Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de kritiek op peperdure advocaten van politieagenten en de onderbetaling van sociaal advocaten
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over de kritiek op peperdure advocaten van politieagenten en de onderbetaling van sociaal advocaten (ingezonden 22 februari 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) van Minister Dekker (Rechtsbescherming)
(ontvangen 19 april 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
nr. 2009.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel van RTL nieuws over de 1,3 miljoen euro die
de politie aan advocaatkosten heeft betaald in één zaak?1 Wat is daarop uw reactie?
Antwoord 1
Ja. Als een politieambtenaar als gevolg van de uitoefening van zijn of haar werk aansprakelijk
wordt gesteld naar burgerlijk recht of als verdachte wordt aangemerkt naar strafrecht,
dan heeft de werkgever op grond van het Besluit algemene rechtspositie politie de
plicht op om een tegemoetkoming te geven voor rechtskundige hulp. Daarnaast maakt
dit deel uit van goed werkgeverschap. Het in het artikel genoemde bedrag betreft de
kosten van rechtsbijstand die is verleend aan in totaal 26 politieambtenaren in complexe
procedures die over een totale periode van ca. 3 jaar hebben plaatsgevonden.
Vraag 2
Klopt het dat de declaratie van het advocatenkantoor Sjöcrona-Van Stigt bij de politie
voor juridische hulp aan agenten in deze zaak 1.309.380,96 euro bedroeg? Is dat nu
het totale bedrag in deze zaak, en zo niet, wat is dat dan wel? Wat vindt u van zo’n
declaratie, beschouwt u die als marktconform en noodzakelijk? Kunt u uiteenzetten
hoe dat bedrag tot stand is gekomen?
Antwoord 2
Het genoemde bedrag gaat om een tegemoetkoming voor de rechtskundige hulp aan politieagenten
in de periode van juni 2015 tot mei 2018. De hoogte van de declaratie wordt zoals
gezegd verklaard door de omvang en complexiteit van de zaak en het grote aantal politiemensen
dat erbij betrokken was.
De gehanteerde tarieven zijn gebruikelijk in de markt. Aan de rechtskundige hulp van
dergelijke zaken worden bijzondere eisen gesteld. De ingezette advocaten maken deel
uit van een door de politie samengestelde advocatenpoule van strafrechtadvocaten die
getraind zijn in de finesses van het politievak.
De advocaten uit de poule hebben in het verleden, bij de toenmalige korpsen, veel
ervaring opgedaan in het verlenen van rechtsbijstand aan politieambtenaren die wegens
een geweldsaanwending tijdens de dienstuitoefening in een strafrechtelijke procedure
terecht kwamen.
Overigens mogen agenten zelf kiezen of ze een advocaat uit de poule inzetten of niet.
Vraag 3
Vooropgesteld dat politieagenten, die verdachte zijn in het kader van de werkzaamheden
tijdens hun diensten, recht hebben op goede verdediging op kosten van de Staat, deelt
u ten principale wel de mening dat exorbitante uurtarieven van commercieel werkende
advocaten niet door de belastingbetaler betaald hoeven te worden?
Antwoord 3
Artikel 69a van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) schrijft voor dat
politieambtenaren recht hebben op een tegemoetkoming van de kosten voor rechtsbijstand
indien de ambtenaar wegens de uitvoering van de politietaak aansprakelijk wordt gesteld
naar burgerlijk recht of als verdachte wordt aangemerkt naar strafrecht. De Regeling
tegemoetkoming rechtskundige hulp politie bevat regels over het toekennen van deze
vergoeding. De gehanteerde uurtarieven zijn zoals voormeld marktconform.
Vraag 4, 5
Wat waren de gedeclareerde uurtarieven in deze zaak vanuit dit advocatenkantoor? Bent
u nu bereid dit openbaar te maken, in tegenstelling tot de beantwoording van eerdere
Kamervragen hierover en in lijn met de motie Van Nispen?2,
3
Waarom heeft het eigenlijk zo lang geduurd voor hier enige openheid over is en zijn
dit soort WOB-verzoeken van RTL nieuws, Kamervragen en moties nodig om dit soort informatie
te krijgen? Hoe kan het dat zelfs geprocedeerd is om openheid te voorkomen, tot aan
de Raad van State, wat heeft dat eigenlijk wel niet gekost?
