Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Weyenberg over de versoepeling van het urencriterium in 2020 als fiscale steunmaatregel
Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Staatssecretaris van Financiën over de versoepeling van het urencriterium in 2020 als fiscale coronasteunmaatregel (ingezonden 15 februari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
            (ontvangen 9 april 2021).
         
Vraag 1, 2
            
Kunt u toelichten wat de versoepeling van het urencriterium in 2020 als fiscale coronasteunmaatregel
               inhoudt?
            
Kunt u toelichten wat de achtergrond is geweest van deze versoepeling?
Antwoord 1, 2
            
Ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting kunnen onder voorwaarden
               aanspraak maken op verschillende ondernemersfaciliteiten. Op sommige van deze ondernemersfaciliteiten,
               zoals de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek en de oudedagsreserve, kan uitsluitend
               aanspraak worden gemaakt als aan het zogenoemde urencriterium wordt voldaan. Aan dit
               urencriterium wordt in het algemeen voldaan wanneer de ondernemer ten minste 1.225
               uren per kalenderjaar besteedt aan werkzaamheden voor zijn onderneming. Het is denkbaar
               dat ondernemers door de coronacrisis minder of geen werkzaamheden voor hun onderneming(en)
               kunnen verrichten. Hierdoor is het denkbaar dat ondernemers die andere jaren aan het
               urencriterium hebben voldaan, in 2020 niet voldoende uren aan hun onderneming kunnen
               besteden, waardoor niet wordt voldaan aan het urencriterium.
            
Het feit dat ondernemers als gevolg van de coronacrisis bepaalde ondernemersfaciliteiten
               verliezen, vind ik onwenselijk. Daarom heb ik goedgekeurd dat in 2020 voor de periode
               van 1 maart tot 1 oktober de ondernemer geacht wordt ten minste 24 uur per week (en
               voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 16 uur) aan de onderneming(en) te
               hebben besteed, ongeacht het aantal werkelijk aan de onderneming(en) bestede uren.
               Voor ondernemers die seizoengebonden werkzaamheden verrichten en die normaliter in
               de periode van 1 maart tot 1 oktober een piek hebben in het aantal uren dat ze besteden
               aan de onderneming(en), wordt geacht een gelijk aantal uren te zijn besteed in dezelfde
               periode in 2020 als het aantal uren dat is besteed in de periode van 1 maart 2019
               tot en met 30 september 2019. De ondernemer kan in dat geval met behulp van zijn administratie
               bepalen hoeveel uren hij aan de onderneming heeft besteed in de periode van 1 maart
               2019 tot en met 30 september 2019.
            
Vraag 3, 4, 8
            
Kunt u toelichten waarom deze versoepeling niet meer van toepassing is in het laatste
               kwartaal van 2020?
            
Kunt u toelichten waarom in de zomer de versoepeling wel gold en waarom u ervoor heeft
               gekozen dit niet meer te continueren in het laatste kwartaal van 2020? Kunt u toelichten
               waarom u het gepast vindt de versoepeling toe te passen in het eerste half jaar van
               2021? Deelt u de mening dat het zeer terecht is de versoepeling toe te passen in het
               eerste half jaar van 2021? Waarom is dat laatste kwartaal van 2020 zo afwijkend?
            
Bent u bereid te overwegen de versoepeling met terugwerkende kracht ook van toepassing
               te laten zijn op het laatste kwartaal van 2020?
            
Antwoord 3, 4, 8
            
In 2020 gold de versoepeling van het urencriterium in de periode van 1 maart tot 1 oktober.
               Zoals hiervoor aangegeven vind ik het feit dat ondernemers als gevolg van de coronacrisis
               bepaalde ondernemersfaciliteiten verliezen, onwenselijk. Door deze versoepeling hoeven
               ondernemers gedurende een aanzienlijk deel van de crisis slechts beperkte tijd aan
               hun onderneming te besteden om aanspraak te maken op fiscale ondernemersfaciliteiten.
               Met de versoepeling is echter niet bedoeld dat ondernemers die onder normale omstandigheden
               (geen coronacrisis) onvoldoende uren aan hun onderneming(en) besteden profijt hebben
               van deze versoepeling en aanspraak zouden kunnen maken op bepaalde ondernemersfaciliteiten.
            
Voor het urencriterium wordt aangesloten bij het kalenderjaar. Door de versoepeling
               in 2020 tevens van toepassing te laten zijn in het laatste kwartaal van 2020, zou
               de versoepeling tot gevolg hebben dat ook ondernemers aan het urencriterium zullen
               gaan voldoen, die daar in andere jaren niet aan hebben voldaan. Immers, zo zou bijvoorbeeld
               een ondernemer aan het urencriterium voldoen wanneer hij in januari en februari 2020
               circa 170 uren aan zijn onderneming heeft besteed, maar overigens normaliter niet
               op jaarbasis 1.225 uur aan zijn onderneming besteedt. Ik acht het derhalve niet gewenst
               de versoepeling met terugwerkende kracht ook van toepassing te laten zijn op het laatste
               kwartaal van 2020.
            
De versoepeling van het urencriterium in 2021 geldt in de periode van 1 januari 2021
               tot en met 30 juni 2021. Op basis van de reeds uiteengezette redenen ten aanzien van
               de versoepeling van het urencriterium in de periode 1 maart 2020 tot en met 1 oktober
               2020, acht ik de versoepeling in het eerste half jaar van 2021 gewenst.
            
Vraag 5, 6, 7
            
Erkent u dat er nog steeds ondernemers in bepaalde sectoren zijn die niet of nauwelijks
               kunnen werken? En dat dit ook het geval is geweest in het laatste kwartaal van 2020?
            
Erkent u dat deze ondernemers vanwege de lockdownmaatregelen niet in aanmerking komen
               voor de fiscale faciliteiten die zij wel hadden kunnen gebruiken wanneer er geen sprake
               zou zijn van een lockdown? Erkent u dat er ook lockdownmaatregelen van kracht zijn
               geweest in het laatste kwartaal van 2020?
            
Weet u hoeveel ondernemers getroffen zijn door het terugdraaien van de versoepeling
               per oktober 2020?
            
Antwoord 5, 6, 7
            
Ik erken dat er door de coronacrisis ondernemers zijn die momenteel in bepaalde sectoren
               niet of nauwelijks kunnen werken. Overigens is het goed mogelijk dat ondernemers tijdens
               een lockdown nog veel tijd besteden aan de onderneming, al zijn de werkzaamheden die
               ze verrichten mogelijk anders van aard (zoals onderhouds- en verbeteringswerkzaamheden,
               ontwikkelen/verbeteren website, het treffen van maatregelen waardoor aan de coronavoorwaarden
               wordt voldaan of administratieve werkzaamheden). Dit geldt tevens voor het laatste
               kwartaal van 2020. Daarnaast erken ik dat lockdownmaatregelen van kracht zijn geweest
               in het laatste kwartaal van 2020. Of een ondernemer in het jaar 2020 aan het urencriterium
               voldoet, hangt af van de feiten en omstandigheden van een specifiek geval. Er is geen
               inzicht in hoeveel ondernemers, die onder normale omstandigheden in 2020 aan het urencriterium
               zouden voldoen, van een uitbreiding van een versoepeling naar het laatste kwartaal
               van 2020 zouden hebben geprofiteerd.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
