Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kops en Wilders over aardgas als duurzame en klimaatvriendelijke brandstof
Vragen van de leden Kops en Wilders (beiden PVV) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over aardgas als duurzame en klimaatvriendelijke brandstof (ingezonden 25 maart 2021).
Antwoord van Minister Van ’t Wout (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 16 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Brussel voelt voor opwaardering gas»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van het voornemen van de Europese Commissie om aardgas als duurzaam en
klimaatvriendelijk te bestempelen? Deelt u de conclusie dat dit haaks staat op uw
eigen klimaatbeleid dat van anti-aardgasdictaten aan elkaar hangt?
Antwoord 2
De aanleiding voor het bericht was een nieuw conceptvoorstel van de Europese Commissie
in het kader van de EU Taxonomie. De EU Taxonomie is een classificatie van duurzame
economische activiteiten, bedoeld voor vrijwillig gebruik door de private markt. Dit
beoogt het spreken van één taal over duurzaamheid te vergemakkelijken, en te voorkomen
dat private investeringen als duurzaam worden aangemerkt, als deze in feite niet in
lijn zijn met de lange termijn EU-klimaatdoelstellingen (het zogenaamde «groenwassen»).
De Commissie heeft daartoe een concept-technische uitwerking gepresenteerd in een
expertwerkgroep, waarbij voor (investeringen in) verschillende typen economische activiteiten
en verschillende sectoren, criteria worden uitgewerkt om te bepalen of deze economische
activiteiten duurzaam zijn.
In het oorspronkelijke én huidige voorstel van de technische uitwerking, wordt voor
elektriciteitsproductie een drempelwaarde gehanteerd van 100gram CO2/KwH. Elektriciteitsproductie onder deze drempelwaarde wordt duurzaam geacht. In de
praktijk halen aardgascentrales die drempelwaarde niet.
De Commissie stelt in een nieuw concept van de technische uitwerking voor om een uitzondering
op te nemen voor aardgascentrales, enkel voor specifieke regio’s die een moeilijke
energietransitie hebben door te maken (Just Transition Fund-regio’s), waarin investeringen
in de overgang van bijvoorbeeld steenkool of aardolie naar aardgas voor elektriciteit
en/of districtsverwarming onder een aantal voorwaarden wordt opgenomen als zijnde
duurzaam. Ten eerste dient de investering grote CO2-reductie (>50%) op te leveren. Ten tweede dient de investering een uitstoot onder
de 270gr CO2/per KWH te bewerkstelligen. Ten derde moet deze nieuwe installatie voor 2025 in bedrijf
zijn (en de te vervangen installatie gesloten). Dit nieuwe conceptvoorstel zou investeringen
in moderne aardgascentrales onder deze voorwaarden classificeren als duurzaam.
Het voorstel is nog niet definitief vastgesteld door de Commissie. Naar verwachting
publiceert de Commissie eind april de definitieve technische uitwerking.
Het kabinet heeft altijd gepleit voor een technologie-neutrale, wetenschappelijk onderbouwde
taxonomie.2 Nederland heeft zich dan ook uitgesproken tegen het nieuwe Commissievoorstel om private
investeringen in aardgascentrales onder voorwaarden als duurzaam aan te merken, omdat
het de duurzame norm verwatert. Nederland wil vasthouden aan de oorspronkelijke uitwerking
op dit vlak.
Voor de Nederlandse energietransitie geldt dat het van belang is om richting 2050
de overstap te maken van fossiele energiebronnen naar CO2-neutrale bronnen. Daarom zet Nederland onder andere in op toename van het aandeel
hernieuwbare energie en steunt Nederland de taxonomie met het doel groene investeringen
in Nederland en in de EU te bevorderen en groenwassen tegen te gaan.
Voor Nederland geldt dat aardgas op dit moment nog een belangrijke rol in onze energiemix
speelt. Met het Klimaatakkoord zijn de eerste stappen gezet om de rol van aardgas
kleiner te maken en over te schakelen naar CO2-neutrale bronnen. De lijn die ik Europees voorsta, staat dus niet haaks op het Nederlandse
beleid.
Het einddoel is voor alle lidstaten gelijk: in 2050 is de Europese Unie klimaatneutraal.
De vraag die nu voorligt is hoe de weg daar naartoe wordt gekwalificeerd in de EU
Taxonomie voor vrijwillig gebruik door de private markt. In hoeverre is het vervangen
van een steenkoolcentrale door een moderne aardgascentrale een «duurzame activiteit»
volgens de EU Taxonomie, als deze als tussenstap dient in specifieke regio’s die een
moeilijke energietransitie hebben door te maken (Just Transition Fund-regio’s), op
weg naar een fossielvrije eindoplossing in 2050?
Vraag 3
Waarom wilt u dat huishoudens (voor veel geld) van het aardgas af gaan, terwijl (1) aardgas
de schoonste fossiele brandstof is, (2) huishoudens in onder andere Duitsland daarom
juist overstappen op aardgas en (3) het Internationaal Energieagentschap verwacht
dat de komende jaren het gasverbruik wereldwijd verder zal toenemen?
Antwoord 3
De doelstelling van de EU is om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Dit betekent dat
het gebruik van fossiele brandstoffen (wegens hun CO2-uitstoot) wordt afgebouwd en vervangen wordt door duurzame energiebronnen. Ook aardgas
is een fossiele brandstof en het gebruik ervan zal dus worden afgebouwd richting 2050.
