Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Romke de Jong, Tjeerd de Groot en Wuite over de steunmaatregelen voor de bruine vloot
Vragen van de leden Romke de Jong, Tjeerd de Groot en Wuite (allen D66) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de steunmaatregelen voor de bruine vloot (ingezonden 13 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 28 april
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «De zon straalt, maar de bruine vloot verkeert in zwaar
weer»? Wat vindt u van dit bericht?1
Antwoord 1
Ja. Het zijn moeilijke tijden en veel ondernemers hebben zwaar te lijden onder de
economische gevolgen van de coronacrisis.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de bruine vloot een enorm belangrijk stuk cultureel erfgoed
vertegenwoordigd dat bescherming behoeft?
Antwoord 2
Ja, de zeilende bruine vloot is een belangrijk onderdeel van onze cultuur als zeilende
natie.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de bruine vloot tot het einde van het
tweede kwartaal van dit jaar op de tegemoetkomen moet wachten? Bent u bereid om –
net zoals bij de overige steunregelingen – met voorschotten te werken?
Antwoord 3
De bruine vloot-ondernemers met hun historische zeilschepen zijn door de coronacrisis
in het hart getroffen. Het Kabinet heeft een generiek pakket aan maatregelen ontwikkeld
waar ook ondernemers met een bruine vloot-schip gebruik van kunnen maken.
Zowel de TOGS als de TVL lijken voor bruine vloot-schippers goed te passen.
Dit blijkt onder andere door dat sinds de start van de crisis in maart vorig jaar
ruim € 23 miljoen euro TOGS/TVL subsidie is toegekend aan bedrijven binnen de codes
waar deze ondernemers grotendeels toe behoren: 5010, 5030 en 9103.
Ik ben me ervan bewust dat naast bruine vloot-ondernemers ook andere ondernemers zoals
bijvoorbeeld met motorschepen en rondvaartboten tot deze codes behoren, maar dit geeft
wel een beeld van de hulp die deze regelingen bieden.
Dit neemt de problemen van deze ondernemers natuurlijk niet volledig weg, maar levert
wel een bijdrage aan de ondersteuning van deze ondernemers in het dragen van hun vaste
lasten op de korte termijn. Dit komt ook doordat de steun vanuit de TVL binnen enkele
weken na het doen van een aanvraag beschikbaar is. Het is niet mogelijk voorschotten
uit te betalen voorafgaand aan publicatie van een regeling omdat volgens de Algemene
wet bestuursrecht subsidies alleen op grond van een wettelijk voorschrift mogen worden
verstrekten. Indien er sprake is van staatssteun, is dit bovendien onrechtmatig.
Vraag 4
Indien er vertraging in het uitkeren van de beloofde 15 miljoen euro blijft, kunt
u garanderen dat dit niet zal leiden tot het verdwijnen van een deel van dit culturele
erfgoed? Zo nee, hoeveel schepen lopen volgens u het risico op faillissement door
de vertraging van de uitkering van deze regeling?
Antwoord 4
In de Kamerbrief van 17 februari jl. heb ik uw Kamer laten weten dat de Coronaregeling
bruine vloot niet eerder dan eind tweede kwartaal 2021 zal kunnen worden opengesteld
(Kamerstuk 35 420, nr. 231). De verwachting is nog steeds dat deze regeling in juni beschikbaar zal zijn voor
deze ondernemers.
Ondernemers kunnen ook gebruik maken van de TVL en andere maatregelen uit het steun-
en herstelpakket.
Vraag 5
Klopt het dat door te focussen op «zeilschepen, met een historisch/traditioneel uiterlijk,
die bedrijfsmatig worden geëxploiteerd ten behoeve van kleinschalige passagiersvaart
(chartervaart)» (Kamerstuk 35 420, nr. 231) en de SBI-codes 5010 of 5030, de ideële vaart wordt uitgesloten van de extra steunmaatregel?
Klopt het bovendien dat ander Varend Erfgoed, zoals stoomboten, hiermee ook buiten
de boot vallen?
Antwoord 5
De regeling zal zich richten op ondernemers met SBI-code 5010, 5030 en 9103 die bedrijfsmatig
zeilschepen van 50 jaar of ouder exploiteren voor het vervoeren van passagiers. Voor
ondernemers die andere activiteiten uitvoeren zoals het maken van tochten met een
stoomboot staat de TVL regeling open.
Vraag 6
Kunt u toelichten waarom gekozen is voor deze afbakening? Deelt u de mening dat of
een schip wel of niet een ideëel doeleinde heeft of een motor bevat, niet zoveel hoeft
te zeggen over de cultuurhistorische waarde van het schip?
Antwoord 6
Het doel van de regeling is om ondernemers die bedrijfsmatig een historisch zeilend
schip exploiteren te ondersteunen in de kosten voor onderhoud en herstel, zodat deze
schepen behouden blijven voor exploitatie. Deze regeling is niet bedoeld voor andere
doeleinden.
Vraag 7
Bent u bereid de huidige afbakening aan te passen zodat deze toereikend is in het
beschermen van Nederlands cultureel en historisch varend erfgoed tegen de effecten
van de coronacrisis? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, deze regeling wordt ontwikkeld om de commercieel zeilende historische vloot te
ondersteunen. Niet voor bredere steun aan al het varend erfgoed.
Vraag 8
Welke andere schepen die wellicht wel tot ons Varend Erfgoed behoren, maar niet onder
deze codes of beschrijving vallen, kunnen door deze afbakening geen aanspraak maken
op deze regeling?
Antwoord 8
Voor deze regeling zullen zeilende schepen van 50 jaar of ouder, die commercieel worden
geëxploiteerd in aanmerking komen. Als aanvullende eis zal worden gesteld dat deze
ondernemers geregistreerd staan onder code 5010, 5030 en 9103. Ondernemers die dezelfde
activiteiten uitvoeren maar een andere SBI-code hebben kunnen via een hardheidsclausule
in de regeling toegang krijgen tot deze regeling. Van deze regeling kan geen gebruik
worden gemaakt door ondernemers die een ander historisch schip exploiteren zoals bijvoorbeeld
stoomboten en motorboten. Voor deze ondernemers staat de TVL open.
Vraag 9
Klopt het dat u in uw brief van 17 februari 2021 stelde dat de verwachting was dat
er eind maart meer informatie beschikbaar zou zijn over de invulling van de regeling?
Kunt u toelichten waarom er vertraging is opgelopen in het invullen van de regeling
en wanneer deze alsnog verwacht kan worden?
Antwoord 9
Bij het ontwikkelen van de regeling hebben wij een passender manier gevonden die beter
aansluit bij de TVL en waarmee voorkomen wordt dat voor dezelfde kosten subsidie wordt
verstrekt. Dit heeft voor enige vertraging in de uitwerking van de regeling gezorgd,
de geplande datum van openstelling is hetzelfde gebleven.
Ik ben met de Europese Commissie in gesprek of de voorziene vormgeving van de regeling
past binnen de steunkaders voor cultuur en instandhouding van het erfgoed. Na een
positief advies van de commissie kan de regeling nader worden uitgewerkt, gepubliceerd
en zal de Kamer worden geïnformeerd, waarna de regeling, zoals aangekondigd in mijn
brief van 17 februari jl., eind tweede kwartaal kan worden opengesteld.
Vraag 10
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 10
We zullen deze antwoorden binnen de termijn aan de Kamer sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.