Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over de vele openstaande vragen die er zijn over de compensatie van gedupeerden in de toeslagenaffaire
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de vele openstaande vragen die er zijn over de compensatie van gedupeerden in de toeslagenaffaire (ingezonden 29 maart 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
8 april 2021).
Vraag 1, 2
Waarom is door u telkens ontkend dat de Belastingdienst al ver voor de de start van
de Combiteams Aanpak Facilitators (CAF)-antirechtstatelijke werkwijzen gebruikte en
dat hier ook werkinstructies op bestaan?1
Is dit exemplarisch voor de begin dit jaar aangekondigde nieuwe werkwijze van de Rijksoverheid?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1, 2
In mijn eerste brief als Staatssecretaris over de kinderopvangtoeslagaffaire van 4 februari
2020 is meerdere malen, ook in antwoord op vragen van uw Kamer, gewezen op mogelijk
gedupeerden van voor de start van het CAF.2 Hoewel in de eerste jaren na invoering van het toeslagenstelsel de focus lag op het
zo snel mogelijk toekennen en uitbetalen van toeslagen, is bekend en ook erkend dat
de Belastingdienst/Toeslagen de wet- en regelgeving vanaf het begin zeer strikt heeft
geïnterpreteerd en toegepast. Zowel in de situatie waarin – naar de huidige inzichten
– sprake is van «hardheden» in het stelsel als in situaties waarin de Belastingdienst/Toeslagen
– naar de huidige inzichten – vooringenomen heeft gehandeld, kon dit zeer ingrijpende
gevolgen hebben voor de ouders die hierdoor zijn getroffen. Juist om die reden heeft
het kabinet in reactie op de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen besloten om gedupeerde
ouders te compenseren over de gehele periode sinds de invoering van de kinderopvangtoeslag.
Onder meer met de Wet hardheidsaanpassingen AWIR, die per 1 juli 2020 in werking is
getreden, is uitdrukkelijk (ook) voorzien in de mogelijkheid voor compensatie over
vroegere jaren3. Ook voor de Catshuisregeling, die vooruitlopend op wetgeving als beleidsbesluit
is gepubliceerd, kunnen de ouders die zich gedupeerd voelen in die vroegere jaren
zich aanmelden. Het bieden van herstel aan gedupeerde ouders voor vroegere jaren vindt
ook al plaats, bijvoorbeeld bij de pre-CAF zaak inzake gastouderbureau Appelbloesem.
In de vijfde VGR heb ik de adviezen van de Commissie van Wijzen over zowel Appelbloesem
als De Parel gedeeld. De Commissie kwam tot de conclusie dat bij de Appelbloesem sprake
was vooringenomen handelen over 2007 t/m 2009. Bij de Parel was geen sprake van groepsgewijze
vooringenomenheid, maar kan dit wel in individuele gevallen aan de orde zijn. Ook
kan hardheid van het stelsel hier spelen. Door de uitbreiding van de compensatieregeling
zullen de ouders in die gevallen ook hiervoor in aanmerking kunnen komen. Alle ouders
hebben van UHT een brief ontvangen dat zij zich kunnen melden.
Vraag 3
Waarom is niet eerder een overzicht gemaakt van de onrechtstatelijke werkwijze bij
Toeslagen en de Belastingdienst als het gaat om fraudeopsporing en fraudehandhaving?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Zoals volgt uit de brief van 12 maart 2021 is het niet mogelijk een eenduidig overzicht
te verstrekken van alle gevallen waarin de Belastingdienst of Toeslagen niet in overeenstemming
met de wet- of regelgeving heeft gehandeld.4 Dit mede gezien de vele schakeringen en facetten van begrippen als «buitenwettelijk»
of «onrechtmatig». Voor wat betreft fraudeopsporing en fraudehandhaving wil ik benadrukken
dat dit altijd onderdeel is van het gehele palet aan toezichtactiviteiten van de Belastingdienst
en Toeslagen. Met name na de «Bulgarenfraude» is hier veel sterker de focus op komen
te liggen. Er is toen onvoldoende rekening gehouden met het feit dat burgers veelal
onbewust fouten maken waar op een andere manier mee omgegaan moet worden dan via de
destijds gekozen aanpak. Op deze manier wordt niet meer gewerkt, inmiddels ligt de
nadruk veel meer op dienstverlening, het voorkomen van fouten en het helpen van de
toeslaggerechtigden.
