Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Helvert over Chinese surveillanceapparatuur
Vragen van het lid Van Helvert (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over Chinese surveillanceapparatuur (ingezonden 22 december 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 13 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat Huawei software voor de herkenning van gezichten
van Oeigoeren testte?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze berichtgeving?
Antwoord 2
Het kabinet kan de berichtgeving niet bevestigen op basis van eigen informatie.
Vraag 3, 4 en 5
Is dergelijke herkenningssoftware, gericht op een bepaalde bevolkingsgroep, volgens
u in strijd met mensenrechten en bovendien een uiting van racisme?
Kunt u aangeven of, en zo ja welke, internationale verdragen China schendt met het
gebruik van deze software voor de herkenning van gezichten van specifiek Oeigoeren?
Kunt u aangeven of Huawei in strijd handelt met internationale afspraken onder bijvoorbeeld
de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het Handvest
van de Verenigde Naties (VN), de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking
(OESO) of enige andere internationale conventies?
Antwoord 3, 4 en 5
Het gebruik van gezichtsherkenningssoftware is op zichzelf geen schending van internationale
mensenrechten, hoewel er wel vanuit diverse mensenrechtenorganen zorgen zijn geuit
over het gebruik van biometrische data, zoals wordt verzameld bij gezichtsherkenningssoftware,
en het effect wat een dergelijke technologie kan hebben op, bijvoorbeeld, het recht
op privacy.
Met betrekking tot het gebruik van gezichtsherkenningssoftware waarbij dit wordt ingezet
ter herkenning van gezichten van bepaalde bevolkingsgroepen, dient opgemerkt te worden
dat op grond van internationale mensenrechtenverdragen het niet is toegestaan een
onderscheid te maken op basis van bijvoorbeeld, ras, afkomst of etniciteit. Het kabinet
benadrukt dat ook China zich via de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
(UVRM) heeft gecommitteerd aan mensenrechten, dat deze universeel zijn en dat eenieder
aanspraak heeft op alle rechten en vrijheden die in de UVRM worden opgesomd – zonder
enig onderscheid van welke aard ook. Het verbod op discriminatie is specifiek neergelegd
in het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie,
welke China heeft geratificeerd.
Indien er derhalve bij de inzet van gezichtsherkenning, en bij het gebruik van de
gegevens die hierbij verzameld kunnen worden, door China onderscheid gemaakt wordt
op grond van etniciteit (in dit geval de Oeigoeren) of gezichtsherkenningssoftware
wordt ingezet die enkel gericht is op de specifieke gezichten van Oeigoeren, dan is
het waarschijnlijk dat het discriminatieverbod zoals neergelegd in internationale
mensenrechtenverdragen wordt geschonden.
Onder de OESO-richtlijnen wordt van bedrijven verwacht dat zij voorkomen en tegengaan
dat hun producten worden gebruikt voor discriminerende doeleinden. China is geen lid
van de OESO, wat betekent dat de Chinese overheid niet verwacht van Chinese bedrijven
dat zij de OESO-richtlijnen naleven. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) stelt geen
eisen aan producten, en kent met name regels om handelsbarrières tegen te gaan.
Vraag 6
Heeft u contact gehad met Huawei over deze onthulling en zo ja, wat was hun verklaring
voor het ontwikkelen van een Oeigoer-alarm? En zo nee, wanneer bent u van plan contact
met hen op te nemen om uw afschuw uit te spreken over dergelijke «slimme» surveillancemiddelen
die worden ingezet om Chinese minderheden te onderdrukken?
Antwoord 6
Huawei heeft zijn positie in deze kwestie gecommuniceerd via een verklaring op de
website van Huawei Nederland.2 Het bedrijf stelt onder andere dat «de applicatie niet geïmplementeerd [is] in de
praktijk» en dat «onze technologieën niet [zijn] ontworpen om etnische groepen te
identificeren». Het Ministerie van Buitenlandse Zaken kan deze uitleg van Huawei op
basis van eigen informatie niet bevestigen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken
heeft het onderwerp van het mogelijke misbruik van de gezichtsherkenningssoftware
aan de orde gesteld tijdens een recent courtesy gesprek met het bedrijf. Huawei heeft
daarbij aangegeven dat dit ingaat tegen het beleid van het bedrijf. Medewerkers van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn over dit onderwerp op 25 februari jl. uitgebreider
in gesprek met Huawei gegaan. Daarbij hebben zij ook de zorgen van het kabinet met
betrekking tot etnische profilering, discriminatie en gebruik van technologie voor
mensenrechtenschendingen overgebracht en Huawei op de maatschappelijke verantwoordelijkheid
gewezen.
