Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Vestering over het verhoogde risico op Parkinson door het levenslange gebruik van melkproducten
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het verhoogde risico op Parkinson door het levenslange gebruik van melkproducten (ingezonden 7 april 2021).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
9 april 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Verhoogde kans op ziekte van Parkinson door levenslang gebruik
melkproducten»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat verschillende wetenschappelijke studies aangeven dat de levenslange
consumptie van melkproducten een verhoogd risico geeft op het ontwikkelen van de ziekte
van Parkinson?2
3
4
Vraag 3
Kunt u uitsluiten dat dit verhoogde risico wordt veroorzaakt door resten van landbouwgif
in de melk, die koeien via het voer binnenkrijgen? Zo ja, hoe meent u dan dat het
verhoogde risico op Parkinson door melkconsumptie verklaard kan worden?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat er geen maximale normen voor gifresten (Maximale Residu Limieten,
MRL-en) zijn opgesteld voor gewassen die uitsluitend als veevoer bestemd zijn, zoals
voederbieten, weidegras, kuilgras en snijmais?
Vraag 5
Wordt bij de toelating van landbouwgif voor de toepassing op veevoergewassen (ruwvoer
en krachtvoer) rekening gehouden met de menselijke consumptie van de melk, vlees of
eieren en de gezondheidseffecten op mensen daarvan, waaronder het risico op de ziekte
van Parkinson?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat u in uw brief aan de Europese Commissie wel uw zorgen uit over
het verhoogde risico op de ziekte van Parkinson door het gebruik van landbouwgif voor
de toepasser (de landbouwer) en voor omwonenden van bespoten percelen, maar niet voor
de consument van groente, fruit en melk? Heeft u hier zorgen over?5
Vraag 7
Indien de Europese Commissie besluit om de datavereisten voor neurologische aandoeningen
(waarvan de ziekte van Parkinson er een is) voortaan standaard op te nemen in de toelatingsprocedure
voor landbouwgif, geldt dit dan ook voor de blootstelling van consumenten aan het
gif?
Vraag 8
Heeft u reeds een reactie ontvangen van de Europese Commissie op uw brief?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat het onderzoek van Buijs en Mantingh aantoont dat op veebedrijven
met veel bestrijdingsmiddelen in het krachtvoer die gifresten in de regel ook in de
mest worden teruggevonden?6
Vraag 10
Waarom heeft u Wageningen Environmental Research, in de evaluatie van het onderzoek
van Buijs en Mantingh, niet opdracht gegeven om het aangetoonde verband tussen gifresten
in krachtvoer en koeienmest en de afwezigheid van mestkevers te evalueren, zoals u
schrijft in antwoord 16 op eerdere Kamervragen?7
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat dit wel meegenomen zal worden in het empirische onderzoek dat
uitgevoerd zal worden naar aanleiding van de motie van de leden Wassenberg en Graus
(Kamerstuk 35 616, nr. 10)?
Vraag 12
Deelt u het inzicht dat wanneer er wetenschappelijke aanwijzingen zijn dat resten
van landbouwgif uit veevoer in mest terecht komen, het aannemelijk is dat deze resten
ook in de melk terecht komen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Beaamt u dat de MRL-en voor landbouwgif voor de componenten van krachtvoer drastisch
omlaag zouden moeten, zodat ze niet alleen niet schadelijk zijn voor koeien, maar
ook voor het bodem- en mestleven en voor mensen die de melk consumeren? Zo ja, welke
actie gaat u hiervoor ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Beaamt u dat er MRL-en gesteld moeten worden voor ruwvoer? Zo ja, welke actie gaat
u hiervoor ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 15
Deelt u het inzicht dat vanuit het voorzorgsprincipe alle soorten landbouwgif die
momenteel op de markt zijn toegelaten direct een herbeoordeling zouden moeten doorstaan
waarbij getest wordt op neurologische effecten? Zo nee, deelt u het inzicht dat hiermee
een onverantwoord risico voor de volksgezondheid blijft voortbestaan?
Mededeling
De vragen van het lid Vestering (PvdD) van 7 april 2021, over het verhoogde risico
op Parkinson door het levenslange gebruik van melkproducten, kunnen niet binnen de
gebruikelijke termijn worden beantwoord. De vragen zullen zo spoedig mogelijk worden
beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.