Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Beckerman over de enorme ambities van Vermillion
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de enorme ambities van Vermillion (ingezonden 31 maart 2021).
Antwoord van Minister Van ’t Wout (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 21 april
2021).
Vraag 1
Klopt het bericht dat Vermillion een winningsplan heeft ingediend bij het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat waarmee het 11,5 miljard kuub extra gas uit de grond
wil halen onder Burgum? Wat is uw reactie op dit enorme volume?1
Antwoord 1
Ja, het klopt dat Vermilion een winningsplan heeft ingediend voor het winnen van gas
uit de ondergrond onder het gebied waar Burgum ligt. In het winningsplan beschrijft
Vermilion alle mogelijkheden die zij nog zien ten aanzien van gaswinning in het gebied.
Dit is conform de wens van decentrale overheden die graag een overall beeld hebben
van de mogelijke ontwikkelingen in hun gebied. Het winningsplan zit nog in de eerste
fase van de procedure waarin ik advies vraag aan de wettelijk adviseurs. Pas daarna
maak ik mijn afweging over deze aanvraag. Het ontwerpinstemmingsbesluit zal mijn reactie
op het volume bevatten.
Vraag 2
Bent u het met mij eens dat een dergelijk winningsplan niet past in een transitie
naar duurzame energie? Welk gevolg zou dit hebben voor het behalen van het Klimaatakkoord?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Nee, dat ben ik niet met u eens. In de transitie naar duurzame energie moet Nederland
overstappen op duurzame energievormen. In de Nederlandse Klimaatwet is vastgelegd
dat we in 2030 49% minder broeikasgassen moeten uitstoten ten opzichte van 1990 en
in 2050 95% minder. Zolang er nog fossiele energie nodig is, geeft in Nederland geproduceerd
gas van alle fossiele energiebronnen de minste CO2-uitstoot. In 2020 heeft Nederland nog ruim 39 miljard kubieke meter aardgas verbruikt.
Dat komt overeen met meer dan 40% van het primaire energieverbruik. Aardgas is nu
en in de komende decennia nog nodig voor de productie van elektriciteit, de levering
van warmte aan de industrie, de gebouwde omgeving en de glastuinbouw en blijft noodzakelijk
als grondstof. In de brief van mijn voorganger aan de Tweede Kamer van 30 mei 2018
(Kamerstuk 33 529, nr. 469) over gaswinning uit de kleine velden en de energietransitie, legt het kabinet de
prioriteit bij een zo snel mogelijke overgang naar duurzame energie maar benadrukt
tevens het belang van de winning van aardgas. Mijn voorganger heeft dit laatstelijk
herbevestigd in de brief aan de Tweede Kamer van 30 maart 2020 (Kamerstuk 32 813, nr. 486).
Vraag 3
Wanneer neemt u het besluit over dit winningsplan? Op basis waarvan neemt u dit besluit?
Welke afwegingen neemt u daarin mee?
Antwoord 3
Conform het zorgvuldigheidsbeginsel vergaar ik eerst alle relevante feiten en belangen
om die vervolgens af te kunnen wegen in mijn besluit. Om die reden neem ik pas een
besluit over dit winningsplan nadat ik alle wettelijke adviseurs in de gelegenheid
heb gesteld om advies uit te brengen. Het ontwerpbesluit zal daarom nog minimaal twee
maanden op zich laten wachten.
Een instemmingsbesluit op een winningsplan wordt genomen op grond van het toetsingskader
zoals dat is opgenomen in artikel 36 van de Mijnbouwwet. De door mij te maken afwegingen
zijn kortweg; veiligheid voor omwonenden, schade aan gebouwen of infrastructuur of
de functionaliteit daarvan, planmatig gebruik van de ondergrond, en nadelige effecten
voor natuur en milieu.
Vraag 4
Bent u het met de gemeentes eens, dat deze plannen leiden tot verdere bodemdaling?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, komt er een fonds waaruit eventuele schade vergoed gaat
worden?
Antwoord 4
Gaswinning leidt tot bodemdaling. De mate waarin en de effecten die dat heeft op het
gebied zijn onderdeel van de afweging in het besluit tot instemming. Ik heb die afweging
nog niet gemaakt.
In het Burgerlijk Wetboek is vastgelegd dat mijnbouwbedrijven risicoaansprakelijk
zijn voor schade die ontstaat door bodemdaling als gevolg van mijnbouwactiviteiten.
In het geval dat de schade pas aan het licht komt na sluiting van het mijnbouwwerk,
is de laatste exploitant aansprakelijk. Bij een bedrijfsovername gaat de aansprakelijkheid
over naar de rechtsopvolger. Voor de mogelijkheid om vorderingen in te stellen voor
vergoeding van schade door bodembeweging als gevolg van mijnbouwactiviteiten is in
het Burgerlijk Wetboek een verjaringstermijn opgenomen van 30 jaar na beëindiging
van de schadeveroorzakende gebeurtenis. Voor het geval dat de exploitant van het mijnbouwwerk
of de rechtsopvolger betalingsproblemen heeft, failliet is verklaard of niet meer
bestaat, heeft de rijksoverheid een Waarborgfonds Mijnbouwschade opgericht. Dit fonds
is bedoeld als vangnet voor woningeigenaren die schade hebben door mijnbouw, maar
dit niet meer op de exploitant van het mijnbouwwerk of de rechtsopvolger meer kunnen
verhalen. Bij een verzoek tot schadevergoeding neemt de Minister van Economische Zaken
en Klimaat een besluit op basis van een onafhankelijk advies van de Technische Commissie
Bodembeweging.
