Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Groot over het Westnijlvirus en de tijgermug
Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het Westnijlvirus en de tijgermug (ingezonden 5 februari 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 13 april
2021) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1779.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Openheid over tijgermug is dringend geboden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom vermeldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op de webpagina
met vangstgegevens van exotische muggen niet de namen van de bedrijven waar ze zijn
gevonden, hoewel de Raad van State al in augustus 2019 heeft vastgesteld dat er op
basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) geen enkele reden is om die namen
geheim te houden?2
3
Antwoord 2
Op 7 augustus 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna:
de Afdeling) geoordeeld dat als een Wob-verzoek wordt ingediend over de vondstlocaties
van exotische muggen de bedrijfsnaam dan wel de locatie in een woonwijk door middel
van X en Y-coördinaten kenbaar dienen te worden gemaakt (passieve openbaarmaking).
Ten aanzien van X- en Y-coördinaten heeft de Afdeling geoordeeld dat de locatie in
een woonwijk door middel van gedeeltelijke X- en Y-coördinaten kenbaar mag worden
gemaakt, maar dat dit geenszins mag betekenen dat deze coördinaten herleidbaar zijn
naar een specifiek huis of een specifiek persoon. De NVWA handelt conform deze uitspraak.
De NVWA maakt actief informatie openbaar van de muggenvondsten op wijkniveau. Dit
moet niet worden verward met de openbaarmaking op basis van Wob-verzoeken. De bedrijven
worden op de hoogte gebracht over de vondsten en gewezen op de uit te voeren maatregelen.
Naar aanleiding van vondsten in woonwijken en/of op bandenbedrijven worden omwonenden
eveneens op de hoogte gebracht en vooraf geïnformeerd over de uit te voeren maatregelen.
Deze informatie kan zo op de specifieke situatie worden afgestemd. Betrokken burgers
en bedrijven geven aan voldoende geïnformeerd te worden door de NVWA.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het immers gaat om milieu-informatie, waarvoor zelfs een verregaande
plicht tot openbaarmaking geldt?
Antwoord 3
De afdeling heeft op 7 augustus 2019 eveneens geoordeeld dat informatie over vondsten,
bestrijding etc. van tijgermuggen onder milieu-informatie vallen, zoals bedoeld in
artikel 19.1a van de Wet Milieubeheer. De redenering hierachter is dat muggen dieren
zijn en daarom onderdeel vormen van de biologische diversiteit. Informatie over de
aanwezigheid van tijgermuggen ziet derhalve op de toestand van de biologische diversiteit.
Aangezien de naam van het bedrijf waar de muggen zijn aangetroffen onlosmakelijk is
verbonden met de informatie over de aanwezigheid van tijgermuggen, is ook dit, naar
mening van de Afdeling, milieu-informatie. Hierdoor is een deel van de weigeringsgronden
van de Wob niet van toepassing. Dit houdt echter niet in dat milieu-informatie openbaar
gemaakt moet worden, zelfs als daar om wordt verzocht. Er zijn ook weigeringsgronden
die van toepassing zijn op milieu-informatie.
Vraag 4
Waarom vermeldt de NVWA op de webpagina met vangstgegevens niet de X- en Y-coördinaten
(minus de laatste twee cijfers), terwijl de Raad van State in dezelfde uitspraak heeft
bepaald dat er op grond van de Wob en ook vanuit privacy-oogpunt geen enkele reden
is om die gegevens geheim te houden?
Antwoord 4
Om de informatie bij openbaarmaking toegankelijk te maken is er door de NVWA voor
gekozen om op wijkniveau aan te geven waar exotische muggen zijn gevonden. Mensen
weten meestal wel in welke wijk ze wonen, maar niet op welke X- en Y-coördinaten.
Dat heeft als bijkomend voordeel dat niet bij iedere vondst hoeft te worden nagegaan
of de X- en Y-coördinaten niet alsnog tot slechts één huishouden herleidbaar zijn.