Antwoord 4, 5
De politie heeft vanuit het oogpunt van goed werkgeverschap een advocatenpoule beschikbaar
die politieambtenaren kunnen bijstaan. Deze advocaten uit de advocatenpoule die politieambtenaren
bijstaan, zijn door opleiding, ervaring en betrokkenheid specialist op het gebied
van ondersteuning van politieambtenaren.
Openbaarmaking van gegevens mag achterwege blijven voor zover het belang niet opweegt
tegen het belang van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid
betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen danwel derden; artikel 10, tweede
lid, onderdeel g, van de Wob. Ook de Raad van State is van oordeel dat deze informatie
op deze genoemde grond mag worden geweigerd.
Vraag 6, 7
Vindt u het gedeclareerde uurtarief in deze zaak redelijk, marktconform, en noodzakelijk
om de gewenste kwaliteit te krijgen? Zo ja, bent u dan ook bereid sociaal advocaten
dergelijke tarieven te gaan betalen? Zo niet, waarom is deze gang van zaken dan geaccepteerd?
Wat is uw reactie op de kritiek op deze torenhoge rekening?4
Antwoord 6, 7
Commerciële advocatentarieven worden bepaald door de markt. Kortgezegd is dat vraag
en aanbod en het bijzondere specialisme.
Het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand voorziet in een subsidie aan advocaten
en mediators voor burgers die minder draagkrachtig zijn. Daarvoor geldt een bepaald
vastgesteld tarief conform het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. Gelet op
artikel 42a Wet op de rechtsbijstand en artikel 5 van het Subsidiebesluit Raad voor
Rechtsbijstand worden op basis van de begroting van de Raad voor Rechtsbijstand jaarlijks
voorschotten verstrekt. Hierbij wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen in het
volume van de toevoegingen en piketregelingen. Advocaten zijn vrij in hun keuze om
voor dit tarief al dan niet hun diensten aan te bieden.
De rechtsbijstand die de overheid in casu afneemt is geen subsidie. De overheid is
daarbij in dezelfde positie als iemand die niet in aanmerking komt voor gesubsidieerde
rechtsbijstand en een betalende cliënt, en dus afhankelijk van de marktconforme tarieven.
Vraag 8, 10, 11
Erkent u dat deze extreme tarieven in geen verhouding staan tot de vergoedingen die
de Staat betaalt in de sociaal advocatuur, de rechtshulp voor mensen die dat ook hard
nodig hebben, die al zoveel jaar ernstig onder druk staat?
Hoe kunt u uitleggen dat het budget voor gesubsidieerde rechtsbijstand ernstig tekortschiet
en er geprotesteerd en gestaakt moest worden om een redelijke vergoeding voor sociaal
advocaten af te dwingen, hetgeen nog steeds niet is gerealiseerd, en dat aan de andere
krant de geldkraan onbeperkt openstaat voor commerciële advocatenkantoren op kosten
van de Staat?
Wat gaat u doen om dit in de toekomst te voorkomen?