Vraag 5
Is er een plan hoe omwonenden met schade door de bodemdaling gecompenseerd gaan worden?
Zo ja, wilt u dat delen met de Kamer? Zo nee, wanneer komt dat plan?
Antwoord 5
Zoals toegelicht bij het antwoord op vraag 4 zijn mijnbouwondernemingen risicoaansprakelijk
voor schade door bodemdaling als gevolg van gaswinning. Sinds 1 juli 2020 kunnen woningeigenaren
en kleine bedrijven die mogelijk schade hebben door bodemdaling als gevolg van gaswinning
dit melden bij de Commissie Mijnbouwschade. De Commissie Mijnbouwschade ontzorgt schademelders
door onafhankelijk onderzoek te doen naar de omvang van de schade en of de schade
veroorzaakt is door bodembeweging als gevolg de mijnbouwactiviteit. De Commissie Mijnbouwschade
neemt daarmee in feite de bewijslast over. Het advies van de Commissie Mijnbouwschade
is bindend voor mijnbouwondernemingen, maar niet voor schademelders. Dit betekent
dat het schademelders vrij staat om zich na een advies van de Commissie Mijnbouwschade
met een vordering tot schadevergoeding tot de burgerlijk rechter te wenden.
Vraag 6
Deelt u de mening dat wanneer deze plannen doorgaan, het bewijsvermoeden op zijn minst
ook hier moet gaan gelden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Ik vind het belangrijk dat mijnbouwschade op eenvoudige en laagdrempelige wijze kan
worden verhaald en dat de afhandeling van schade als rechtvaardig en bevredigend wordt
ervaren. Daarom heb ik een onafhankelijke Commissie Mijnbouwschade ingesteld, die
woningeigenaren en kleine bedrijven met mogelijke schade door bodembeweging als gevolg
van gaswinning ontzorgt. Ik ben geen voorstander van het invoeren van een wettelijk
bewijsvermoeden voor gaswinning uit kleine velden zoals de winning onder Burgum, omdat
dit een vergaande maatregel is die diep ingrijpt op de gewone regels van het aansprakelijkheids-
en schadevergoedingsrecht. Voor het invoeren van een dergelijke vergaande maatregel
is voldoende rechtvaardiging nodig. Voor Groningen is er sprake van voldoende rechtvaardiging
vanwege het grote aantal soortgelijke meldingen van fysieke schade aan gebouwen en
werken in korte tijd. Voor de rest van Nederland ontbreekt deze rechtvaardiging. Daarvoor
verschilt het schadebeeld te veel van dat in Groningen.
Vraag 7
Waarom zijn deze plannen tot nu toe niet openbaar geweest?
Antwoord 7
Conform de Mijnbouwwet en de destijds uitdrukkelijke wens van de Tweede Kamer, volg
ik bij de voorbereiding van een besluit over instemming met een winningsplan de Uniforme
openbare voorbereidingsprocedure zoals beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene
Wet Bestuursrecht. Op grond van die wet leg ik de aanvraag met alle daarop betrekking
hebbende stukken, zoals de ontvangen adviezen, ter inzage gelijktijdig met het ontwerpbesluit.
Deze werkwijze draagt eraan bij dat ik als bevoegd gezag voor mijnbouwvergunningen,
kan komen tot een zorgvuldige voorbereiding en besluitvorming waarin de feiten en
belangen objectief gewogen kunnen worden.
Vraag 8
Staat er in de plannen ook iets over fracking? Is u bekend of dit gaat plaatsvinden?
Antwoord 8
In het winningsplan beschrijft Vermilion alle mogelijkheden die zij nog zien ten aanzien
van gaswinning in het gebied. Fracking is een van de beschreven mogelijk toe te passen
technieken. Zoals in het voorgaande antwoorden beschreven, is hetgeen er wel of niet
kan plaatsvinden onderdeel van de afweging in het besluit tot instemming. Ik heb die
afweging nog niet gemaakt. Het is dan ook nog niet bekend of fracking zal gaan plaatsvinden.
Overigens hecht ik eraan te benadrukken dat het incidentele fracken als stimuleringstechniek
al sinds de jaren ’50 wordt toegepast in Nederland. Er zijn sindsdien bijna 350 fracks
gezet en uit onderzoek van Staatstoezicht op de Mijnen (2016) en TNO (2018) blijkt
dat de techniek veilig wordt uitgevoerd en er geen gevolgen voor natuur en milieu
bekend zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.