Schriftelijke vragen : Het bericht van een “veroordeelde stalker, neptherapeut, fraudeur en toch jeugdzorgdirecteur”
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht van een «veroordeelde stalker, neptherapeut, fraudeur en toch jeugdzorgdirecteur» (ingezonden 26 april 2021).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de jeugdzorgdirecteur en eigenaar van het door hem opgerichte
zorgbedrijf Compass GGZ sinds tien jaar kwetsbare kinderen en jongeren behandelt?1
Vraag 2
Kunt u ook bevestigen dat deze jeugdzorgdirecteur en eigenaar zich valselijk voor
psychotherapeut uitgeeft? Zo ja, sinds wanneer bent u hiervan op de hoogte?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat deze jeugdzorgdirecteur tevens door de rechter is veroordeeld
voor stalking en bedreiging met ernstige mishandeling?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat deze jeugdzorgdirecteur in zijn voormalige baan als bestuurder
van een detentiecentrum voor uitgeprocedeerde asielzoekers valsheid in geschrifte
heeft gepleegd en hiervoor eveneens is veroordeeld?
Vraag 5
Is het juist dat dit bedrijf in tien jaar tijd uitgroeide tot een organisatie die
actief is in meer dan 100 gemeenten met een omzet van bijna 5,3 miljoen euro in 2019?
Zo ja, is bij u bekend hoeveel winst dit bedrijf heeft gemaakt over de afgelopen tien
jaar?
Vraag 6
Is het juist dat de rekeningen die Compass GGZ aan gemeenten en verzekeraars stuurt,
niet onderbouwd zijn en dat bij sommige cliënten voor honderden uren aan zorg is gedeclareerd,
die nooit is geleverd?
Vraag 7
Zijn al deze facturen door gemeenten en verzekeraars betaald? Zo nee, waarom hebben
sommige gemeenten en verzekeraars dan niet betaald?
Vraag 8
Indien zij niet betaald hebben, omdat zij een niet pluis gevoel hadden c.q. de antecedenten
van betrokkene hadden achterhaald, waarom heeft dat bij de andere verzekeraars en
gemeenten geen «belletje doen rinkelen»?
Vraag 9
Indien gemeenten en zorgverzekeraars vanuit de hun ter beschikking staande informatie
of een niet pluis gevoel niet hebben betaald, hebben zij dan tevens het contract met
dit zorgbedrijf beëindigd? Zo nee, waarom waren er dan geen contractuele gevolgen?
Vraag 10
Aan welke eisen dient een (jeugd)zorgbedrijf precies te voldoen? Geldt daarvoor tevens
een toelating en zo ja, waaraan dient een dergelijk zorgbedrijf te voldoen en wie
oefent daarop de controle uit? Hoe is die controle bij dit zorgbedrijf precies gegaan
en wat was daarvan de uitkomst?
Vraag 11
Hoe controleren gemeenten en (jeugd)zorgverzekeraars, alvorens een contract te tekenen,
of het (jeugd)zorgbedrijf aan alle te stellen eisen voldoet?
Vraag 12
Wat vindt u ervan dat over de ruggen van kwetsbare kinderen en/of jongeren en de gezinnen
waarvan zij deel uit maken, die complexe zorg nodig hebben, facturen worden gedeclareerd
en betaald, voor zorg die in veel gevallen ook nog eens niet is geleverd?
Vraag 13
Hoe is het mogelijk dat deze jeugdzorgdirecteur zonder opleiding, mèt een strafblad
en onder valse titel zorg verleent aan kwetsbare kinderen en jongeren?
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat de raad van toezicht van dit zogenaamde zorgbedrijf in strijd
met de regels, niet is ingeschreven in het handelsregister en nooit formeel benoemd
is door een notaris?
Vraag 15
Klopt de informatie dat een ambtenaar van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
commissaris is bij dit bedrijf? Was deze nevenfunctie door de betrokken ambtenaar
bij het ministerie gemeld en zo ja, heeft het ministerie daartoe verlof verleend c.q.
daarmee ingestemd?