Vraag 4
Kunt u reageren op het betoog van hoogleraar Van der Bunt dat de Catshuisregeling
(opnieuw) tot willekeur leidt en dat u terug naar de tekentafel moet?5 6
Antwoord 4
In het NRC-artikel benoemt hoogleraar Van der Bunt onder meer dat een groot deel van
de ouders opnieuw vermalen dreigt te worden door het systeem, omdat de Catshuisregeling
geen rechtszekerheid kan bieden. Zoals eerder aangegeven in de Kamerbrief van 25 maart
2021 heeft het kabinet besloten om alle ouders die gedupeerd zijn door een vooringenomen
behandeling, alles-of-niets-benadering of het onterecht aanmerken van ouders met het
kenmerk «Opzet/Grove Schuld» bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag ten minste
€ 30.000 uit te betalen.7 De doelgroep is hiermee hetzelfde als voor de primaire herstelregelingen. De regeling
is bedoeld om meer ouders een snelle uitbetaling te kunnen doen, omdat zij vaak al
lang wachten op herstel. Daarnaast is de uitbetaling, tenzij de ouder anders beslist,
geen vervanging voor de integrale beoordeling waarin in meer detail en samen met de
ouder naar zijn of haar situatie gekeken wordt. Ouders die op basis van de herstelregelingen
recht hebben op meer dan € 30.000 zullen dat na integrale beoordeling ontvangen. Daarnaast
ga ik in de 6e Voortgangsrapportage op een aantal punten in die hoogleraar Van der Bunt noemt in
het aangehaalde artikel in het NRC Handelsblad. Een vaktechnische structuur en onafhankelijk
commissies waarborgen dat iedere ouder gelijk wordt behandeld en er dus geen willekeur
ontstaat bij de toewijzing van compensatie (zie paragraaf 2.6). In paragraaf 2.5 van
de Voortgangsrapportage ga ik enerzijds in op de wijze waarop ouders zich kunnen melden
bij het College van de Rechten van de Mens indien zij het vermoeden hebben dat zij
zijn gediscrimineerd. Anderzijds beschrijf ik de acties die zijn ondernomen om in
de toekomst beter zicht te krijgen op signalen omtrent discriminatie en op welke wijze
hier in de toekomst mee moet worden omgegaan. Tenslotte verwijs ik naar hoofdstuk
3 van de 6e Voortgangsrapportage voor de verschillende initiatieven om ouders, naast financiële
compensatie, zo goed mogelijk te ondersteunen.
Vraag 5
Klopt het dat voor de mensen die niet onder de Catshuisregeling vallen per 1 mei 2021
het moratorium dat er geen schulden mogen worden geïnd komt te vervallen? Zo ja, hoeveel
mensen treft dit?
Antwoord 5
Dat klopt. Als in de lichte toets geen aanwijzingen zijn gevonden op basis waarvan
een ouder in aanmerking komt voor € 30.000 vervalt het moratorium per 1 mei. Dit is
om te voorkomen dat de private schulden van deze ouders oplopen, terwijl UHT nog niet
heeft kunnen vaststellen dat zij in aanmerking komen voor de Catshuisregeling en zij
mogelijk dus ook niet in aanmerking komen voor de schuldenaanpak. Als het moratorium
wel door zou lopen en daarna in de integrale beoordeling blijkt dat een ouder geen
recht heeft op compensatie, zouden de schulden van deze ouder in de tussentijd groter
kunnen zijn geworden. Dit komt omdat het moratorium het uitwinnen van beslag voorkomt,
maar niet kan voorkomen dat schulden (bv. een niet betaalde verzekering) ondertussen
oplopen. Door het moratorium alleen door te laten lopen bij ouders die, na de lichte
toets, onder de Catshuisregeling vallen zorgen we dat het moratorium alleen doorloopt
voor ouders die ook in aanmerking komen voor de schuldenaanpak. Als bij de integrale
beoordeling blijkt dat een ouder wel in aanmerking komt voor compensatie gaat het
moratorium wel weer in. Zodra de lichte toets voor iedereen die zich heeft aangemeld
is afgerond is duidelijk hoeveel mensen dit betreft. Overigens is een deel van de
mensen die dit betreft de huidige partner van iemand die wel voor de Catshuisregeling
in aanmerking komt. Zij komen daardoor wel in aanmerking voor de afkoelingsperiode
van één jaar. De invordering van publieke schulden blijft wel gepauzeerd totdat definitief
duidelijk is of mensen wel of geen recht hebben op compensatie (zie ook onderdeel
2.2 van de zesde Voortgangsrapportage).
Vraag 6
Hoe zeker is het dat de mensen die buiten de Catshuisregeling vallen niet in aanmerking
komen voor compensatie?
