Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het bericht dat Nederland nog steeds een claimparadijs is voor brievenbusfirma’s
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat Nederland nog steeds een claimparadijs is voor brievenbusfirma’s (ingezonden 26 maart 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 21 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederland nog steeds claimparadijs»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat het merendeel van de 22 bedrijven die afgelopen jaar via een
Investor State Dispute Settlement (ISDS) clausule in een Nederlands investeringsakkoord een claim legde op een andere
staat, een brievenbusfirma blijkt te zijn?
Antwoord 2
Zaken worden aangespannen op basis van bestaande investeringsverdragen. Deze verdragen
kennen, zoals gebruikelijk in dergelijke verdragen, een brede definitie van het begrip
investeerder. Hierdoor heeft iedere in Nederland gevestigde rechtspersoon, die investeringen
in de zin van een dergelijk verdrag heeft gedaan, in de meeste gevallen toegang tot
Investor State Dispute Settlement (ISDS) in het geval van een geschil (over een dergelijke investering) met een derde
land waarmee Nederland een investeringsverdrag heeft afgesloten. Nederland heeft zich
gecommitteerd de bilaterale verdragen te heronderhandelen op basis van een grondig
gemoderniseerde inzet (de zogenaamde nieuwe «IBO-modeltekst») die in 2019 is aangenomen.
Naast verschillende andere vernieuwingen bevat deze modeltekst ook een bepaling waarmee
brievenbusmaatschappijen worden uitgesloten van bescherming aangezien het kabinet
het gebruik van Nederlandse investeringsakkoorden door brievenbusmaatschappijen onwenselijk
acht.
Vraag 3 en 4
Kunt u aangeven waarom de heronderhandeling van bestaande bilaterale investeringsakkoorden
op basis van de modeltekst, die strenger is ten opzichte van misbruik door brievenbusfirma’s,
volledig is stilgelegd vanwege de COVID-pandemie? Is het onmogelijk om voortgang te
boeken via digitaal contact? Zo ja, waarom?
Betekent het feit dat u de heronderhandeling van bestaande bilaterale investeringsakkoorden
heeft stilgelegd, dat tot dat de COVID-pandemie voorbij is door het kabinet geen enkele
stap wordt gezet om misbruik door brievenbusfirma’s aan te pakken, en dit misbruik
de komende jaren dus ongecontroleerd door kan gaan?
Antwoord 3 en 4
Internationale verdragsonderhandelingen zijn langdurige processen, ook zonder COVID-restricties.
Er moet over veel technische details zorgvuldig worden onderhandeld, afgestemd worden
met verschillende departementen zowel aan Nederlandse zijde als aan de zijde van de
verdragspartners en daarnaast zijn verdragspartners het niet altijd eens met Nederland
en de gemoderniseerde Nederlandse inzet.
Nederland heeft het onderhandelingsproces met 6 landen in meer of mindere mate gestart.
Het gaat om Ecuador, Argentinië, Burkina Faso, Turkije, Irak en de VAE. Nederland
heeft ook autorisatie van de Europese Commissie om onderhandelingen te starten met
Oeganda, Nigeria, Tanzania en Qatar.
Zoals ook eerder aangeven in het Schriftelijk Overleg van de informele videoconferentie
van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 2 maart 2021 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2294), liggen de (her-)onderhandelingen van bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten
(IBO’s) momenteel grotendeels stil in verband met de praktische beperkingen die gelden
ter bestrijding van de COVID-19 pandemie. Het gaat daarbij met name om de geldende
reisrestricties. Daarnaast worden de praktische mogelijkheden om voortgang te boeken
ook beperkt door de aanwijzing om niet met meerdere personen bijeen te komen en de
beperkte beschikbare personele capaciteit zowel aan Nederlandse zijde als die aan
de zijde van verdragspartners (die ook ingezet wordt voor het adresseren van acute
aan COVID gerelateerde handels- en investeringsvraagstukken). Het kabinet is gecommitteerd
aan de modernisering van de Nederlandse IBO’s en bekijkt de mogelijkheden om de (her-)onderhandelingen
zo snel mogelijk te hervatten.