Op dit punt verwijs ik ook naar mijn antwoord op vraag 2 over de uitspraak van de
Raad van State.
Vraag 5
Waarom wordt bij de eerste bekendmaking van de vangstgegevens op de webpagina van
de NVWA niet direct vermeld hoeveel exotische muggen er elke keer zijn gevangen, en
gebeurt dat pas een jaar later (en dan nog slechts als totaal)?
Antwoord 5
De aangetroffen exotische muggen worden gedurende het jaar per soort, per datum en
per locatie op de webpagina van de NVWA geplaatst. De aantallen worden niet per vinddatum
opgenomen, de totale aantallen per locatie worden aan het einde van het jaar in een
overzicht weergegeven. De NVWA kiest voor deze werkwijze omdat het sec vermelden van
aantallen per locatie per vinddatum niets zegt over de aard en omvang van de populatie.
Burgers kunnen zich misschien zorgen maken als er bijvoorbeeld grote hoeveelheden
dieren worden gevonden, terwijl de omvang van de uitbraak in werkelijkheid zeer beperkt
kan zijn. Met het jaaroverzicht kan een vergelijking gemaakt worden tussen de jaren.
Belangrijk is dát er een vondst is en de medewerking van de burger wordt gevraagd
bij de bestrijding.
Vraag 6
Vindt u het terecht dat een handhavingsverzoek wordt afgewezen op grond van het feit
dat daarin de namen van de betreffende bedrijven ontbreken, terwijl die bedrijfsnamen
in strijd met genoemde uitspraak van de Raad van State geheim worden gehouden?
Antwoord 6
Het gaat hier om twee verschillende zaken, namelijk gegevens die benodigd zijn voor
de handhaving en om gegevens die openbaar worden gemaakt voor eenieder.
Een handhavingsverzoek, een aanvraag zoals bedoeld in artikel 1:3 Awb, dient zo concreet
mogelijk te zijn voor het bestuursorgaan om hierop beslissen. De naam van het bedrijf
waar de vermeende overtreding zou plaatsvinden is een gegeven dat nodig is om feitelijk
te kunnen handhaven.
De uitspraak van de Afdeling ziet op het passief openbaar maken van bedrijfsnamen
door de NVWA in het kader van een Wob-verzoek. In het kader van een WOB-verzoek worden
de namen van de bedrijven wel openbaar gemaakt. WOB-besluiten zijn voor iedereen in
te zien via rijksoverheid.nl
Vraag 7
Wordt er handhavend opgetreden tegen bedrijven waar exotische muggen worden gevonden,
en waarvan aannemelijk is dat ze de voorschriften overtreden? Zo ja, hoe vaak is dat
sinds 2005 gebeurd, welke bedrijven betrof het (naam en adres) en wat hield die handhaving
in?
Antwoord 7
Ja, op grond van het Warenwetbesluit Lucky Bamboo heeft de NVWA in februari 2016 en
nogmaals in augustus 2016 een last onder bestuursdwang (LOB) opgelegd aan een importeur
van Lucky Bamboo naar aanleiding van het niet naleven van artikel 3 en 4 van het Warenwetbesluit
Lucky Bamboo. De partij waarvoor in februari 2016 een LOB is opgelegd, is vernietigd.
De andere partij is in quarantaine gehouden, waarbij gemonitord is op de aanwezigheid
van muggen. Na een mugvriie periode van 4 weken is de partij verkocht. Het betreffende
bedrijf is overigens kort hierna gestopt met het importeren van Lucky Bamboo.
In 2018 is een bedrijf dat handelt in tweedehands banden een last onder dwangsom (LOD)
opgelegd omdat op basis van artikel 47a, eerste lid, onder b, van de Wet publieke
gezondheid opgelegde voorschriften van technisch-hygiënische aard niet werden nageleefd.
