Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Teunissen over het bericht dat Nederland niet is uitgenodigd voor de door de VS georganiseerde klimaattop
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister-President en de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat Nederland niet is uitgenodigd voor de door de VS georganiseerde klimaattop (ingezonden 2 april 2021).
Antwoord van Minister Van ’t Wout (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 20 april
2021).
Vraag 1
Kent u de berichten «President Biden Invites 40 World Leaders to Leaders Summit on
Climate»1 en «Nederland is allang geen leider meer op klimaatgebied»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Nederland niet is uitgenodigd voor deze door de VS georganiseerde klimaattop?
Antwoord 2
De Verenigde Staten (VS) hebben Nederland uitgenodigd voor het ministeriële overleg
over adaptatie en weerbaarheid, als onderdeel van de klimaattop. De Minister van Infrastructuur
en Waterstaat zal deelnemen aan deze bijeenkomst op 22 april, die evenals de gehele
top online te volgen is voor publiek. Nederland is verheugd dat adaptatie op de agenda
staat. Nederland pleit internationaal voor meer aandacht voor adaptatie en heeft dat
ook in de contacten met de VS uitgedragen. Het ministeriële overleg van de klimaattop
biedt een goede mogelijkheid om de follow-up van de Climate Adaptation Summit te bespreken die Nederland eerder dit jaar organiseerde, en waaraan ook de Amerikaanse
Klimaatgezant John Kerry heeft deelgenomen.
Vraag 3
Hoe gaat u zich op de hoogte stellen van de informatie die zal worden uitgewisseld
op deze internationale klimaattop, meer specifiek de informatie die zal worden ingebracht
door de aanwezige internationale klimaatkoplopers?
Antwoord 3
Zie ook het antwoord op vraag 2. In het kader van de door dit kabinet geïntensiveerde
klimaatdiplomatie is Nederland actief op verschillende fronten en in verschillende
multilaterale gremia, zoals binnen de Verenigde Naties in de UNFCCC en de G20. Nederland
benut die internationale contacten en andere bilaterale ontmoetingen voor het verkrijgen
van informatie over mondiale voortgang op klimaatgebied. Dat zal voor deze klimaattop
niet anders zijn.
Vraag 4
Gaat u na afloop contact opnemen met de deelnemers van deze klimaattop? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Hoe gaat u de Tweede Kamer op de hoogte stellen van de informatie die zal worden uitgewisseld
op deze internationale klimaattop, meer specifiek de informatie die zal worden ingebracht
door de aanwezige internationale klimaatkoplopers?
Antwoord 5
De Kamer wordt elk jaar door de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en door de Minister van Economische Zaken en Klimaat bij Kamerbrief geïnformeerd over
de stand van zaken van de mondiale klimaatdiplomatie op een breed scala van onderwerpen.
De voortgang op het gebied van de mondiale ambities van het Kabinet wordt hierin meegenomen.
U ontvangt deze brief voor de zomer. Verder zal de Kamer verslagen ontvangen van voor
klimaat relevante multilaterale bijeenkomsten, zoals de G20, COP-26 en de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties.
Vraag 6
Kunt u een actuele stand van zaken geven met betrekking tot de Nederlandse inzet bij
de internationale klimaattop in Glasgow (COP-26) die vooralsnog in november 2021 zal
worden georganiseerd?
Antwoord 6
Tijdens COP-26 zullen multilaterale besluiten genomen moeten worden door de landen
die partij zijn bij de het raamverdrag inzake klimaatverandering (UNFCCC) en de Overeenkomst
van Parijs. Deze besluiten zullen vooral in het teken staan van de afronding van de
regels voor het uitvoeren van de afspraken uit de Overeenkomst van Parijs. Daarnaast
zal COP-26 voorzitter het Verenigd Koninkrijk de aandacht vestigen op de nationale
klimaatplannen die landen in aanloop naar COP-26 zullen indienen en de mondiale transities
die nodig zijn voor een klimaatneutrale en klimaatweerbare samenleving. Nederland
neemt in EU-verband actief deel aan de onderhandelingen over de multilaterale besluiten
en bijdragen aan de verschillende politieke doelen die de COP-26 voorzitter heeft
gesteld3. U ontvangt in het najaar een Kamerbrief omtrent de Nederlandse inzet voor COP-26.
