Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over de problemen met het nieuwe energielabel
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de problemen met het nieuwe energielabel (ingezonden 31 maart 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
20 april 2021).
Vraag 1
Kent u de uitzending van Radar over het nieuwe energielabel?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de kritiek dat de invoering van het nieuwe energielabel onzorgvuldig
was en er forse problemen zijn ontstaan in wachtlijsten en oplopende kosten? Kun u
op alle afzonderlijke kritiekpunten van de Vereniging Eigen Huis ingaan?
Antwoord 2
Aan de invoering van de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen,
NTA 8800, en het nieuwe energielabel op 1 januari 2021 is een zorgvuldig proces voorafgegaan
van meerdere jaren waarbij alle relevante marktpartijen betrokken zijn geweest en
waar meerdere malen breed over is gecommuniceerd. Ik deel dan ook niet de mening van
Vereniging Eigen Huis dat de invoering onzorgvuldig en te snel is geweest. Dat er
knelpunten zijn, heb ik erkend en heb ik met uw Kamer besproken in het vragenuur van
2 februari jl.
Ondanks alle voorbereidingen en communicatie is het aantal vakbekwame adviseurs achtergebleven
op de verwachting die er vanuit de sector in zomer van 2020 was. Ik heb de markt de
afgelopen jaren zoveel als mogelijk duidelijkheid over de inwerkingtreding op 1 januari
2021 gegeven. Echter er werd veel onzekerheid in de markt ervaren omtrent de inwerkingtredingsdatum
van het nieuwe energielabel door het politieke debat en onder meer het amendement
over het digitaal aanvragen van het energielabel. Daarnaast hebben door de corona
lockdown in de periode van 16 december 2020 tot 1 maart 2021 minder examens plaats
gevonden dan eerder gepland. Daardoor is er – ondanks de eind 2020 ingevoerde overgangsregeling,
die zag op de vakbekwaamheid voor energieadviseurs en het aanbieden van online thuisexaminering
– nu een krapte aan adviseurs, wat we terugzien in hogere prijzen en langere doorlooptijden.
Om die reden heb ik begin februari extra maatregelen genomen. De overgangsregeling
is uitgebreid, fysieke examens konden weer doorgang gaan vinden en de handhaving van
de «advertentieplicht» is opgeschort.2 Dit laatste geeft de verkopende partij extra tijd om gedurende het verkoopproces
het energielabel aan te vragen voor het moment van transactie. Ik heb begrepen dat
dit de gewenste ruimte oplevert. Het blijft hierbij echter wel belangrijk dat de energieadviseur
vroeg in het verkoopproces ingeschakeld wordt. Dit kan via www.centraalregistertechniek.nl/epadviseur of door gebruik te maken van vergelijkingsplatforms als www.woninglabel.nl en vanaf 1 mei a.s. www.energielabelvoormijnhuis.nl.
Vraag 3
Waar was de aanname op gebaseerd dat er voldoende adviseurs beschikbaar waren?
Antwoord 3
In de zomer van 2020 was de verwachting van de sector dat er eind 2020 voldoende adviseurs
beschikbaar zouden zijn, op basis van de groep voormalige adviseurs, nieuwe intreders
en de capaciteit van opleiders en exameninstituten.3 In het antwoord op vraag 2 heb ik toegelicht dat het aantal adviseurs achter is gebleven
op de verwachting en waarom dit zo is.
In mijn brief van 20 april jongstleden zet ik uiteen dat door de vele registraties
in 2020 de vraag naar energielabels sinds begin dit jaar nog niet op «normaal niveau»
ligt (het aantal registraties van energieprestatieberekeningen dat te verwachten is
op basis van cijfers uit voorgaande jaren, aantallen woningtransacties en nieuwbouwproductie).
Per 1 april waren er in totaal 900 energieadviseurs beschikbaar en dit kunnen er potentieel
meer dan 1.700 worden, op basis van het aantal mensen dat actief is om hun vakbekwaamheid
te behalen. De opleidingsinstituten constateren daarnaast een toenemende interesse
voor de opleiding tot energieadviseurs, dit is een positieve ontwikkeling. Hiermee
zal het aantal adviseurs de komende tijd blijven toenemen en zal dit voldoende moeten
zijn om de vraag aan te kunnen voldoen wanneer deze op «normaal niveau» komt te liggen.
Vraag 4
Waar was de aanname op gebaseerd dat het nieuwe energielabel voor een gemiddelde rijtjeswoning
190 euro zou kosten? Welke precieze adviezen en berekeningen van welke datum liggen
hieraan ten grondslag?