Ook in Duitsland en in de andere EU-lidstaten zullen huishoudens dus vóór 2050 moeten
overstappen op fossielvrije bronnen. Dit is in lijn met de afspraken in de Europese
Green Deal. Een deel van de huishoudens zal mogelijk als tussenstap overstappen op
aardgas. Dit betreft met name woningen die nu verwarmd worden met het gebruik van
minder schone fossiele brandstoffen als stookolie, of zelfs steenkool, die niet snel
of kostenefficiënt geschikt te maken zijn voor bijvoorbeeld een lage temperatuur warmteoplossing.
Vooruitlopend op een natuurlijk moment van groot onderhoud, renovatie of vervanging
van de verwarmingsinstallatie kan er op dat moment gekozen worden om de CO2-uitstoot alvast significant te verlagen door tijdelijk over te stappen op een (hybride)
installatie die het gebouw verwarmt met gebruik van aardgas.
In Duitsland wordt deze tijdelijke overstap sinds dit jaar gestimuleerd via subsidies
voor hybride gas- en vloeibaar gasinstallaties die ook gebruik maken van energie uit
hernieuwbare bronnen. De Duitse subsidie voor verwarming via (stook)olie is sinds
2020 afgeschaft en vanaf 2026 zal een verbod op olieverwarming van kracht zijn. Hiertoe
is in het Duitse nationale klimaatpakket besloten.3
Wat betreft het IEA geldt dat het IEA uitgaat van verschillende scenario’s ten aanzien
van de ontwikkeling en invulling van de energievraag. In het Stated Policies Scenario
wordt er vanuit gegaan dat de mondiale vraag naar aardgas tussen nu en 2040 stijgt
met 30%, deze stijging is met name toe te rekenen aan Zuid- en Oost-Azië en aan het
Midden-Oosten. Dit enerzijds als gevolg van economische groei en anderzijds als gevolg
van het vervangen van hout, steenkolen en aardolie door aardgas. De vraag in Europa
en Noord-Amerika zal echter licht dalen.
In het Sustainable Development Scenario blijft de mondiale vraag naar aardgas tussen
nu en 2040 min of meer gelijk, mits methaan-emissies langs de gaswaardeketen onder
controle worden gebracht.4
Vraag 4 en 5
Wat zegt u tegen huishoudens die reeds van de duurzame brandstof aardgas af zijn gegaan,
omdat u hen hebt wijsgemaakt dat dit nodig zou zijn voor het klimaat?
Wat zegt u tegen de bewoners van de door u geselecteerde «aardgasvrije proeftuinen»
die als proefkonijnen voor uw volstrekt onzinnige, onhaalbare en onbetaalbare energietransitie
worden ingezet?
Antwoord 4 en 5
Huishoudens worden vanuit de overheid gestimuleerd om van het aardgas af te gaan,
maar doen dat vrijwillig. Binnen het Programma Aardgasvrije Wijken wordt daarnaast
geleerd wat ervoor nodig is om wijken van het aardgas af te halen. Hiervoor zijn proeftuinen
geselecteerd en is een kennis- en leerprogramma ingericht. Gemeenten doen dat via
een proces waar uiterst zorgvuldig wordt omgaan met de bewoners, onder meer door ze
goed te betrekken. Hierbij is en blijft het uitgangspunt dat de aanpak haalbaar en
betaalbaar moet zijn voor de huishoudens.
Vraag 6
Bent u ertoe bereid onmiddellijk te stoppen met het obsessief aardgasvrij maken van
woningen? Zo nee, kunt u dan een onderbouwde berekening verstrekken van het precieze
effect daarvan op de mondiale uitstoot en de ontwikkeling van de temperatuur van de
aarde, daarin meegenomen de verwachting dat de komende jaren wereldwijd het gasverbruik
zal blijven toenemen, afgezet tegen de kosten van gemiddeld 40.000 euro per aardgasvrijgemaakte
woning?5
Antwoord 6
Het kabinet houdt zich aan de afspraken in het Klimaatakkoord. Een haalbare en betaalbare
aanpak om fossiele brandstoffen, waaronder aardgas, uit te faseren en over te schakelen
naar CO2-neutrale bronnen is en blijft hierbij uitgangspunt. Alle (in het Klimaatakkoord benoemde)
sectoren moeten hun uitstoot verminderen om in 2050 klimaatneutraal te zijn. In het
Klimaatakkoord van Parijs is in 2015 afgesproken dat de opwarming van de aarde wordt
beperkt tot minder dan twee graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële tijdperk.
Het streven is om de opwarming beperkt te houden tot anderhalve graad. Alle landen,
dus Nederland ook, moeten hier een bijdrage aan leveren. Om invulling te geven aan
de eigenstandige verantwoordelijkheid die Nederland in dit verband heeft, is in 2019
nationale klimaatwet aangenomen. Ook in Europa zullen de klimaatdoelen ook wettelijk
worden verankerd. Op die manier borgen we dat Nederland niet eenzijdig actie onderneemt,
maar dat we gezamenlijk richting dit doel bewegen. Over het effect van de maatregelen
wordt jaarlijks via de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) verslag gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.