Het bedrijf heeft naar aanleiding van deze LOD-herstelmaatregelen uitgevoerd waarmee
de overtreding is beëindigd. De namen van de bedrijven worden via een WOB-verzoek
openbaar gemaakt.
Vraag 8
Waarom vermeldt de NVWA op haar webpagina niet alle vondsten van alle soorten invasieve
exotische muggen, terwijl de titel van de pagina dat wel suggereert?
Antwoord 8
De NVWA vermeldt sinds 2017 op haar webpagina vondsten van alle zes exotische muggen
die in artikel 12a van het Besluit publieke gezondheid zijn aangewezen als vector
(insect of ander dier dat een ziekteverwekker bij zich draagt). In geval een soort
niet in het betreffende jaar is aangetroffen, is deze soort in de tabel weggelaten.
De Aziatische bosmug is gevestigd in de provincie Flevoland en wordt in dit gebied
niet meer geregistreerd. De NVWA houdt een vinger aan de pols door aan de randen van
het bekende areaal steekproefsgewijs te bemonsteren om te bezien of het gebied groeit
tot buiten die provincie, dit om nog wel een correct beeld van de situatie te kunnen
schetsen. Omdat bestrijding in Flevoland niet meer plaatsvindt, is een grotere meetinspanning
niet opportuun.
Ook de vondst van Aedes flavopictus (een mug zonder Nederlandse naam) in 2019 die niet als vector is aangewezen is ook
op de webpagina van de NVWA te vinden.
Vraag 9
Welke soorten invasieve exotische muggen die niet op de webpagina van de NVWA worden
genoemd, zijn sinds 2005 op welke data op welke locaties gevonden, en in welke aantallen?
Antwoord 9
Een overzicht van de vondsten van alle in de Wet publieke gezondheid genoemde exotische
muggen in de periode 2009–2016 is opgenomen in de bijlage4. Sinds 2017 vermeldt de NVWA de vondsten op haar webpagina. Centrum Monitoring Vectoren,
onderdeel van de NVWA bestaat sinds 2009 en sindsdien zijn de gegevens over exotische
muggen in Nederland geregistreerd. Voor de periode vóór 2009 zijn geen betrouwbare
data beschikbaar.
Vraag 10
Hoe staat het momenteel met de verspreiding van de Aziatische bosmug in Flevoland?
Antwoord 10
De verspreiding binnen Flevoland wordt niet langer nauwgezet in beeld gebracht. Wel
worden aan de rand van de provincie monsters genomen om te zien of het gebied dat
de Aziatische bosmug bewoont is toegenomen. De buitengrens van waar de bosmug (incidenteel)
is gevestigd, bevindt zich binnen de provinciegrens en loopt door de plaatsen Almere,
Zeewolde en Dronten. Uit de Noordoostpolder zijn (nog) geen vondsten bekend.
Vraag 11
Klopt het dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) begin 2021
een rapport heeft uitgebracht over het Westnijlvirus, welke met u is gedeeld? Zo ja,
kunt u deze ook delen met de Kamer?
Antwoord 11
Ik verwacht geen rapport van het RIVM over westnijlvirus. Zoals in recente antwoorden
van de Minister van Medische Zorg op Kamervragen aangaande het westnijlvirus aangegeven
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1176), wordt er een eerste advies vanuit het Responsteam zoönosen (RT-Z) verwacht. Het
RT-Z beoordeelt signalen die nadere analyse van gegevens of uitgebreidere discussie
vereisen of acties behoeven op het gebied van onder meer het indammen van verspreiding,
mogelijke interventies, diagnostiek en behandeling en communicatie. In verreweg de
meeste gevallen behandelt het RT-Z zoönotische signalen die door de GGD en/of de NVWA
kunnen worden afgehandeld. Als dit aanleiding geeft tot (aanvullende) actie en/of
noodzaakt tot het beschikbaar stellen van extra middelen vanuit het Rijk zal de directeur
van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM hierover contact leggen met
het Ministerie van VWS. Tot op heden is dat niet gebeurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.