Antwoord 4
Om een indicatie te geven van de te verwachten kosten heb ik uw Kamer in 2020 geïnformeerd
over de uitkomsten van het SIRA onderzoek (2019)4, in dit onderzoek worden de kosten voor een eengezinswoning geschat rond de 190 euro
en voor een appartement rond de 100 euro. Het is aan de markt om de uiteindelijke
prijs van het energielabel te bepalen. Dit is afhankelijk van verschillende factoren
waaronder de reistijd, het type woning, beschikbare documenten over de woning en de
tijd die een energieadviseur nodig heeft om alle kenmerken van de woning op te nemen.
Naast de genoemde factoren is marktwerking een ander belangrijk aspect voor de uiteindelijke
prijs. Voor een goede concurrentie in de markt, moet er een goed evenwicht bestaan
tussen vraag en aanbod. Ik verwacht dat de komende maanden vraag en aanbod meer in
evenwicht zal komen. Bovendien zal ik in gesprek blijven met de markt om waar mogelijk
de prijs te drukken.
Vraag 5
Heeft de branchevereniging van energieadviseurs (FedEC) eerder kenbaar gemaakt dat
de gemiddelde kosten voor een consument hoger zouden zijn dan de 190 euro? Op welke
momenten is uw ministerie hierover geïnformeerd?
Antwoord 5
FedEC heeft mijn departement er altijd over geïnformeerd dat ze een gemiddelde prijs
verwachtten van 190 euro. Woninglabel.nl heeft eind maart hun bevindingen met BZK
gedeeld, hierbij gaat het om een gemeten gemiddelde van 256 euro in februari voor
een energielabel voor consumenten/particulieren.
Aan uw Kamer heb ik een monitoringsstudie toegezegd om een goed beeld te krijgen van
de prijzen van alle energielabels (naast particulier bezit ook bijv. corporaties,
en naast woningbouw ook utiliteitsbouw) en de ontwikkeling daarvan, over de eindconclusies
informeer ik uw Kamer in de tweede helft van 2021.
Vraag 6
Herinnert u zich dat het goed opmeten van een woning een belangrijke reden voor u
was om verplicht te stellen dat een gecertificeerde adviseur de metingen verricht?
Wat vindt u ervan dat de gecertificeerde adviseurs meetgegevens van funda en van vergelijkbare
woningen hergebruiken?
Antwoord 6
Het goed opmeten van de geometrie van een woning is belangrijk omdat een kleine afwijking
al veel impact heeft op de resultaten van de energieprestatieberekening in kWh/m2 per jaar. Dit is het resultaat van onderzoek van DGMR en MetrixLab (2019), al bij
een afwijking van 15% in het opmeten van de gebruiksoppervlakte wijkt 31% tot 56%
van de energielabels één labelklasse af.
Voor een opname van een woning mag een energieadviseur gebruik maken van (bouw)tekeningen
en gegevens van installaties, al dan niet verstrekt door de opdrachtgever. In de beoordelingsrichtlijn
(BRL 9500-W) staat daarbij in 4.3.3 de verplichting opgenomen dat deze vooraf verzamelde
gegevens ter plaatse gecontroleerd moeten worden. Dit is de verantwoordelijkheid van
de energieadviseur.
«De opname wordt uitgevoerd volgens hoofdstuk 6 van ISSO 82.1. Een EP-W adviseur verzamelt
de benodigde gegevens van de woning of het woongebouw door waarneming in het opgeleverde
of bestaande gebouw.
Naast de waarneming in het gebouw mag de EP-W adviseur ook gebruik maken van tekeningen,
installatieschema’s en andere informatiebronnen zoals beschreven in ISSO 82.1. Een
EP-W adviseur die gebruik maakt van tekeningen, installatieschema’s of andere informatiebronnen
moet altijd ter plaatse in de betreffende woning, respectievelijk het betreffende
woongebouw, nagaan of deze informatie correct is.»
Ik kan niet oordelen of de adviseurs uit de Radar uitzending het opnameprotocol hierin
gevolgd hebben, dat zal blijken uit een extra controle audit die voor deze woningen
wordt uitgevoerd door de certificerende instelling. Ik zal uw Kamer voor de zomer
over de uitkomsten informeren.
