Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Omtzigt, Peters, Lodders, Edgar Mulder, Van Weyenberg, Snels, Nijboer, Bruins, Van Raan, Azarkan, Van Haga, Van Otterloo, Leijten, Stoffer en Van Kooten-Arissen over het bericht dat de Belastingdienst de beslagvrije voet niet hanteert bij de verrekening van toeslagen
Vragen van de leden Omtzigt, Peters (beiden CDA), Lodders (VVD), Edgar Mulder (PVV), Van Weyenberg (D66), Snels (GroenLinks), Nijboer (PvdA), Bruins (ChristenUnie), Van Raan (PvdD), Azarkan (Denk), Van Haga (FvD), Van Otterloo (50PLUS), Leijten (SP), Stoffer (SGP) en Van Kooten-Arissen (Van Kooten-Arissen) aan de Staatssecretarissen van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat de Belastingdienst de beslagvrije voet niet hanteert bij de verrekening van toeslagen (ingezonden 10 maart 2021).
Mededeling van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane), mede
namens Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) en
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 22 april 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de brief van de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden
(LOSR) van 9 maart 2021 aan de Staatssecretaris van Financiën, belast met Toeslagen
en Douane, over het niet toepassen van de beslagvrije voet bij de verrekening van
toeslagen?1
Vraag 2
Klopt het dat wanneer een terugvordering van de huurtoeslag verrekend wordt met de
huurtoeslag, de Belastingdienst de beslagvrije voet niet toepast op dit moment?
Vraag 3
Klopt het dat iemand die een inkomen heeft van 1.300 euro (inclusief toeslagen, zoals
de huurtoeslag en de zorgtoeslag), een beslagvrije voet van 1.200 euro en bij wie
maandelijks 200 euro huurtoeslag wordt teruggevorderd via verrekening, dus effectief
1.100 euro inkomen op zijn of haar bankrekening krijgt en dat de Belastingdienst bij
deze verrekening de beslagvrije voet niet toepast?
Vraag 4
Klopt het dat op dit moment de Belastingdienst bij toeslagen wel de automatische verrekening
in 24 maanden toepast, maar geen dwangverrekening? Ofwel dat bij toeslagen en verrekening
de beslagvrije voet effectief een wassen neus is?
Vraag 5
Herinnert u zich dat in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel vereenvoudiging
beslagvrije voet het volgende stond: «Voorts wordt aan de limitatieve opsomming een
vordering tot periodieke betaling toegevoegd: een tegemoetkoming als bedoeld in artikel
2, eerste lid, onderdeel h, Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) (onderdeel
j), uitgezonderd de Kinderopvangtoeslag. Bij de bedoelde tegemoetkomingen gaat het
om de huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget. Ook bij beslag dan wel
verrekening met betrekking tot deze toeslagen dient de beslagvrije voet in acht te
worden genomen»?2
Vraag 6
Heeft u er kennis van genomen dat in de geciteerde passage het woord verrekening staat
en dat daaronder toch echt verstaan moet worden verrekening van een te hoog voorschot
in de huurtoeslag met de lopende huurtoeslag (en zorgtoeslag met de huidige zorgtoeslag
en kindgebonden budget met het huidige kindgebonden budget)?
Vraag 7
Herinnert u zich dat het hele traject van de vereenvoudiging van de beslagvrije voet
juist begonnen is met de rapporten van de Nationale ombudsman sinds 2012 over mensen
die bij verrekeningen van toeslagen in de problemen kwamen (zie het rapport van de
Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties)?3
Vraag 8
Wat vindt u van het feit dat we na acht jaar Kamervragen, wetsvoorstellen en verhalen
van mensen die in diepe ellende gestort zijn door terugvorderingen – denk aan het
kinderopvangtoeslagschandaal – nu moeten constateren dat de beslagvrije voet nog altijd
niet toegepast wordt bij verrekening?
Vraag 9
Op welk moment heeft de regering bepaald dat verrekening met een lopende toeslag –
dat toch echt de overgrote meerderheid van de gevallen betreft – niet onder deze wet
zou vallen en hoe heeft de regering dat aan de Kamer meegedeeld?
Vraag 10
Deelt u de mening van de sociaal raadslieden dat uit twee wetten, namelijk art. 475c,
eerste lid, onder j, van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering en art. 4:93,
vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), volgt dat de verrekening in maximaal
24 maanden gewoon onder de wet vereenvoudiging beslagvrije voet valt?