Antwoord 8, 10, 11
Nederland behoort tot de top in Europa met een budget voor gesubsidieerde rechtsbijstand
van € 400 mln. Per hoofd van de bevolking geeft Nederland twee keer zoveel meer uit
dan België en drie keer zoveel meer dan Duitsland. Het huidige stelsel is niet klaar
voor de toekomst. Het programma Stelselvernieuwing rechtsbijstand is ingesteld met
het doel om het stelsel toekomstbestendig en duurzamer te maken zodat deelnemende
advocaten een hogere beloning voor de te verrichte werkzaamheden ontvangen. Dit toekomstbestendig
en duurzamer maken is de primaire taak van de overheid. Zoals ook vermeld in de beantwoording
van de Kamervragen van het lid Van Nispen (SP) over de dwang op commerciële advocatuur
om gesubsidieerde rechtsbijstand te gaan verlenen doen we daarbij ook een beroep op
commerciële advocatenkantoren om vanuit hun maatschappelijke ondernemerschap en gelet
op de grote verschillen met de sociale advocatuur, iets te betekenen voor het stelsel
van gesubsidieerde rechtsbijstand.9 Het verheugt ons dan ook dat de NOvA Walter Hendriksen als kwartiermaker heeft aangesteld
om meer structuur aan te brengen in de gefragmenteerde initiatieven op dit gebied
en dit verder te ontwikkelen.
Vraag 9
Wat is uw reactie op de kritiek dat de overheid voor haar eigen mensen oneindig budget
uittrekt, die er voor andere verdachten en slachtoffers niet is, waardoor dit rechtsongelijkheid
oplevert?
Antwoord 9
Er zijn binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid geen richtlijnen vastgesteld
omtrent de (maximale) hoogte van het tarief voor advocaatkosten dat vergoed wordt
in voorkomende zaken; de hoogte van de tegemoetkoming aan de medewerker wordt vastgesteld
naar redelijkheid en billijkheid. Indien aan medewerkers een vergoeding wordt verleend
voor de inhuur van rechtsbijstand is dat meestal onderdeel van een (vaststellings-)overeenkomst
tussen medewerker en werkgever. Voor het toekennen van de vergoeding is geen tariefplafond
vastgesteld omdat, anders dan bij rechtsbijstandsverzekeraars, deze situaties zich
beperkt voordoen en de hoogte van de vergoeding een individuele weging vraagt.
Voorts kunnen sectorspecifieke regelingen van toepassing zijn, zoals artikel 69a Besluit
algemene rechtspositie politie (Barp) voor politieambtenaren. Hierin is geregeld dat
indien een politieambtenaar in de uitvoering van de politietaak als verdachte wordt
aangemerkt, het bevoegd gezag hem een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige
hulp toekent.
Voor zover de rechterlijke macht zich er al over heeft uitgesproken, is geoordeeld
dat de gemaakte kosten als redelijk en billijk zijn aan te merken. Daarbij heeft de
rechter expliciet overwogen dat «gelet op de aard, omvang en mate van juridische complexiteit
(.) de kosten van rechtsbijstand naar het oordeel van de rechtbank niet bovenmatig
of onredelijk [zijn].»
Doordat de overheid zelf een betalende cliënt is én ook als goed werkgever moet optreden,
ontstaan er verschillen in de positie van rechtzoekenden. Dat is overigens ook aan
de orde bij andere cliënten die de commerciële tarieven verschuldigd zijn.
Vraag 12
Bent u in ieder geval bereid per direct sociaal advocaten eindelijk een redelijke
vergoeding te betalen, conform de conclusies van de commissie Van der Meer, om deze
nu al grote rechtsongelijkheid te verminderen? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 12
Met de commissie-Van der Meer delen wij de constatering dat de vergoedingen onder
druk staan. Het opvolgen van de conclusies (scenario 1) van de commissie Van der Meer
betekent een structurele investering van € 154 miljoen, voor 2021. Wij zijn ervan
overtuigd dat met de stelselvernieuwing binnen het budgettaire kader hogere vergoedingen
mogelijk zijn. In 2019 is geconstateerd dat het dermate knelde dat er in een overbrugging
voorzien moest worden. Voor 2020 en voor 2021 is daarom extra geld (voor beide jaren
€ 36,5 mln.) beschikbaar gesteld.
Ook wenden we, zoals is aangekondigd in de vierde voortgangsrapportage rechtsbijstand,
de onderuitputting van € 19 mln. uit het rechtsbijstandsbudget aan om nu al de vergoedingen
op het gebied van het personen- en familierecht te verhogen, zoals uw Kamer per brief
van 8 april jl. is bericht.10
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.