Overigens heronderhandelt Nederland niet alle verdragen zelf, sommige verdragen worden
door de Europese Commissie namens de EU onderhandeld die dan de bestaande bilaterale
investeringsverdragen van Europese lidstaten met dat land vervangen. Voorbeelden zijn
de nieuwe Europese investeringsakkoorden met Vietnam, Canada (CETA) en Singapore en
de onderhandelingen daarover met o.a. Mexico.
Europese lidstaten mogen op grond van Verordening 1219/2012 alleen bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten
met derde landen sluiten dan wel heronderhandelen na toestemming van de Europese Commissie,
zolang er geen overeenkomst tussen de Europese Unie en dat derde land bestaat, en
de EU niet van plan is om met dat land te onderhandelen.
Nadat verdragen zijn (her-)onderhandeld dienen beide partijen deze nieuwe verdragen
te ratificeren voordat deze in werking kunnen treden. Aan Nederlandse zijde vereist
dit instemming van het parlement.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe het standpunt van het kabinet dat ISDS niet langer van deze tijd
is en vervangen dient te worden met Investment Court System (ICS), zich verhoudt tot het Energie Handvest, dat naast strijdig te zijn met het
Unierecht ook ouderwetse ISDS bevat? Bent u voornemens het initiatief te nemen om
het Energie Handvest op dit punt te herzien? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
termijn verwacht u hier voortgang op te kunnen boeken?
Antwoord 5
De modernisering van het Energiehandvestverdrag, waarbij ook de bepalingen inzake
investeringsbescherming zullen worden besproken, is in april 2020 van start gegaan.
Overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking, zoals vastgelegd in artikel 4,
lid 3 VEU, coördineren de EU en de aan de onderhandelingen deelnemende EU lidstaten
hun standpunten volledig en handelen zij dienovereenkomstig tijdens de onderhandelingen.
Op 15 juli 2019 zijn hiervoor de EU-onderhandelingsrichtsnoeren door de Raad Buitenlandse
Zaken aangenomen. Onderdeel van de EU-inzet bij de modernisering van het Energiehandsvestverdrag
is om het recht van overheden om in het publieke belang te reguleren te expliciteren,
verdere focus op de modernisering van investeringsbescherming en de geschillenbeslechtingprocedure,
waar onder het uitsluiten van brievenbusfirma’s, en aandacht voor energietransitie
en decarbonisatie in lijn met het Parijsakkoord.
De EU heeft ook een uitgewerkt EU-tekstvoorstel voor de onderhandeling ingediend bij
het ECT-secretariaat voor toezending aan de verdragsluitende partijen. De complete
tekst van de EU inzet en dit voorstel zijn uw Kamer toegegaan als bijlage van de brief
van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 16 november 2020 over de lopende
onderhandelingen van de modernisering van het Energiehandvestverdrag (Kamerstuk 32 813, nr. 619)
Vraag 6
Bestaan er, naast de bilaterale investeringsovereenkomsten waarvan het kabinet al
heeft aangegeven deze te willen heronderhandelen op basis van de modeltekst, nog andere
verdragen op basis waarvan in Nederland gevestigde brievenbusfirma’s claims kunnen
leggen op staten? Zo ja, welke, en welke acties bent u voornemens te ondernemen om
die verdragen te stoppen of te wijzigen?
Antwoord 6
ISDS-claims kunnen alleen ingediend worden op basis van een investeringsverdrag.
Wel bestaat de mogelijkheid voor (rechts-)personen, indien zij onder de Nederlandse
rechtsmacht ressorteren, om een klacht in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten
van de Mens wegens schending van het recht op het ongestoord genot van eigendom (art. 1
van Protocol 1 bij het EVRM), voor zover het eerst de nationale rechtsmiddelen heeft
uitgeput.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.