Antwoord 6
In mijn brief van 25 maart 2021 heb ik aangegeven dat voor alle ouders die zich uiterlijk
op 15 februari 2021 hebben gemeld een lichte toets plaatsvindt om te bepalen of sprake
is van recht op € 30.000. Op basis van data-analyse komt naar voren dat ongeveer 20%
van de aangemelde ouders geen kinderen of geen kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd.
Dit betreffen ook ouders waarvan het verzoek tot herstel niet zag op de kinderopvangtoeslag,
maar op bijvoorbeeld de huur- en zorgtoeslag. Voor ongeveer 50% van de aangemelde
ouders geldt dat er, na de data-analyse, een lichte handmatige toets nodig is om hun
recht op de € 30.000 vast te stellen. Bij de handmatige toets kijken we in het individuele
dossier of de ouder ooit onterecht kinderopvang moest terugbetalen. Indien we op basis
hiervan nog geen aanwijzing zien voor recht op herstel dan kijkt een expert hier nog
een tweede keer naar. Indien de expert twijfelt bellen we de ouder om de situatie
goed te begrijpen. In diezelfde brief heb ik eveneens medegedeeld dat iedere ouder
in aanmerking komt voor een integrale beoordeling, ook als er nog geen uitsluitsel
kan worden gegeven na de lichte toets. In het traject van de lichte toets vindt ook
collegiale toetsing plaats als we nog niet direct een haakje voor het recht op € 30.000
zien. Hiermee wil ik benadrukken dat wij binnen onze mogelijkheden zorgvuldig opereren
om ervoor te zorgen dat we zoveel mogelijk mensen € 30.000 uitbetalen voor 1 mei.
Via de integrale beoordeling en het contact met de ouder bekijken we steeds de individuele
situatie zodat we er zeker van zijn dat – ook na 1 mei – iedere ouder het herstel
krijgt waar hij/zij recht op heeft.
Vraag 7
Waarom wordt voor gedupeerde gezinnen die een «opmaat-behandeling» nodig hebben, omdat
bijvoorbeeld de 30.000 euro compensatie bij lange na niet de schade dekt, het moratorium
opgeheven? Erkent u dat dit tot veel stress leidt bij deze gezinnen?
Antwoord 7
Voor alle ouders die € 30.000 ontvangen blijft het moratorium gelden na 1 mei. Namelijk
tot een jaar na de ontvangst van de € 30.000. Dit geldt ook voor de ouders die mogelijk
recht hebben op meer compensatie van de € 30.000 en een «opmaat-behandeling» ofwel
integrale beoordeling nodig hebben. Het moratorium vervalt alleen bij ouders bij wie
in de lichte toets geen aanwijzingen zijn op basis waarvan de ouder in aanmerking
komt voor de € 30.000. Als daarna, bij de integrale beoordeling blijkt dat een ouder
wel recht heeft op compensatie gaat het moratorium weer in voor de looptijd van 1
jaar.
Vraag 8
Waarom is nog geen verslag gedaan van de proef met het in één dag uitzoeken van het
bepalen van de rechtmatige compensatie voor een gedupeerde, zoals u toezegde in het
algemeen overleg Hersteloperatie Kinderopvangtoeslagen van 10 februari 2021?8
Antwoord 8
Samen met uw Kamer blijf ik kijken naar mogelijkheden om de dienstverlening aan ouders
te optimaliseren. Daarbij vind ik het belangrijk dat ouders de hulp krijgen die hen
écht verder helpt hun leven weer op orde te krijgen. En tegelijkertijd kijken waar
versnelling in de behandeling mogelijk is. De motie Kwint en Leijten9 stelt niet letterlijk het afdoen van een dossier van een ouder in één dag. Dat is
ook niet mogelijk, gezien de complexe situatie waarin veel ouders die zich gemeld
hebben zich bevinden. Bovendien spelen er bezwaar- en beroepstermijnen en is er nog
ook een rol voor de Commissie Werkelijke Schade.
Vraag 9, 10
Waarom is de toezegging uit het algemeen overleg Hersteloperatie Kinderopvangtoeslagen
van 10 februari 2021 over de verschillen tussen de terugvordering van de uiteindelijke
toekenning van toeslagen en de uiteindelijke beslaglegging en de verrekening door
Toeslagen en het Landelijk Incassocentrum (LIC) niet nagekomen?10
Kunt u aangeven hoe vaak er intern al gesproken is over het verschil van verrekenen
door Toeslagen en beslagleggen via het LIC, en de nihilstellingen? Waarom is hierover
dan nog geen verslag gedaan aan de Kamer?
Antwoord 9, 10
In lijn met die toezegging zijn toekenningen, verrekeningen en beschikkingen gecontroleerd.
