Schriftelijke vragen : De NOS-berichten inzake matchfixing
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie) en Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Medische zorg over de NOS-berichten inzake matchfixing (ingezonden 8 april 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten «Deze gokbedrijven willen de Nederlandse markt
op; grote spelers op strafbankje», «Klinieken bezorgd over toename gokverslavingen
sinds corona», «Matchfixing in het basketbal: spelers verdacht van opzettelijk verliezen
vier wedstrijden» en «Fout in nieuwe gokwet zorgt voor «meer risico op matchfixing»,
sportbonden boos»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat er een toename is in het aantal mensen met een gokverslaving
dat zich meldt bij hulpverlening? Is inmiddels landelijke registratie en monitoring
van het aantal gokverslaafden dat in behandeling is op orde? Kunt u inzicht geven
hoe het aantal gokverslaafden is gestegen sinds de nulmeting van 2016?
Vraag 3
Maakt u zich ook ernstig zorgen over deze toename in crisistijd? Welke kwalificatie
geeft u aan deze cijfers en tot welke conclusies leidt dat?
Vraag 4
Heeft verslavingszorg momenteel voldoende capaciteit om de juiste zorg te verlenen
aan deze groep, kunt u inzicht geven in het aantal beschikbare plekken en zijn er
wachtlijsten?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de verwachting van verslavingsdeskundigen van ondermeer Jellinek,
Hervitas, De Hoop, en SolutionS verslavingszorg dat de openstelling van de Nederlandse
markt voor online gokaanbieders zal leiden tot een toename aan verslavingen?
Vraag 6
Deelt u dat nu de stijging van het aantal verslavingen evident is en een verdere toename
verwacht wordt indien de markt opengaat, reflectie op het moment van openstelling
van de Nederlandse markt vanaf oktober gepast is, zeker met de wetenschap dat de openstelling
gepaard zal gaan met flinke advertentie-inzet van aanbieders? Zijn er nog voorwaarden
waaraan voldaan moet worden alvorens de markt open gaat? Kunt u hierbij specifiek
ingaan op de constatering vanuit hulpverlening dat door een toename van eenzaamheid
en isolement verslavingsproblematiek meer voorkomt, sneller escaleert en later aan
het licht komt? Is dit een punt van overweging?
Vraag 7
Bent u bereid om, gegeven de nieuw ontstane situatie, verdere regels te stellen om
reclameactiviteiten van gokaanbieders te beperken?
Vraag 8
Welke andere maatregelen overweegt u aanvullend te treffen om te voorkomen dat de
combinatie van de invoering van de Wet Kansspelen op afstand (Koa) en de coronacrisis
leidt tot een toename in gokverslavingen?
Vraag 9
Is er een analyse gemaakt van de verwachte gevolgen van de invoering van de Wet Koa
op matchfixing in Nederland? Kunt u ons een actuele analyse geven nu veel sporters
en sportclubs lijden onder de coronacrisis en daardoor mogelijk extra kwetsbaar zijn
voor inmenging door matchfixers?
Vraag 10
Welke stappen worden genomen om een toename van matchfixing, na invoering van de Wet
Koa, te voorkomen?
Vraag 11
Kent u de signalen vanuit het Instituut Sportrechtspraak dat de overheid aan zet is
bij de aanpak van matchfixing? Wat is uw reactie op deze oproep?
Vraag 12
Hoe informeert u de betrokken sportbonden bij signalen van matchfixing? Klopt de stellingname
van NOC*NSF, KNVB en KNLTB dat de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren
van terrorisme (Wwft) bepaalt dat alles wat mogelijk met witwassen te maken heeft
verplicht moet worden gemeld aan de Financial Intelligence Unit (FIU), en geheim moet
worden gehouden? Welke gevolgen heeft dit voor de aanpak van matchfixing en hoe gaat
u dit hiaat in de wetgeving, nu de Wet Koa hier geen rekening mee houdt, repareren?
Vraag 13
Wat is de rol van het nationaal platform matchfixing momenteel en welke mogelijkheden
heeft dit platform momenteel in de bestrijding van matchfixing?
Vraag 14
Welke rol heeft de Kansspelautoriteit bij de bestrijding van matchfixing? Heeft de
Kansspelautoriteit hiervoor voldoende geld, mensen en instrumenten tot haar beschikking?
Kunt u ingaan op de grote zorgen die de sportbonden en NOC*NSF op dit punt hebben?
Vraag 15
Is op dit moment het wettelijk kader stevig genoeg om matchfixing effectief te bestrijden?
Vraag 16
Biedt de unieke situatie en samenloop van omstandigheden, die niet voorzien waren
bij de invoering van de Wet Koa, aanleiding tot, al dan niet tijdelijke, heroverweging
van de openstelling van de markt? Zo ja, op welke wijze gaat u dat proces inrichten?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Overweegt u gezien de grote zorgen rondom de toename van gokverslavingen en/of het
wettelijk hiaat en het handhavingstekort rondom matchfixing om de invoeringsdatum
van de wet of ten minste de vergunningverlening uit te stellen naar een later moment?
Zo ja, hoe gaat u dit vorm geven? Zo nee, waarom niet en wanneer gaat u dat wel overwegen?
Indieners
-
Gericht aan
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Gericht aan
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Indiener
Mirjam Bikker, Kamerlid -
Medeindiener
Michiel van Nispen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.