»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
In hoeverre kunnen mensen in de prostitutie die tussen wal en schil vielen nu een
beroep op de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) doen? Kunt u hierbij
ook specifiek ingaan op mensen die werken middels opting-in?
Antwoord 2
Er zijn een aantal regelingen waar ook sekswerkers mogelijk aanspraak op kunnen maken
als zij aan de voorwaarden voldoen. Sekswerkers die als zelfstandig ondernemer werken
kunnen in aanmerking komen voor de Tozo, als hun huishoudinkomen onder het sociaal
minimum is gevallen, zij ingeschreven staan bij de KvK en ze rechtmatig in Nederland
verblijven.
Sekswerkers die in dienstverband werken met een arbeidscontract komen mogelijk in
aanmerking voor de WW. Hun werkgever zou ook mogelijkde NOW kunnen aanvragen. Voor
andere sekswerkers, zoals sekswerkers die onder de opting-in regeling vallen, of sekswerkers
uit andere EU-landen die niet als zzp’er werken en ook geen werknemer zijn, bestaat
de mogelijkheid om een bijstandsuitkering aan te vragen als zij aan de voorwaarden
voor algemene bijstand voldoen.
Daarnaast is er nu de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK). TONK is
bedoeld voor huishoudens die door de Coronamaatregelen te maken hebben met een forse
inkomensteruggang en daardoor de noodzakelijke (woon)kosten niet meer kunnen betalen.
TONK is geen inkomensregeling, maar kan naast eventuele aanspraken op andere regelingen
voorzien in een tegemoetkoming van deze noodzakelijke (woon)kosten. De precieze uitwerking
van de voorwaarden van TONK en de hoogte van de vergoeding worden lokaal bepaald,
Het kabinet heeft gemeenten verzocht de TONK ruimhartig toe te passen.
Mensen in de prostitutie kunnen, afhankelijk van de persoonlijke situatie en de lokale
uitwerking, gebruik maken van de TONK.
Vraag 3, 4 en 5
Hoe staat het met de uitvoering van de TONK? Heeft u ook de signalen gehoord dat er
grote verschillen bestaan tussen gemeenten voor mensen uit de prostitutie die steun
op basis van de TONK willen aanvragen? Dat in een aantal gemeenten mensen in de prostitutie
wel een beroep kunnen doen op de TONK, zoals in Deventer, maar in een aantal gemeenten
dit ook niet mogelijk is?
Bent u het ermee eens dat het niet zo kan zijn dat een gemeente mensen in de prostitutie
afwijst wanneer zij zich beroepen op de TONK?
Kunt u inzicht verschaffen in deze verschillen?
Antwoord 3, 4 en 5
Er zijn verschillen tussen gemeenten in de uitvoering van TONK. Dat is inherent aan
de keuze om, omwille van een snelle invoering, TONK te positioneren binnen het kader
van de bijzondere bijstand. Hierdoor is lokale beleidsvrijheid ten aanzien van de
wijze waarop naar inkomen en eventueel vermogen gekeken wordt en de hoogte van de
vergoedingen die worden toegekend.
Mensen in de prostitutie die voldoen aan de regels kunnen in aanmerking komen voor
TONK. Zie ook het antwoord op vraag 2. De aard van de werkzaamheden kan daarbij geen
reden zijn om een TONK-aanvraag af te wijzen. Hier zijn mij ook geen signalen van
bekend.
Vraag 6
Bent u bereid gemeenten er nogmaals op te wijzen dat de specifieke doelgroep van mensen
in de prostitutie een beroep zouden moeten kunnen doen op de TONK?
Antwoord 6
De Minister van SZW is doorlopend in gesprek met gemeenten over de voortgang en uitvoering
van TONK. Het daadwerkelijk bereiken van de mensen die het nodig hebben, waaronder
ook mensen in de prostitutie, is daarbij één van de aandachtspunten.
Vraag 7
Wanneer kan de Kamer de afdoening van de motie van de leden Bruins en Van der Graaf
over maatwerk voor mensen die de prostitutie verlaten tegemoet zien waarin is verzocht
in gesprek te gaan met VNG, Divosa en Valente om een werkwijze te ontwikkelen voor
en kennisdeling tussen (centrum)gemeenten over maatwerk voor huisvesting, begeleiding,
inkomen en arbeidsmarkttoeleiding voor mensen die noodgedwongen of vrijwillig de prostitutie
verlaten?2
Antwoord 7
Naar aanleiding van de motie van de leden Bruins en Van der Graaf is een onderzoek
uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden nog dit voorjaar met een beleidsreactie
aangeboden aan uw Kamer.
Vraag 8
Kunt u tot slot inzicht geven in de voortgang van de implementatie van de lessen die
uit de pilot slachtofferschap zijn voortgekomen, waar de Kamer bij brief van 1 juli
2020 over is geïnformeerd?3
Antwoord 8
In de brief van 18 november 2020 bent u geïnformeerd over de voortgang van het programma
Samen tegen mensenhandel4. In de bijlage van deze brief, getiteld «Programmaresultaten Samen tegen mensenhandel»,
is een overzicht opgenomen van de stand van zaken van alle projecten en trajecten
die in het kader van het programma zijn ondernomen. Hierin is ook opgenomen op welke
wijze de lessen uit de pilot geïmplementeerd worden bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven
en de IND (pagina 11). Er zijn geen actuele ontwikkelingen op dit vlak te melden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.