Het kwaliteitsborgingssysteem zit zo in elkaar dat bij constatering van een kritieke
afwijking (BRL 9500-W 7.2.6.2) de fout hersteld moet worden en het energieprestatie-rapport
opnieuw wordt geregistreerd en daarmee een nieuw label wordt gegenereerd. Als gevolg
van een dergelijke constatering vindt binnen drie maanden en in het opvolgende jaar
een extra projectcontrole plaats, als blijkt dat er geen aangetoonde verbeteringen
zijn dan zal een schorsingsprocedure in werking treden.
Vraag 7
Waarom kan een gecertificeerde adviseur wel bestaande meetgegevens kopiëren en een
particuliere woningeigenaar niet?
Antwoord 7
Er is geen sprake van het kopiëren van gegevens door een vakbekwaam adviseur, zie
antwoord vraag 6.
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat ruim 80% van de door Radar ondervraagde mensen van mening is
dat ze onnodig op kosten worden gejaagd?
Antwoord 8
In deze eerste maanden van de invoering van het nieuwe energielabel is de meerwaarde
van het label en het belang voor verduurzaming in de gebouwde omgeving onderbelicht.
Het nieuwe energielabel is een product met een grote toegevoegde waarde t.o.v. het
voormalig vereenvoudigd energielabel (VEL). Voor het uitdrukken van het label in kWh/m2 per jaar komt een energieadviseur aan huis langs om de woning op te nemen. Hierdoor
wordt nauwkeuriger bepaald hoe energiezuinig de woning is en wordt informatie verzameld
over de isolatie en installaties van de woning. Al deze informatie is terug te zien
op het afschrift van het nieuwe energielabel. Dit afschrift is dan ook uitgebreider
en bevat daarnaast een indicatie van de energierekening en concrete verbetermogelijkheden
voor verduurzaming. Hiermee draagt het nieuwe label zowel bij aan bewustwording als
aan kennis over de verduurzamingsmogelijkheden. Ook zal de energieprestatie va de
woning weergegeven op het label steeds vaker een rol gaan spelen bij financieringsmogelijkheden.
Vraag 9
Wat is de stand van zaken van de aangenomen motie Koerhuis/Terpstra om de boetes voor
het ontbreken van een energielabel tot 1 juli op te schorten?5
Antwoord 9
Zie hiervoor mijn brief van 20 april 2021.
Vraag 10
Wat is de stand van zaken van het aangenomen amendement Koerhuis/Terpstra om digitale
energielabels mogelijk te maken?6
Antwoord 10
Aan het amendement wordt nu uitvoering gegeven. De marktconsultatie is gestart en
zal inzicht geven in de mogelijkheden om het nieuwe energielabel digitaal aan te vragen,
naast de variant waarbij een energieadviseur aan huis komt. In mijn brief van 20 april
2021 geef ik een korte update.
Vraag 11
Wat vindt u ervan dat de verwachte kwaliteitsverbetering door gecertificeerde adviseurs
niet wordt waargemaakt? Bent u bereid te experimenteren met het gebruik van metingen,
zodat de betrouwbaarheid sterk verbetert maar ook de kosten beheersbaar blijven?
Antwoord 11
De kwaliteit moet goed geborgd zijn, zodat gebouweigenaren, huurders en kopers kunnen
vertrouwen op de kwaliteit van het energielabel. Hetgeen ik in de uitzending van het
televisieprogramma Radar heb gezien, vind ik zorgelijk. Ik ga de sector hier dan ook
nauwlettend op volgen en heb tevens op basis van de uitzending al een aantal acties
ondernomen, deze noem ik in mijn brief van 20 april 2021. Voor innovatieve werkwijzen
om de energieprestatie van een gebouw te bepalen wacht ik de uitkomsten van de marktconsultatie
af.
Vraag 12
Welke stappen neemt u om de forse kostenstijging onder controle te krijgen? Kunt u
hierbij met prioriteit een nieuw digitaal energielabel beschikbaar stellen?
Antwoord 12
Door de krapte aan energieadviseurs zie ik dat de kosten hoger liggen dan verwacht.
Ik heb de verwachting en het vertrouwen dat met het stijgen van het aantal vakbekwame
adviseurs de uitschieters in de prijzen en doorlooptijden zullen afnemen. Mijn prioriteit
ligt daarom bij het op peil krijgen van het aantal adviseurs, ongeacht of deze adviseurs
aan huis komen of op afstand zijn (afhankelijk van de uitkomst van de marktconsultatie).
De marktconsultatie voor het digitaal aanvragen van het nieuwe energielabel wordt
parallel uitgevoerd. Ik zal uw Kamer vóór de zomer over de uitkomsten informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.