Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over het Belastingverdrag tussen Nederland en Ierland en het betalen van dubbele belasting door luchtvaartpersoneel
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over het Belastingverdrag tussen Nederland en Ierland en het betalen van dubbele belasting door luchtvaartpersoneel (ingezonden 17 maart 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 13 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het «Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Ierland tot
het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
en vermogenswinsten en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met dat op grond van artikel 14, lid 3 in eerdergenoemd verdrag een
«beloning van werknemers, verkregen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend
aan boord van een schip of luchtvaartuig ingezet voor internationaal verkeer, uitsluitend
belastbaar is in de woonstaat van de werknemer»1?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Klopt het dat volgens het belastingverdrag tussen Nederland en Ierland, Nederland
als «woonstaat» het recht heeft tot belastingheffing over het inkomen van Nederlandse
piloten, cabinepersoneel en ander luchtvaartpersoneel die werken voor een Ierse luchtvaartmaatschappij?
Zo nee, kunt u toelichten op welke manier en welk land (Nederland of Ierland) dan
belasting mag heffen over het loon van een Nederlandse piloot of cabinepersoneel in
Ierse dienst? Zo ja, kunt u dit toelichten?
Antwoord 3
Ja, dat klopt. Het is gebruikelijk om in belastingverdragen specifieke afspraken te
maken over inkomen genoten door een inwoner van een verdragsstaat ter zake van een
dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in internationaal
verkeer wordt geëxploiteerd. Met dergelijke afspraken worden administratieve lasten
verminderd. In het belastingverdrag met Ierland is overeengekomen om het heffingsrecht
over inkomen van luchtvaartpersoneel dat werkzaam is in het internationale verkeer
geheel toe te kennen aan de woonstaat van de werknemer. Het begrip internationaal
verkeer is in dit verband breed gedefinieerd. Het resultaat is dat inkomen van inwoners
van Nederland die als luchtvaartpersoneel werkzaam zijn voor een Ierse luchtvaartmaatschappij
in relatie tot Ierland in beginsel geheel ter heffing is toegewezen aan Nederland.
Vraag 4, 5
Kunt u reflecteren op de wenselijkheid van de (tijdelijke) dubbele belastingafdracht
die inhoudt dat Nederlands luchtvaartpersoneel in Ierse dienst op basis van de Ierse
specifieke regeling «Section 127B TCA 1997» ook in Ierland loonbelasting moeten afdragen
en dit pas naderhand kunnen terugvragen bij de Ierse Belastingdienst, de toename in
administratieve en mentale lasten voor Nederlands luchtvaartpersoneel, de structurele
problemen met tijdige terugbetaling door en communicatie met Ierland en de tegenstrijdigheid
die uitgaat van de dubbele belastingheffing in relatie tot de gemaakte afspraken in
het bilaterale belastingverdrag tussen Nederland en Ierland?
Kunt u toezeggen het probleem van (tijdelijke) dubbele belastingheffing in bilateraal
verband met Ierland te bespreken met als inzet een oplossing conform het gesloten
belastingverdrag tussen Nederland en Ierland? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de
Kamer op de hoogte brengen van de uitkomsten?
Antwoord 4, 5
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 3, wordt in relatie tot Ierland het heffingsrecht
over het inkomen van in Nederland woonachtig luchtvaartpersoneel dat werkzaam is voor
een Ierse maatschappij toegewezen aan Nederland. Ierland moet op basis van deze afspraken
terugtreden. Het staat Ierland vrij om daarbij gebruik te maken van een teruggaafprocedure.
Indien zich problemen voordoen bij de «voorkoming» door Ierland, kan de Nederlandse
bevoegde autoriteit hierover met de Ierse autoriteiten in gesprek gaan. Eind 2019
heeft een aantal inwoners van Nederland dat werkt voor een Ierse luchtvaartmaatschappij
bij de Nederlandse bevoegde autoriteit kenbaar gemaakt tegen problemen aan te lopen
bij de voorkoming door Ierland. Zij liepen bijvoorbeeld aan tegen liquiditeitsproblemen,
omdat de belastingteruggaaf in Ierland niet rond was voordat de belasting in Nederland
over hetzelfde jaar verschuldigd was. Om hiervoor tot een oplossing te komen is bij
de Ierse bevoegde autoriteit aangedrongen op een bespreking die begin vorig jaar heeft
plaatsgevonden. De Ierse bevoegde autoriteit gaf daarbij aan dat het niet gekozen
heeft voor een inhoudingsvrijstelling bij in het buitenland woonachtige piloten, omdat
deze procedure door Ierland als misbruikgevoelig wordt ervaren. De Ierse bevoegde
autoriteit erkende verder dat de teruggaafprocedure met name in het verleden (te)
veel tijd in beslag nam en benadrukte met een optimalisatie van de procedures bezig
te zijn. Dit proces om procedures te optimaliseren is inmiddels afgerond en houdt
in relatie tot in Nederland woonachtig luchtvaartpersoneel in dat de teruggaaf van
de ingehouden Ierse belasting zal worden afgerond in beginsel ruim voordat de Nederlandse
belastingaanslag over een bepaald jaar wordt opgelegd. Op deze wijze worden liquiditeitsproblemen
voorkomen.