Hiervoor hebben veelvuldige overleggen plaatsgevonden en zijn handmatige controles
uitgevoerd. In geen gevallen zijn er fouten gevonden. Wel blijkt dat de berekeningen
bij beschikkingen of toekenningen niet duidelijk zijn. Dit moet beter. Ik ga ervoor
zorgen dat dit verbetert in de beschikkingen vanuit UHT en dat er ook op de website
toeslagen.nl/herstel een duidelijke uitleg komt te staan. Daarnaast blijf ik signalen
op mogelijke fouten uiteraard onderzoeken.
Vraag 11
Hoeveel ouders hebben zich inmiddels gemeld met een (groot) verschil tussen wat is
teruggevorderd en verrekend in relatie tot de nihilstellingen?
Antwoord 11
Enkele ouders en advocaten hebben zich hierover bij UHT gemeld, met hen loopt het
gesprek.
Vraag 12, 13, 14
Kunt u uitleggen waarom een in Nederland geboren gedupeerde consequent wordt vermeld
als Turkse?
Kunt u tevens uitleggen waarom de Belastingdienst hier geen uitleg over wil geven
en deze gedupeerde enkel adviseert een klacht in te dienen bij het College voor de
Rechten van de Mens?
Waarom krijgt deze gedupeerde geen antwoord op een informatieve vraag over waarom
zij op een specifieke manier wordt behandeld?
Antwoord 12, 13, 14
Ik betreur het zeer als vanuit de Belastingdienst en/of Toeslagen een dergelijke kwalificatie
in het verleden gehanteerd is richting iemand met de Nederlandse nationaliteit en
de gedupeerde niet de behandeling heeft gekregen die ze wenst. Er is hierover contact
geweest met de betreffende ouder. Voor deze gang van zaken heb ik mijn excuses aangeboden
richting de gedupeerde en heb dat intern onder de aandacht gebracht om hierop te letten.
Vraag 15
Hoeveel gedupeerden die zich al in 2020 meldden, hebben nog geen persoonlijk zaakbehandelaar?
Antwoord 15
In 2020 hebben 11.928 (mogelijk) gedupeerden zich gemeld. Per 1 april 2021 hebben
hiervan 9.118 (mogelijk) gedupeerden nog geen persoonlijke zaakbehandelaar, 2.810
hebben wel een persoonlijk zaakbehandelaar. Uiteraard krijgen alle ouders die zich
in 2020 gemeld hebben een lichte toets voor 1 mei a.s. om hun recht op € 30.000 vast
te stellen. Indien zij hier recht op € 30.000 hebben, krijgen zij dit voor 1 mei a.s.
uitbetaald.
Vraag 16
Hoeveel van deze gedupeerden wachten nog steeds op een compensatievoorstel?
Antwoord 16
Van de groep van 9.118 wachten 8.176 ouders nog op een compensatievoorstel. 942 ouders
hebben een betaling in het kader van de Catshuisregeling ontvangen. Alle ouders die
hiervoor in aanmerking komen ontvangen voor 1 mei een betaling in het kader van de
Catshuisregeling.
Vraag 17, 18
Welke afspraken hebben u, de Minister-President en de Minister van Financiën afgelopen
februari gemaakt met ouders in het Catshuis? Kunt u de Kamer hiervan een overzicht
sturen?
Hoe staat met het nakomen van die afspraken? Kunt u ook hiervan een overzicht sturen?
Antwoord 17, 18
Op 6 februari en 27 maart jl. hebben de Minister-President, de Minister van Financiën
en ik een gesprek gehad met een groep gedupeerde ouders, hierbij was ook de voorzitter
van het ouderpanel aanwezig. Deze gesprekken zijn zeer waardevol om te komen tot een
goede uitvoering van de herstelregelingen. Hierbij zijn verschillende onderwerpen
aan de orde geweest, zowel verzoeken vanuit ouders als vragen om meer informatie.
Het ging hierbij onder meer om de werkwijze van de commissies, de rol van de persoonlijke
zaakbehandelaar, de speciale servicelijn en de verrekeningen tussen en met andere
toeslagen. In de Voortgangsrapportages wordt u regulier op de hoogte gehouden van
de stand van zaken over deze onderwerpen.
Vraag 19, 20, 21
Erkent u dat, zoals in de media is beschreven, advocaten die mensen bijstaan onvoldoende
vergoeding krijgen waardoor zij óf minder mensen kunnen helpen, óf hun eigen praktijk
financieel ernstig tekort doen? Kunt u uw antwoord toelichten?11
Hoeveel advocaten hebben zich via de advocatenpoule gemeld?
