Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kwint en Westerveld over het bericht dat een D66-campagnefoto zes voorpagina’s heeft gehaald
Vragen van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Ministers van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat een D66-campagnefoto zes voorpagina’s heeft gehaald (ingezonden 22 maart 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 14 april
2021).
Vraag 1
Deelt u de mening dat een duidelijke bronvermelding van essentiële journalistieke
waarde is bij fotojournalistiek? Zo nee, waarom niet?1
Antwoord 1
Het is belangrijk dat duidelijk is hoe een journalistiek item tot stand komt, of dat
nu een foto, artikel, video of ander product is. Bronvermelding draagt bij aan de
transparantie en bevordert de controleerbaarheid van de nieuwsverslaglegging. Bronvermelding
en het belang ervan wordt onderschreven in redactiestatuten en in de Code voor de
journalistiek van het Genootschap van Hoofdredacteuren.2
Vraag 2
Wat is uw mening over de wenselijkheid van politieke controle over journalistieke
beelden?
Antwoord 2
Journalistieke onafhankelijkheid is een groot goed en een sterke pijler van onze democratische
samenleving, waarin journalisten als een gedegen tegenmacht van politiek en overheid
fungeren. Het is van belang dat deze onafhankelijkheid gerespecteerd wordt.
Vraag 3, 4
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het invoeren van minimumtarieven in de
journalistieke sector naar aanleiding van de aangenomen motie Kwint cs, die al in
december 2019 is aangenomen? Wat voor stappen zijn er sindsdien ondernomen en wat
is het resultaat daarvan?3
Deelt u de mening dat de invoering van een vrijblijvende fair practice-code niet het gewenste effect heeft als dergelijke praktijken blijven bestaan? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4
Zoals aangekondigd in mijn brief over de arbeidsmarkt in de mediasector die ik op
19 november 2020 aan uw Kamer heb gestuurd4, zijn er vorig jaar veel gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers uit de mediasector
over onder andere minimumtarieven. De uitkomsten van deze gesprekken leverden een
overzicht van uitdagingen en positieve ontwikkelingen op, net als verbanden en overeenkomsten
met de arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector en de arbeidsmarkt in den
brede.
Rond het verschijnen van de brief is de Fair Practice Code Goed Opdrachtgeverschap
Publieke Omroepen in werking getreden, waarin bindende afspraken zijn vastgelegd over
de betaling van freelancers.5 Publieke omroepen kunnen dus niet zonder meer afwijken van deze tariefafspraken.
Momenteel lopen er gesprekken tussen de NVJ en de Mediafederatie over tarieven voor
freelancers en het toewerken naar een fair practice code voor het uitgeverijbedrijf,
waarbij de fair practice code bij de publieke omroepen als een basis kan dienen.6
Vraag 5
Kunt u ingaan op de positie van freelance fotojournalisten en het effect van de coronacrisis
op hun werk en inkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Discussies over de positie van freelance (foto)journalisten waren actueel voor de
crisis en zijn van blijvend belang om ook tijdens en na de crisis gevoerd te worden.
De coronacrisis heeft effect op alle sectoren in Nederland. Voor de mediasector betekende
dat een teruggang in advertentie-inkomsten, waar vooral de regionale en lokale media
het negatieve effect van voelen. Met name aan het begin van de crisis zagen (foto)journalisten
opdrachten opdrogen, kregen zij minder werk aangeboden en moesten zij soms noodgedwongen
(tijdelijk) ander werk doen. Tegelijkertijd is de behoefte aan nieuws, en daarmee
aan het werk van (foto)journalisten, enorm groot tijdens deze crisis. Dit is ook te
zien in een toestroom aan (digitale) abonnees, dat heeft bijgedragen aan goede jaarcijfers
voor verschillende uitgeverijen.7
Om de lokale mediasector te ondersteunen, heeft het kabinet in totaal € 35 mln. vrijgemaakt
voor het Tijdelijke Steunfonds voor Lokale Informatievoorziening, om de informatievoorziening
ten tijde van de coronacrisis te continueren. Deze steun kunnen lokale mediapartijen
ook gebruiken voor opdrachten aan freelance (foto)journalisten.
Ook in de culturele en creatieve sector zijn steunmaatregelen opgezet, onder andere
via het steunfonds rechtensector (steunpakket 1 en 3), de leningen van C+O voor ondernemingen
(incl. zelfstandigen) en extra steun voor zelfstandigen vanuit het programma PPO (steunpakket
2).8 Tot slot konden freelance (foto)journalisten ook gebruik maken van de generieke steunmaatregelen
van de overheid, zoals de TOZO en de TOGS.
Vraag 6
Zou nieuw leiderschap op het ministerie uitkomst kunnen bieden?
Antwoord 6
Er zijn de afgelopen jaren stappen gezet in het toewerken naar een betere arbeidsmarktpositie
van (foto)journalisten, waar de eerder genoemde fair practice code bij de publieke
omroepen een van is, en waarbij de gesprekken over een code bij het uitgeverijbedrijf
een positieve ontwikkeling zijn. Ook de bredere culturele en creatieve sector kent
positieve ontwikkelingen ten aanzien van de arbeidsmarktpositie van werkenden in deze
sectoren. De mediasector is ook betrokken bij deze ontwikkelingen en kan hierop aansluiten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.