Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Sneller over Kroondomein het Loo
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister-President en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over Kroondomein het Loo (ingezonden 15 maart 2021).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
9 april 2021).
Vraag 1
Kent u het artikel van Zembla «Subsidie voor de Koning is een «juridische janboel»»?1
Vraag 2
Is het waar dat Kroondomein het Loo middels een schenkingsovereenkomst in 1959 aan
de Staat is overgedragen? Zo ja, is het Kroondomein het Loo dan niet feitelijk de
juridische eigendom van de Staat?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat de Kroondrager de vruchtgebruiker van Kroondomein het Loo, dan
wel het daaronder vallende grondgebied, is, aangezien op de website van het koninklijk
huis staat: «Het Rijk verstrekt jaarlijks voor beheers- en inrichtingsmaatregelen van het Kroondomein
(...) een subsidie aan de Kroondrager, als privaatrechtelijk vruchtgebruiker van het
eigenlijke Kroondomein.»2? Zo ja, kunt u dan aangeven waaruit de vestiging van dit vruchtgebruik volgt? Zo
niet, kunt u dan aangeven of er een, anders dan door de Kroondrager gevestigd, recht
op vruchtgebruik op het kroondomein, dan wel het daaronder vallende grondgebied, gevestigd
is? Zo ja, wanneer, op welke wijze en ten behoeve van welke natuurlijke dan wel rechtspersoon
is dit recht gevestigd?
Vraag 4
Kunt u verklaren waarom op diezelfde website wordt gesteld:«Met andere woorden: als
de economische eigenaar van deze grond niet de Kroondrager was geweest, dan had die
persoon ook subsidie kunnen krijgen.»3 Is de Kroondrager nu vruchtgebruiker of economisch eigenaar?
Vraag 5
Als de Kroondrager economisch eigenaar is, behoort de waarde van het kroondomein dan
tot zijn vermogen en zou hij hier dan niet belasting over moeten betalen, nu de belastingvrijdom
van art. 40, lid 2 van de Grondwet niet van toepassing is op het privévermogen van
de Koning?
Vraag 6
Is het waar dat overschotten van Kroondomein het Loo worden uitgekeerd aan de Kroondrager?
Zo ja, kan de Minister voorzien in een volledig overzicht van uitkeringen die op basis
hiervan zijn gedaan aan de Kroondrager?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat de juridische grondslag voor de subsidiëring de Kaderwet EZ-subsidies
is, onder analoge toepassing van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer
Gelderland 2016 («SVNL Gelderland 2016»)? Zo ja, kunt u bevestigen dat de voorwaarden
zoals neergelegd in bovengenoemde regelingen (in beginsel ook) voor de subsidiëring
van Kroondomein het Loo gelden?
Vraag 8
Kunt u aangeven door welke actor, specifiek rechtspersoon of natuurlijke persoon de
aanvraag voor de subsidieverlening is gedaan? Wie is de subsidieontvanger? In wiens
vermogen komt de subsidie terecht?
Vraag 9
Is er, gelet op het feit dat volgens artikel 2.1, eerste lid, onder a en b van de
SVNL Gelderland 2016 een aanvrager krachtens eigendom of erfpacht zeggenschap dient
te hebben over het natuurterrein waarvoor de subsidie is aangevraagd, sprake van erfpacht?
Zo ja, wanneer, op welke wijze, en aan welke natuurlijke persoon of rechtspersoon
komt de erfpacht toe? Zo nee, op grond van welk onderdeel van artikel 2.1, eerste
lid of tweede lid, is de aanvraag voor de subsidie dan rechtens gedaan?
Vraag 10
Kunt u uitleggen waarom niet alleen de uitzondering van artikel 2.9, vierde lid, onder
c hier van toepassing wordt verklaard, maar deze ook nog eens wordt opgerekt van één
hectare tot vijfduizend hectare gedurende niet zeven dagen, maar drie maanden in het
jaar, gezien het feit dat uit artikel 2.9, eerste lid, onder d blijkt dat de subsidieontvanger
verplicht is«het van zonsopgang tot zonsondergang openstellen en toegankelijk houden van het desbetreffende
natuurterrein op ten minste 358 dagen per jaar;»? Is voldaan aan de bepaling van artikel 2.9, vierde lid, onder c, dat de subsidieontvanger
vrijgesteld kan worden van bovengenoemde verplichting, indien «er bescherming van de persoonlijke levenssfeer noodzakelijk is tot een maximum van
een hectare (...)»? Waarin is de grondslag gelegen om een uitzondering te maken op de bij wet bepaalde
uitzondering, daar u in uw beantwoording van vragen van het lid Wassenberg d.d. 2 juli
2020, stelt dat deze regeling niet gevolgd is en dat in de subsidiebeschikking ruimte
wordt gelaten om een groter gebied af te sluiten dan 1 hectare, indien dit in het
belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de Kroondrager wordt
geacht?
Vraag 11
Kunt u ondubbelzinnig aangeven welke reden 1) privacy-redenen; 2) veiligheidsoverwegingen;
en 3) de Koninklijk jacht, volgens u een inbreuk op de normaliter geldende subsidievereisten
van de SVNL Gelderland 2016 rechtvaardigen, aangezien blijkens de onderliggende stukken
meerdere redenen worden aangevoerd voor de uitzondering op het bepaalde in artikel 2.9,
eerste lid, onder d en artikel 2.9, vierde lid, onder c SVNL Gelderland 2016, zoals
«Daarnaast is sprake van afwijkende regelgeving met betrekking tot de openstellingsplicht
van het domein. Dit vanwege de Koninklijke jacht.»4 Een ander argument luidt: «De enige uitzondering die het Kroondomein heeft, in relatie tot andere particuliere
natuurbeheerders, is dat vanwege privacy-redenen, een groter gebied mag zijn afgesloten
dan de 1 ha die hiervoor normaal is. Dit is primair gemotiveerd vanuit veiligheidsoverwegingen
voor de Kroondrager. (en in dit gebied zal waarschijnlijk het grootste deel van de
jacht plaatsvinden)»5.?
Vraag 12
Kunt u daarnaast nader illustreren waarom «privacy-redenen» van de Kroondrager een
dergelijk verschil rechtvaardigen, dat de Kroondrager – in tegenstelling tot iedere
andere private beheerder van bos- en natuurterreinen – vijfduizend hectare (in plaats
van één hectare) en drie maanden (en geen zeven dagen) nodig heeft om aan die privacybehoefte
te voldoen?
Mededeling
De schriftelijke vragen van het lid Wassenberg (PvdD) (kenmerk 2021Z04406, ingezonden op 10 maart 2021) en de aanvullende vragen van het lid Sneller (D66)
(kenmerk 2021Z04594, ingezonden op 15 maart 2021) over Kroondomein het Loo, kunnen niet binnen de gebruikelijke
termijn worden beantwoord vanwege de benodigde afstemming.
Ik doe uw Kamer de beantwoording van beide sets vragen zo spoedig mogelijk toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.