Om ondanks de verbeteringen in de Ierse teruggaafprocedure te voorkomen dat een teruggaaf
onverhoopt toch later volgt dan de Nederlandse belastingaanslag, heeft Nederland aangedrongen
op een centraal contactpunt in Ierland waar in Nederland woonachtig luchtvaartpersoneel
zich toe kan wenden indien de procedure te veel tijd in beslag dreigt te nemen. Ierland
heeft naar aanleiding van dit verzoek een contactpunt gedeeld dat per e-mail kan worden
benaderd (via het volgende e-mailadres: taxtreaties@revenue.ie). Verder heeft de Ierse
bevoegde autoriteit toegezegd dat zal worden gemonitord of voor bepaalde groepen belastingplichtigen,
waarvan vaststaat dat Ierland geen heffingsrecht toekomt, over kan worden gegaan tot
het verlenen van een inhoudingsvrijstelling. Dit is afgelopen jaar nader onderzocht
en hiervoor bestaat volgens de Ierse bevoegde autoriteit vooralsnog onvoldoende aanleiding.
Op basis van het beperkte aantal signalen uit de praktijk sinds de hiervoor besproken
Ierse toezeggingen, blijkt de oplossing in de meeste gevallen te werken. In een beperkt
aantal gevallen verloopt de teruggaaf in Ierland nog niet direct goed en is de betrokken
belastingplichtige geadviseerd om contact op te nemen met het hiervoor genoemde contactpunt
van de Ierse belastingautoriteiten. Indien zich dus toch nog problemen van (tijdelijke)
dubbele belastingheffing dreigen voor te doen, kunnen belastingplichtigen zich wenden
tot dit contactpunt. Ten slotte, in de situaties waarin een voorlopige aanslag in
Nederland in het spel is waardoor gedurende het belastingjaar reeds belasting is verschuldigd
in Nederland, kunnen belastingplichtigen zich wenden tot de Belastingdienst met het
verzoek om, onder verwijzing naar de ingehouden belasting over hetzelfde inkomen in
Ierland, de voorlopige aanslag inkomstenbelasting achterwege te laten. Als ik nieuwe
signalen binnenkrijg dat de teruggaafprocedure in Ierland dusdanig lang duurt dat
de Nederlandse aanslag al is opgelegd, zal ik hier opnieuw aandacht voor vragen bij
de Ierse bevoegde autoriteit.
Vraag 6
Is er binnen de Belastingdienst een mechanisme om te beoordelen of de manier van belastingheffing
door de belastingdiensten van verschillende staten goed verloopt gezien de zorgen
die er zijn over vergelijkbare gevallen waarbij Nederlanders in buitenlandse dienst,
al dan niet tijdelijk, dubbel belasting moeten betalen? Is er een mechanisme waardoor
de Nederlandse belastingbetaler niet in een onnodig frustrerende en tijdrovende (bezwaar)procedure komt? Zo nee, bent u bereid om te zoeken naar een manier om de werking van
de belastingverdragen te monitoren op (tijdelijk) dubbele belastingheffing, zeker
als er bij de Belastingdienst een eerste signaal binnenkomt? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, kunt u dit toelichten?
Antwoord 6
Indien de in het antwoord op de vragen 4 en 5 beschreven procedures geen oplossing
bieden, kunnen personen die tegen dubbele belastingheffing aanlopen een verzoek indienen
tot het starten van een procedure voor onderling overleg met Ierland. Via deze procedure
heeft Nederland voornoemde signalen eind 2019 ook bij Ierland aangekaart. Deze procedure
is opgenomen in alle belastingverdragen waarbij Nederland partij is. Op deze manier
houdt de Nederlandse bevoegde autoriteit dus ook zicht op de werking van de Nederlandse
belastingverdragen. Daarnaast treedt de bevoegde autoriteit van Nederland regelmatig
in contact met de bevoegde autoriteiten van verdragspartners om op basis van signalen
mogelijke verschillen in interpretatie van verdragsbepalingen te bespreken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.