Vraag 7
In hoeverre acht u het wenselijk dat Chinese bedrijven die de onderdrukking van Oeigoeren
in China faciliteren actief zijn op de Nederlandse en de Europese markt? En kunt u
aantonen dat die bedrijven niet ook dergelijke praktijken binnen de Europese Unie
bezigen?
Antwoord 7
Het kabinet heeft geen overzicht van de activiteiten van Chinese bedrijven in de EU
en kan geen uitspraken doen over mogelijke bijdragen van individuele bedrijven aan
onderdrukking in Xinjiang.
Vraag 8
Kunt u binnen de Europese Unie pleiten voor een onderzoek naar Chinese bedrijven die
zowel de onderdrukking en de uitbuiting van Oeigoeren in China faciliteren als actief
zijn op de Europese markt? Zo nee, waarom niet? En zo ja, wanneer en waar gaat u dat
doen?
Antwoord 8
Nederland en (de lidstaten van) de Europese Unie volgen de mensenrechtensituatie nauwgezet.
Via het postennetwerk in China houdt Nederland zich op de hoogte van de ontwikkelingen
in Xinjiang en de rest van het land. Nederlandse diplomaten houden contact met bedrijven,
ngo’s, en mensenrechtenverdedigers en hebben daarbij ook aandacht voor surveillance
en de rol van het Chinese bedrijfsleven. De informatiepositie van Nederland wordt
gesteund door samenwerking met de delegatie van de EU, gelijkgestemde landen en onderzoeksinstellingen.
Gezien alles wat er al gaande is, acht ik een oproep tot een onderzoek naar Chinese
bedrijven die zowel de onderdrukking en de uitbuiting van Oeigoeren in China faciliteren
als actief zijn op de Europese markt, niet nodig.
Vraag 9
Is het mogelijk om, naar Amerikaans voorbeeld, in de Europese Unie te komen tot een
zwarte lijst met buitenlandse bedrijven die actief handelen in strijd met de Europese
waarden en belangen, waardoor Europese bedrijven een exportlicentie nodig hebben om
zaken met hen te doen? Bent u bereid hiervoor te pleiten?
Antwoord 9
De juridische basis voor het EU-exportcontrolebeleid voor dual-use goederen is de EU Dual Use Verordening. Deze voorziet niet in een «zwarte lijst»-methodiek.
Controle vindt plaats op basis van een lijst van dual-use goederen die in deze EU-verordening is bijgevoegd. Deze controlelijst wordt jaarlijks
geactualiseerd op basis van internationale afspraken in exportcontroleregimes over
te controleren goederen en technologie. Nederlandse bedrijven zijn verplicht een exportvergunning
aan te vragen als zij goederen of technologie op deze EU-controlelijst willen exporteren
buiten de EU. Het kabinet maakt een inschatting van het risico dat de eindgebruiker
de goederen voor ongewenst militair eindgebruik inzet. Mocht het risico op militair
eindgebruik of mensenrechtenschendingen te groot zijn dan wijst het kabinet een vergunningaanvraag
af. Het kabinet maakt daarbij ook gebruik van de informatie die de lidstaten van de
Europese Unie delen over afgewezen vergunningaanvragen. Zo probeert de EU te voorkomen
dat de ontvangers, ofwel eindgebruikers de goederen en technologie in een andere lidstaat
kopen. Dit waarborgt tegelijkertijd een gelijk speelveld voor het Europese bedrijfsleven.
Het kabinet is geen voorstander van de toevoeging van een «zwarte lijst» als onderdeel
van het exportcontrolestelsel en benadert exportcontrole vanuit het risico dat met
de levering van goederen gepaard gaat.
Vraag 10
Bent u bekend met het bericht dat de Europese Unie gebruikmaakt van temperatuurcamera's
van het Chinese bedrijf Hikvision?2
Antwoord 10
Ja.
Vraag 11
Bent u bekend met het gegeven dat Hikvision bewakingscamera’s levert voor de Chinese
interneringskampen en heel Xinjang volhangt met camera’s van dit bedrijf?