Vraag 7
Erkent u dat het uitblijven van een uitnodiging voor de door de VS georganiseerde
klimaattop (terwijl diverse internationale klimaatkoplopers wel mogen deelnemen) een
pijnlijke bevestiging is van de gebrekkige internationale status van Nederland als
het gaat om het aanpakken van de klimaatcrisis? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 8
Wat zegt het u dat Nederland internationaal niet wordt gezien als internationale klimaatkoploper?
Antwoord 8
Ik deel deze mening niet. Met het Klimaatakkoord heeft Nederland, vooruitlopend op
een aanscherping van het Europese 2030-reductiedoel, haar nationale ambities opgehoogd.
Hiernaast heeft het kabinet de afgelopen jaren actief en succesvol gelobbyd om in
Europa de klimaatambities fors aan te scherpen. Nederland heeft het voortouw genomen
om het Europese klimaatdoel voor 2030 op te hogen naar een emissiereductie van tenminste
netto 55% ten opzichte van 1990. Ook is in EU-verband een langetermijndoel afgesproken
van klimaatneutraliteit in 2050. De Europese Unie is de eerste en tot nog toe de enige
van de drie grootste mondiale uitstoters van broeikasgassen, die haar nationale klimaatambitie
heeft aangescherpt. Daarmee geven we het voorbeeld voor de Verenigde Staten en China
en andere landen uit de G20.
Vraag 9
Erkent u dat dit een logisch gevolg is van de ontoereikende inspanningen van dit kabinet
en vorige kabinetten om de klimaatcrisis aan te pakken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee, ik deel deze mening niet. Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Herinnert u zich dat u dit kabinet aankondigde als «het groenste kabinet ooit» en
dat u Nederland meermaals afschilderde als internationale klimaatkoploper?
Antwoord 10
Ja.
Vraag 11
Erkent u dat deze grootspraak haaks staat op de barre realiteit waarin Nederland onder
andere kwam aanzetten met een boterzachte klimaatwet, het klimaatakkoord op diverse
onderdelen liet dicteren door grote vervuilers, onderaan bungelt wat betreft het aandeel
duurzame energie, liever naar de Hoge Raad stapte dan dat er actie werd ondernomen
om het Urgenda-doel te halen en dat dit Urgenda-doel vervolgens ook werd gemist? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 11
Nee. Nederland heeft als een van de eerste landen wereldwijd een klimaatwet aangenomen,
waarin is vastgelegd dat de nationale broeikasgasuitstoot vrijwel geheel wordt gereduceerd
en die brede politieke steun geniet. Met het Klimaatakkoord heeft Nederland de nationale
ambities voor 2030 in alle sectoren opgehoogd. Daarnaast heeft Nederland een leidende
rol gehad in het ophogen van de Europese klimaatambities. Sinds 2017 heeft Nederland
met een klimaatambitieuze EU-kopgroep, die toen begon met drie andere EU-lidstaten,
nauw samengewerkt om dat mogelijk te maken. De ophoging van het 2030-doel in de Europese
Unie, dat dit jaar nader wordt uitgewerkt in wet- en regelgeving voor de verschillende
sectoren, zal ook doorwerken op het nationale klimaatbeleid. Tot slot heeft het kabinet
een groot pakket aan maatregelen ingezet in het kader van het Urgenda-vonnis. De definitieve
en vastgestelde uitstootcijfers over 2020 volgen in januari 2022.
Vraag 12 en 13
Erkent u dat er een crisisaanpak nodig is voor de klimaatcrisis? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat het aankomende kabinet zo snel mogelijk, zo veel mogelijk moet doen om
een verdere opwarming van de aarde te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12 en 13
Het tegengaan van de klimaatcrisis is een urgente opgave. Ik heb in het antwoord op
vraag 7 aangegeven hoe het kabinet zich hier de afgelopen jaren voor heeft ingezet.
Het is nu aan het nieuwe kabinet om te bepalen hoe de aanpak tegen klimaatverandering
wordt voortgezet.
Vraag 14
Kunt u deze vragen beantwoorden voor aanvang van de door de VS georganiseerde klimaattop
op 22 en 23 april?
Antwoord 14
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.