Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Vestering over de noodzaak van een drastische vermindering van de stikstofuitstoot en de verwachting dat natuurherstelmaatregelen averechts werken
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de noodzaak van een drastische vermindering van de stikstofuitstoot en de verwachting dat natuurherstelmaatregelen averechts werken (ingezonden 15 april 2021).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
            26 april 2021).
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Ecologen: Zonder stikstofreductie geen natuurherstel»?1
Vraag 2
            
Beaamt u de conclusie van de ecologen dat hoe langer de stikstofuitstoot hoger dan
               de kritische depositiewaarde (KDW) is, hoe erger de natuur achteruitgaat? Zo nee,
               waar baseert u dit op?
            
Vraag 3
            
Deelt u het inzicht van de ecologen dat, in het belang van de natuur, de stikstofuitstoot
               in 2030 minimaal met 50% verminderd moet worden, en in 2035 met minimaal 70%, om verdere
               verslechtering van de staat van instandhouding te voorkomen? Zo ja, bent u voornemens
               om de stikstofdoelen in de Wet stikstofreductie en natuurverbetering aan te scherpen?
               Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 4
            
Heeft u zelf laten onderzoeken wat er ecologisch gezien nodig is om uit de stikstofcrisis
               te komen? Zo ja, kunt u de resultaten van dit onderzoek delen met de Kamer? Zo nee,
               waarom heeft u dit niet onderzocht?
            
Vraag 5
            
Hoeveel extra stikstof is er in de afgelopen jaren geaccumuleerd als gevolg van het
               Programma Aanpak Stikstof en wat is de ecologische schade die daarmee is aangericht?
            
Vraag 6
            
Beaamt u dat door de huidige accumulatie van stikstof, de natuur minder goed in staat
               is om verdere stikstofdepositie te verwerken en dat hierdoor de huidige KDWs niet
               zonder meer zijn toe te passen, omdat deze KDWs gebaseerd zijn op een gezond systeem?
            
Vraag 7
            
Heeft u laten onderzoeken wat de ecologische gevolgen zijn van blijvend hoge stikstofdepositie?
               Zo ja, kunt u de resultaten met de Kamer delen? Zo nee, hoe garandeert u dat nieuwe
               activiteiten die bijdragen aan de stikstofdepositie niet leiden tot verslechtering
               van de staat van de natuur, ook als de depositie op papier niet toeneemt?
            
Vraag 8
            
Deelt u het inzicht dat de beste natuurherstelmaatregel in de meeste gevallen het
               verminderen van de stikstofdepositie is?
            
Vraag 9
            
Beaamt u dat het verminderen van de stikstofuitstoot het meest effectief kan door
               het verminderen van het aantal dieren in de veehouderij?
            
Vraag 10
            
Deelt u het inzicht van ecologen dat veel natuurherstelmaatregelen niet effectief
               zijn als de stikstofdepositie niet drastisch vermindert? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Welke natuurherstelmaatregelen, zoals kappen, verwijderen van exoten, maaien en begrazen,
               zijn bewezen effectief in het voorkomen van verslechtering van de staat van de natuur,
               welke maatregelen zijn bewezen effectief in het herstellen van de natuur en welke
               maatregelen zijn niet bewezen effectief (graag uitgesplitst of een maatregel verslechtering
               van de natuur voorkomt of herstel van de natuur bewerkstelligt)? Kunt u het bewijs
               van de effectiviteit delen met de Kamer?
            
Vraag 12
            
Onderschrijft u dat sommige natuurherstelmaatregelen, zoals plaggen, baggeren en chopperen,
               bij een te hoge stikstofneerslag zelfs schade toebrengen aan de (droge) natuur? Zo
               nee, waarom niet? Hoeveel geld is er tot 2030 gereserveerd voor deze schadelijke activiteiten?
            
Vraag 13
            
Deelt u de mening dat activiteiten die de natuur verslechteren, niet gekwalificeerd
               moeten worden als natuurherstel- of beheermaatregel?
            
Vraag 14
            
Beaamt u dat natuurherstel- en beheermaatregelen die de staat van de natuur verslechteren
               onmiddellijk gestopt dienen te worden, omdat de natuur niet verder mag achteruitgaan
               volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 15
            
Bent u bereid om de schade door «natuurherstelmaatregelen» te herstellen? Zo ja, hoe
               gaat u dit aanpakken en hoeveel belastinggeld zal dit gaan kosten? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 16
            
Bent u bereid om waar nodig meetpunten toe te voegen aan het netwerk ecologische monitoring
               om inzicht te krijgen over de effecten van Natura 2000-beheerplannen en natuurherstel-
               en compensatiemaatregelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
            
Vraag 17
            
Klopt het dat er geen passende beoordeling gemaakt hoeft te worden voor natuurherstelmaatregelen,
               omdat ervan uitgegaan wordt dat het resultaat van de maatregelen per definitie positief
               is voor de natuur?
            
Vraag 18
            
Bent u bereid om, gezien het gegeven dat niet alle natuurherstelmaatregelen de natuur
               altijd verbeteren, het uitvoeren van een passende beoordeling ook voor natuurherstelmaatregelen
               verplicht te stellen? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 19
            
Bent u bereid om het Programma Natuur te herzien op basis van het nieuwe rapport van
               het Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten en op basis van het advies van de ecologen?
               Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer gaat u dit doen?2
Vraag 20
            
Kunt u deze vragen binnen de daarvoor gestelde termijn en per vraag beantwoorden?
Mededeling
            
De vragen van het lid Vestering (PvdD) over de noodzaak van een drastische vermindering
               van de stikstofuitstoot en de verwachting dat natuurherstelmaatregelen averechts werken
               (ingezonden op 15 april, kenmerk 2021Z06133) kunnen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden, omdat het
               meer tijd kost om de benodigde informatie in kaart te brengen voor een gedegen beantwoording.
            
Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.