Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Markuszower over het bericht 'Lagere straffen slijterij-moord'
Vragen van het lid Markuszower (PVV) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Lagere straffen slijterij-moord» (ingezonden 6 april 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 26 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het vonnis van het gerechtshof in deze zaak waarin staat dat niet
hogere maar juist lagere straffen beter bij een moord passen?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met de arresten van het gerechtshof Den Haag van 30 maart 2021 (ECLI:NL:GHDHA:2021:567
en ECLI:NL:GHDHA:2021:568). De verdachten in deze strafzaken zijn overigens vrijgesproken
van moord en (onder andere) veroordeeld voor het medeplegen van doodslag.
Vraag 2
Bent u bekend met het vonnis van het gerechtshof in deze zaak waarin staat dat er
lagere straffen zijn opgelegd omdat het OM en/of rechters hebben zitten slapen en
daardoor de zogenaamde redelijke termijn hebben overschreden?
Antwoord 2
Ik ben bekend met de overwegingen van het gerechtshof in bovengenoemde arresten. Het
gerechtshof overweegt dat de arresten in deze strafzaken niet binnen 16 maanden na
het instellen van het hoger beroep zijn gewezen en dat dit een overschrijding van
de redelijke termijn oplevert, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europese
Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM).
Overschrijding van de redelijke termijn in de fase van hoger beroep wordt in beginsel
gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd indien de redelijke
termijn niet zou zijn overschreden. Naast strafvermindering kan een overschrijding
van de redelijke termijn ook enkel de constatering daarvan inhouden.
De Hoge Raad heeft per arrest van 17 juni 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BD2578) uiteengezet
welke strafkorting door rechters kan worden toegepast indien de redelijke termijn
is overschreden. Bij een overschrijding van de redelijke termijn met minder dan zes
maanden wordt de op te leggen straf verminderd met vijf procent. Bij een overschrijding
tussen de zes en twaalf maanden wordt de op te leggen straf verminderd met tien procent.
Bij deze overschrijdingen bedraagt de vermindering in het geval van een gevangenisstraf
nooit meer dan zes maanden in totaal (zie rechtsoverweging 3.6.2). Bovendien wordt
geen strafvermindering toegepast bij straffen die lager zijn dan bepaalde in het arrest
genoemde drempels.
Het gerechtshof overweegt dat de geconstateerde overschrijding in deze twee specifieke
strafzaken ook daadwerkelijk matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Het hof heeft de uiteindelijk op te leggen gevangenisstraffen gematigd met vier en
zes maanden.
Vraag 3
Wat was de reden van overschrijding van de redelijke termijn in deze moordzaak?
Antwoord 3
Uit de arresten van het gerechtshof kan worden opgemaakt dat er geen bijzondere omstandigheden
waren voor het niet tijdig behandelen van deze strafzaken in hoger beroep. In zijn
algemeenheid wijst de Rechtspraak op de achterstanden van strafzaken die bij de gerechten
bestaan en dat de periode waarin de overschrijding van de redelijke termijn in de
onderhavige strafzaken heeft plaatsgevonden, samenviel met de destijds geldende beperkende
coronamaatregelen. Die coronamaatregelen hadden grote gevolgen voor de agendering
door de gerechten. De Rechtspraak loopt op dit moment de ontstane achterstanden in.
Uw Kamer is ingelicht over de manier waarop die achterstanden in de strafrechtketen
worden aangepakt.2 Zo worden bepaalde strafzaken enkelvoudig in plaats van meervoudig afgedaan en worden
gepensioneerde rechters ingezet om strafzittingen te doen. Door deze maatregelen wordt
de kans verkleind dat strafzaken te laat op zitting worden gepland en behandeld en
wordt de kans op overschrijding van de redelijke termijn dus ook verkleind.
Vraag 4
Kunt u aangeven wat volgens zowel het OM als de Rechtspraak passende straffen zijn
voor moord, het schieten met een vuurwapen en het medeplegen aan doodslag?
Antwoord 4
De officier van justitie en de rechters komen tot hun strafeis respectievelijk rechterlijk
oordeel omtrent de in de betreffende strafzaak passende straftoemeting na een waardering
van alle relevante omstandigheden, zoals de ernst van het strafbare feit, de omstandigheden
waaronder het strafbare feit is gepleegd en op grond van de persoon van de verdachte.
Voor het plegen van een moord is in de jaren 2012–2018 gemiddeld 14,4 jaren gevangenisstraf
opgelegd, voor doodslag gemiddeld 9,3 jaren.3
Vraag 5
In hoeveel zaken is er vanaf 2010 tot op heden sprake geweest van strafvermindering
voor de daders als gevolg van de overschrijding van de redelijke termijn, uitgesplitst
per delict? In hoeveel zaken ging het om ernstige gewelds- of zedendelicten? Bent
u bereid vanaf nu elk kwartaal dit overzicht met de Kamer te delen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
De Rechtspraak en het Openbaar Ministerie houden geen registratie bij van overschrijdingen
van de redelijke termijn en de gevolgen die daaraan in een specifieke strafzaak zijn
verbonden. Precieze gegevens over het aantal strafzaken waarin een overschrijding
van de redelijke termijn is vastgesteld kunnen pas na zeer tijdrovend onderzoek worden
verkregen, nadat alle strafzaken bij alle gerechten afzonderlijk zijn geanalyseerd.
Het delen van een kwartaaloverzicht met uw Kamer acht ik daarom niet opportuun. Ik
heb overigens geen reden te veronderstellen dat strafvermindering wegens overschrijding
van de redelijke termijn geregeld aan de orde is. De kosten van het opzetten en bijhouden
van een registratie daarvan wegen dan ook niet op tegen de baten daarvan.
Vraag 6
In hoeveel procent van het totale aantal strafzaken wordt er strafkorting opgelegd
als gevolg van overschrijding van de redelijke termijn?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Bent u ook van mening dat het een klap in het gezicht is van de slachtoffers en nabestaanden
als moordenaars «beloond» worden met een lagere straf omdat het OM en de rechters
lui zijn en liggen te slapen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik begrijp goed dat het voor slachtoffers en nabestaanden wrang is als
in een strafzaak een overschrijding van de redelijke termijn wordt geconstateerd en
verdachten als gevolg daarvan strafvermindering krijgen. Het Openbaar Ministerie en
de Rechtspraak leveren onverminderd grote inspanningen om met de bestaande capaciteit
en ondanks de beperkende coronamaatregelen de behandeling van strafzaken zo vlot mogelijk
te laten plaatsvinden en te voorkomen dat de redelijke termijn wordt overschreden.
Vraag 8
Bent u bereid een einde te maken aan het belonen van moordenaars, verkrachters en
andere gevaarlijke criminelen wegens traagheid bij het OM en de Rechtspraak? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 8
In die gevallen waarin een overschrijding van de redelijke termijn desondanks niet
vermeden kan worden, vloeit uit het EVRM voort dat de op te leggen straf kan worden
gematigd. In het antwoord op vraag 2 heb ik uiteengezet welke kaders de Hoge Raad
daarvoor hanteert.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.