Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Nederland raakt met landbouw-innovaties achter op China’.
Vragen van de leden Valstar en Van Campen (beiden VVD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Nederland raakt met landbouw-innovaties achter op China» (ingezonden 26 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Nederland raakt met landbouw-innovaties achter op China»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat Nederland, de op een na grootste voedselexporteur ter wereld,
verder achteropraakt op de Verenigde Staten en met de aanvraag van patenten op China?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat dat te wijten is aan verouderde Europese wet- en regelgeving
en de stroperigheid binnen Europa om dit aan te passen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Kunt u in een grafiek of tabel aangeven wat de ontwikkelingen zijn van het aanvragen
van CRISPR-Cas-patenten van Europa, China en de Verenigde Staten over de afgelopen
tien jaar?
Vraag 5
Wat is de stand van zaken van het onderzoek naar nieuwe biotechnologische technieken,
waaronder CRISPR-Cas, dat u noemt in antwoord op eerdere schriftelijke vragen en dat
mede op initiatief van Nederland door de Europese Commissie momenteel in opdracht
van de Europese Raad wordt uitgevoerd? Klopt het dat dit onderzoek uiterlijk 30 april
2021 gereed moet zijn? Zo ja, wat is het vervolgtraject en hoe snel kan dit leiden
tot versoepelingen voor het gebruik van nieuwe veredelingstechnieken?2
Vraag 6
Welke actie(s) heeft u ondernomen op de aangenomen motie van het lid Weverling (Kamerstuk
35 570 XIV, nr. 57), waarin u wordt verzocht om met een aantal gelijkgestemde landen op te trekken voor
herziening en versoepeling van de Europese regelgeving met betrekking tot biotechnologie
en veredeling?
Vraag 7
Wat is er na de uitspraak van het Europees Hof van juli 2018 door Europa ondernomen
om CRISPR-Cas voor planten uit te zonderen? Of kan gesteld worden dat er, buiten het
instellen van een onderzoek, al bijna drie jaar niets gebeurd is?
Vraag 8
Hoe kijkt u naar Noorwegen, dat al goed op weg is met deregulering van CRISPR-Cas
voor planten? Worden ervaringen uit landen als Noorwegen ook gebruikt als drukmiddel
richting Europa?
Vraag 9
Bent u bekend met het feit dat het de Noren door het toepassen van CRISPR-Cas op aardbeien
gelukt is om de genen uit te schakelen die vatbaar zijn voor grauwe schimmel? Klopt
het dat in Nederland aardbeien met dergelijke schimmels bestreden dienen te worden
met een combinatie van chemische en natuurlijke bestrijders? Welke techniek zou volgens
u de voorkeur moeten genieten?3
Vraag 10
Waarom is het tot op heden nog niet gelukt om ook binnen Europa een uitzondering te
bedingen voor CRISPR-Cas voor planten?
Vraag 11
Deelt u de mening van wetenschappers dat Europa met de beperkingen op het gebruik
van nieuwe veredelingstechnieken haar eigen Van boer tot bord-strategie ondermijnt?4
Vraag 12
Deelt u de mening dat versoepeling van de regels rondom genetische modificatie van
planten onderdeel moet zijn van de Van boer tot bord-strategie? Zo ja, hoe gaat u
hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Kunt u nader ingaan op de antwoorden op eerdere schriftelijke vragen waarin u aangeeft
dat «Nederland naar een aanpassing van de Europese regelgeving toe wil werken, zodat
nieuwe planveredelingstechnieken in de land- en tuinbouw effectief kunnen worden toegepast»?
Hoe geeft u hier concreet invulling aan en welke meetbare doelstellingen heeft u hieraan
verbonden?5
Vraag 14
Bent u het ermee eens dat, doordat genetische modificatie van planten in andere landen
al is toegelaten, reeds is vastgesteld dat het geen veiligheidsrisico’s met zich meebrengt
voor het milieu en derhalve ook in Nederland en Europa veilig toegepast zou moeten
kunnen worden?
Vraag 15
Deelt u de mening dat het ontzettend frustrerend is dat landen als Noorwegen, de Verenigde
Staten en China ongestoord kunnen innoveren en experimenteren met (nieuwe vormen van)
veredeling en Europa al drie jaar aan het studeren is, dat prachtige Nederlandse biotechnologiebedrijven
daarmee op achterstand komen te staan ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten
en dat dit een onwenselijke situatie is waar snel verandering in moet worden gebracht?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
P.J. Valstar, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Thom van Campen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.