Vraag 16
Is hier tevens sprake van een betaalde en/of bezoldigde nevenfunctie en zo ja, om
welk bedrag aan vergoedingen gaat het hier? Zijn bij het betalen en ontvangen van
deze vergoedingen alle fiscale regels in acht genomen?
Vraag 17
Vindt u dat deze ambtenaar nog steeds commissaris kan zijn bij een dergelijk zorgbedrijf?
Zo ja, wilt u uw antwoord motiveren? Zo nee, wat betekent dat dan precies?
Vraag 18
Is het juist dat de jeugdzorgdirecteur, ondanks zijn eerdere rechterlijke veroordelingen,
een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) heeft gekregen? Zo ja, hoe kunt u dit verklaren?
Hoe beoordeelt u een dergelijke gang van zaken?
Vraag 19
Is de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd(IGJ) op de hoogte van de hierboven genoemde
misstanden? Zo ja, wanneer precies wist de IGJ dit en wat heeft zij met die wetenschap
wanneer precies gedaan? Welke maatregelen heeft zij toen op welk moment genomen om
hieraan een einde te maken?
Vraag 20
Indien de IGJ, nadat zij wist van deze misstanden, geen maatregelen heeft genomen,
welke verklaring heeft u dan daarvoor? Wat is daarover uw oordeel en wat betekent
dat voor de bestaande werkwijze van de IGJ?
Vraag 21
Indien de IGJ wel al langer op de hoogte was van deze misstanden, heeft zij daarover
dan tevens per ommegaande de gemeenten en zorgverzekeraars, die met dit zorgbedrijf
hadden gecontracteerd, geïnformeerd? Zo nee, waarom is dat niet direct gebeurd?
Vraag 22
Worden alle gemeenten en (jeugd)zorgverzekeraars voor een dergelijk malafide zorgbedrijf
en/of hun eigenaren/directeuren op de hoogte gesteld c.q. gewaarschuwd? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 23
Bestaat er een zwarte lijst van bewezen malafide (jeugd)zorgorganisaties en/of hun
eigenaren/directeuren bij de IGJ en zo ja, hoe kunnen gemeenten en zorgverzekeraars
van deze lijst kennisnemen? Kunnen cliënten en/of verzekerden eveneens van deze zware
lijst op de hoogte zijn? Zo nee, waarom niet? Hoe zal aan die bekendheid vorm en inhoud
worden gegeven?
Vraag 24
Kunt u het inspectierapport van de IGJ met het oordeel over het zorgbedrijf Compass
GGZ per ommegaande en vooruitlopend op de beantwoording van deze vragen naar de Kamer
sturen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 25
Behandelt de betreffende jeugdzorgdirecteur nog steeds zelf ook kwetsbare minderjarigen?
Zo ja, hoe is dat mogelijk? Wat is het oordeel van de IGJ daarover (geweest)?
Vraag 26
Welke maatregelen gaat u op welke termijn nemen om er voor te zorgen dat er per direct
een einde komt aan deze wanpraktijk? Welke rol speelt de IGJ daarin en welke bevoegdheden
heeft die daartoe?
Vraag 27
Zijn er bij u en/of de IGJ meerdere vergelijkbare misstanden of signalen bekend over
andere jeugdzorgaanbieders en/of hun eigenaren/directeuren? Zo ja, kunt u deze informatie
met de Kamer delen? Hoe is daarop per geval door u en de IGJ geacteerd?
Vraag 28
Deelt u ook de mening dat het toezicht en de controle hier schromelijk tekort zijn
geschoten? Welke verklaring heeft u hiervoor en wie of welke organisatie en/of functionaris
is daarvoor verantwoordelijk?
Vraag 29
Bij welke organisaties is op welke wijze vorm en inhoud gegeven aan het voorkomen
van dergelijke misstanden en andere gevallen van fraude? Functioneert een dergelijk
systeem voldoende efficiënt? Zo nee, welke stappen zullen daarvoor door u worden gezet?
Vraag 30
Welke maatregelen gaat u nemen om het toezicht en de controle op jeugdzorgorganisaties
te verbeteren om voortaan dergelijke misstanden te voorkomen?
Vraag 31
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kuiken (PvdA),
ingezonden 26 april 2021 (vraagnummer 2021Z07014).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.