Antwoord 11
Het is bekend dat Hikvision een grote speler in de surveillancesystemenmarkt is, maar
het kabinet heeft geen zicht op waar camera’s en andere apparatuur van dit bedrijf
geïnstalleerd zijn.
Vraag 12
Hebben de EU-instellingen de temperatuurcamera’s van Hikvision inmiddels vervangen
door apparatuur van bedrijven die geen grootschalige mensenrechtenschendingen faciliteren?Zo
nee, waarom niet en kunt u dit zo spoedig mogelijk bepleiten?
Antwoord 12
Het kabinet heeft de Europese Commissie, de Europese Dienst voor Extern Optreden en
het Europese parlement gewezen op de kwetsbaarheden. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid
voor het beheer van de temperatuurcamera’s bij de EU-instellingen.
Vraag 13
Maken naar uw weten Nederlandse overheidsinstellingen gebruik van surveillanceapparatuur
van Chinese bedrijven die in China betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen? En
zo ja, deelt u dan de mening dat deze zo snel mogelijk moeten worden vervangen door
apparatuur van «schone» bedrijven?
Antwoord 13
Er bestaat geen compleet overzicht van de gebruikte surveillanceapparatuur binnen
alle overheidsinstellingen.
Vraag 14
Kunt u onderzoeken in hoeverre surveillanceapparatuur van Chinese bedrijven die betrokken
zijn bij mensenrechtenschending in China, is uitgerold in Nederland en naar aanleiding
van dit onderzoek aangeven welke grenzen u hieraan wilt stellen?
Antwoord 14
Het kabinet houdt geen overzicht bij van de merkkeuzes door private partijen voor
surveillanceapparatuur. Wel verwacht het kabinet van alle Nederlandse bedrijven die
internationaal ondernemen dat zij de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen
(OESO-richtlijnen) en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s)
naleven. Dit houdt in dat bedrijven in kaart brengen in hoeverre zij via hun bedrijfsactiviteiten
en ketenpartners verbonden zijn aan risico’s voor mens en milieu, en hun invloed aan
te wenden om deze risico’s te voorkomen en aan te pakken, de aanpak hiervan te monitoren
en hier verantwoording over af te leggen.
Vraag 15
Is de tijd niet gekomen, ook mede in het licht van de recente onthullingen over de
massale dwangarbeid in de Chinese regio Xinjang, dat u samen met uw Europese collega’s
een veel hardere koers gaat varen tegenover China? Hoelang worden deze massale mensenrechtenschendingen
nog door de vingers gezien?
Antwoord 15
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 16 december
jl. in haar gesprek met de viceminister van het Chinese Ministerie van Handel, Yu
Jianhua, China opgeroepen om toegang te verlenen tot Xinjiang en bedrijven in staat
te stellen hundue diligence uit te voeren. Mensenrechten zijn ook aan de orde gekomen tijdens het gesprek van
Minister-President Mark Rutte en Premier Li Keqiang op 23 december 2020. Naast bilaterale
kanalen spreekt Nederland China ook aan op de mensenrechtensituatie via multilaterale
gremia zoals de Verenigde Naties (VN) en in EU-verband. In het recent onderhandelde
Comprehensive Agreement on Investment (CAI) tussen de EU en China is overeengekomen
dat China zich voortdurend zal inspannen de openstaande fundamentele ILO conventies
– waaronder die over dwangarbeid – te ratificeren en implementeren. Nederland heeft
zich hier tijdens de onderhandelingen hard voor gemaakt.
De Raad Buitenlandse Zaken heeft op 22 maart 2021 een pakket listings aangenomen in het kader van de EU-mensenrechtensanctieregime waarin vier personen
en een entiteit verantwoordelijk voor mensenrechtenschendingen in Xinjiang sancties
zijn opgelegd, conform de moties Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1596), Ploumen (Kamerstuk 35 570 V, nr. 43) en Kuzu (Kamerstuk 35 570 V, nr. 53)
Tijdens de 46e sessie van de VN Mensenrechtenraad in maart 2021 heeft Nederland in een gezamenlijke
verklaring met 25 andere EU-lidstaten in de VN Mensenrechtenraad aandacht gevraagd
voor onder andere de wijdverspreide surveillance en beperking van vrijheden in Xinjiang.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.