Vraag 11
Deelt u de mening dat de lagere regelgeving (namelijk artikel 7 van de Uitvoeringsregeling
Awir, die stelt: «De Belastingdienst/Toeslagen kan ambtshalve een betaling in termijnen
bewerkstelligen door middel van verrekening van de terugvordering met aan dezelfde
belanghebbende periodiek uit te betalen bedragen») feitelijk indruist tegen de hogere
wetgeving en dat dus deze verrekening niet kan plaatsvinden?
Vraag 12
Is de Staat, indien mensen door verrekening onder de beslagvrije voet terechtkomen,
aansprakelijk voor de vervolgschade omdat hij zich niet aan de wet houdt?
Vraag 13
Wat gaat u doen wanneer iemand uit zijn huis gezet wordt omdat hij door verrekening
onder de beslagvrije voet komt en de Belastingdienst de wet niet naleeft? Waar kan
zo’n persoon terecht voor onmiddellijk hulp (dus geen formulieren, bezwaren en beroepen)?
Vraag 14
Waarom maakt de Belastingdienst op de website onderscheid tussen verrekening en dwangverrekening:
«De beslagvrije voet berekenen we alleen bij zogeheten «dwangverrekening». Dus nadat
u bijvoorbeeld een aanmaning of een dwangbevel hebt gekregen»?
Vraag 15
Klopt het de Awb geen onderscheid kent tussen verrekening en dwangverrekening, al
was het alleen maar omdat de verrekening niet vrijwillig is, maar eenzijdig door de
Belastingdienst opgelegd wordt? Indien dat onderscheid in de Awb wel bestaat, kunt
u dan aangeven waar dat gemaakt wordt in de Awb?
Vraag 16
Krijgt een deurwaarder, indien deze bij de Belastingdienst opvraagt wat de huurtoeslag
is van een persoon die 350 euro toeslag krijgt en een verrekening van 200 euro zodat
hij effectief 150 euro per maand ontvangt, dan het bedrag van 350 euro of van 150
euro te horen? En baseert de deurwaarder de berekening van de beslagvrije voet dan
op 350 euro of op 150 euro huurtoeslag per maand?
Vraag 17
Bent u bereid om op zeer, zeer korte termijn in overleg te treden met zowel de Nationale
ombudsman als de sociaal raadslieden en binnen twee weken met een voorstel te komen
waardoor mensen niet door verrekening van toeslagen onder de beslagvrije voet kunnen
komen? Kunt u een gezamenlijk voorstel aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 18
Welke lessen heeft u nu geleerd van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag
en de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties om burgers in ieder geval recht
te laten houden op de beslagvrije voet?
Vraag 19
Geven de gemeentes op de juiste wijze invulling van de beslagvrije voet?
Vraag 20
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Mededeling
Tot mijn spijt moet ik u laten weten dat de vragen van het lid Lodders (VVD) aan de
Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Schuldenbeleid van Belastingdienst
onder vuur» (ingezonden 10 maart 2021), de vragen van de leden Omtzigt, Peters (beiden
CDA), Lodders (VVD), Edgar Mulder (PVV), Van Weyenberg (D66), Snels (GroenLinks),
Nijboer (PvdA), Bruins (ChristenUnie), Van Raan (PvdD), Azarkan (Denk), Van Haga (FvD),
Van Otterloo (50PLUS), Leijten (SP), Stoffer (SGP) en Van Kooten-Arissen (Van Kooten-Arissen)
aan de staatssecretarissen van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het bericht dat de Belastingdienst de beslagvrije voet niet hanteert bij de verrekening
van toeslagen (ingezonden 10 maart 2021) en de vragen van de leden Jasper van Dijk
en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de
staatssecretarissen van Financiën over falend schuldenbeleid van de Belastingdienst
(ingezonden 10 maart 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoordt kunnen
worden. Er wordt op dit moment onderzocht welke oplossing kan worden geboden voor
mensen die door verrekeningen onder het bestaansminimum terechtkomen, waarover de
staatssecretarissen van Financiën op 25 maart jl. hebben gesproken met de Nationale
ombudsman en de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden. Er is meer tijd nodig
voor het verzamelen van informatie en afstemming. Naar verwachting kan ik uw Kamer
binnen drie weken volledig informeren in de beantwoording van de door u gestelde vragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.