Is het budget voor de advocaten voldoende om de begeleiding bij de Commissie Werkelijke
Schade te bekostigen?
Antwoord 19, 20, 21
Op 1 maart 2021 heeft de Raad voor Rechtsbijstand (RvR) de Subsidieregeling pakket
rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag gepubliceerd.12 In deze subsidieregeling is aangesloten bij de systematiek van de vergoedingen die
worden gegeven voor de sociale advocatuur zoals neergelegd in het Besluit vergoedingen
rechtsbijstand 2000. Dit geldt ook voor de hoogte van de vergoeding per punt. Bij
het opstellen van de regeling heeft de RvR samen met het Ministerie van Financiën
en het Ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) onderzocht hoeveel punten redelijk
zijn voor de activiteiten van een advocaat. Hierbij is steeds de vergelijking gemaakt
met andere trajecten waarin gesubsidieerde rechtsbijstand wordt toegewezen. De begeleiding
van gedupeerde ouders bij de Commissie Werkelijke Schade is specifiek punt van aandacht
geweest. Deze procedure is als aanvullende stap opgenomen in de subsidieregeling en
de werkzaamheden in die fase worden ook aanvullend vergoed. Omdat hiervoor mogelijk
andere expertise nodig is dan bij de rest van de procedure, is bovendien besloten
om het mogelijk te maken om een extra expert in te schakelen. De RvR heeft de subsidieregeling
ook getoetst bij de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en die hebben aangegeven
zich te kunnen vinden in de regeling. Inmiddels hebben zich in korte tijd 169 advocaten
gemeld. Met J&V, de RvR en de NOvA is wel afgesproken om de regeling periodiek te
evalueren en dan ook te bezien of de regeling voldoet of moet worden bijgesteld.
Vraag 22
Zijn er al uitspraken gedaan door de Commissie Werkelijke Schade? Kunt u de Kamer
deze uitspraken en een toelichting op de reikwijdte daarvan doen toekomen?
Antwoord 22
Er zijn tot op heden twaalf adviezen van de Commissie Werkelijke Schade («CWS») ontvangen
(zie paragraaf 1.3 van de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag). Er zijn
situaties waarin de CWS adviseerde dat een ouder in aanmerking zou moeten komen voor
een extra schadevergoeding bovenop de reeds uitbetaalde compensatie. In andere situaties
kwam de CWS tot de conclusie dat extra schade reeds afgedekt werd door de betaling
van € 30.000. Als uitgangpunt hanteert de CWS hierbij de persoonlijke omstandigheden
van de gedupeerde ouder. Deze adviezen niet kunnen worden gedeeld met de Kamer vanwege
de persoonlijke aard van de adviezen. Op een later moment, als meer adviezen zijn
uitgebracht kan meer geaggregeerde informatie over de adviezen worden gedeeld via
de Voortgangsrapportages kinderopvangtoeslag.
Vraag 23
Waarom wordt nog altijd niet aangegeven hoeveel gedupeerden er zijn van de ontspoorde
fraudeaanpak bij huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebondenbudget?
Antwoord 23
De afgelopen periode is een analyse uitgevoerd naar de potentiële omvang van de groep
gedupeerde personen bij de zorgtoeslag, huurtoeslag en/of het kindgebonden budget.
Vanwege het kabinetsbesluit in december om gedupeerden van de kinderopvangtoeslag
een forfaitaire compensatie toe te kennen heeft de herstelorganisatie de uitwerking
van dit kabinetsbesluit en uitvoering daarvan met prioriteit uitgewerkt. Het bepalen
van de omvang van de groep gedupeerden bij de andere toeslagen heeft hierdoor vertraging
opgelopen. In onderstaande tabel treft u de gevraagde aantallen die ook in de heden
verzonden zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag zijn opgenomen.
Tabel Aantal betrokken personen bij CAF-onderzoeken en personen met O/GS kwalificatie
bij huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget*
Potentieel aantal personen
wv al gemeld bij UHT
Aantal betrokken personen CAF onderzoeken
Ongeveer 2.600
Ongeveer 550
wv betrokken bij CAF-vergelijkbaar
Ongeveer 500
Ongeveer 250
Aantal personen met O/GS kwalificatie
Ongeveer 21.000
Ongeveer 5.000
* personen kunnen zowel een O/GS kwalificatie hebben als voorkomen in een CAF-zaak.
Vraag 24
Kunt u deze vragen beantwoorden op een zo kort mogelijke termijn?
Antwoord 24
Ja, dit is gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.