Schriftelijke vragen : De miljoenenboete voor ABN AMRO en de wijze waarop deze is vastgesteld
Vragen van het lid Hammelburg (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de miljoenenboete voor ABN AMRO en de wijze waarop deze is vastgesteld (ingezonden 22 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Boete ABN Amro is onvoldoende transparant»?1
Vraag 2
Klopt het dat het deel van de transactie ter ontneming van wederrechtelijk verkregen
voordeel bij de schikking met de ING-bank 100 miljoen euro was en bij de schikking
met ABN AMRO 180 miljoen euro was, en dat de lengte van de periode waarin de tekortkomingen
zijn geconstateerd bij beide banken gelijk is?
Vraag 3
Kan uit dit verschil in hoogte van het bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen
voordeel tussen de ING-bank en ABN AMRO worden opgemaakt dat het voordeel bij ABN
AMRO groter was, en dat de structurele overtreding van de Wet ter voorkoming van witwassen
en financiering van terrorisme (Wwft) derhalve ook groter was? Zo nee, kunt u dan
toelichten hoe dit verschil wel geïnterpreteerd dient te worden? Zo ja, kunt u nader
toelichten waarom de hoogte van de geldboete bij de ING-bank zoveel hoger was?
Vraag 4
Kunt u toelichten wat wordt bedoeld door de Toetsingscommissie Hoge Transacties wanneer
zij zeggen dat het bedrag «aanvaardbaar» is?2
Vraag 5
Deelt u de mening dat het door het gebrek aan uniforme richtlijnen voor het vaststellen
van schikkingsbedragen onduidelijk is of diegene die de transactie betaalt er relatief
goed vanaf komt of juist relatief hard wordt bestraft? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
op welke wijze gaat u zorgen voor meer transparantie aangaande de bepaling van dergelijke
transacties?
Vraag 6
Kunt u nader toelichten op welke wijze het boetebedrag van 300 miljoen euro tot stand
is gekomen en hoe hierbij de diverse factoren, zoals draagkracht, hoeveelheid klanten
en de herhaaldelijke interne en externe waarschuwingen zijn gewogen?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat de Toetsingscommissie Hoge Transacties slechts een tijdelijke
constructie is?
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat de motie van de leden Van Nispen en Groothuizen over een rol
voor de rechter bij hoge en bijzondere transacties (Kamerstuk 35 000 VI, nr. 51) momenteel wordt uitgewerkt in een wettelijke regeling die voorziet in een open rechterlijke
toetsing van hoge en bijzondere transacties? Zo ja, op welke termijn mag deze regeling
worden verwacht?3
Vraag 9
Kunt u deze vragen apart beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.R. Hammelburg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.