Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuik over met Nederlands geld gefinancierde pick-uptrucks in Oeganda
Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over met Nederlands geld gefinancierde pick-uptrucks in Oeganda (ingezonden 4 maart 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
7 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van De Volkskrant «Hoe Oeganda met Nederlandse steun
de oppositie onderdrukt»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat met Nederlands geld gefinancierde pick-uptrucks zijn gebruikt
door de Oegandese politie om zeer hardhandig op te treden tegen de oppositie? Wanneer
was u daarmee bekend en welke stappen zijn er hierna genomen?
Antwoord 2
Het ministerie zoekt nog uit wat er precies is gebeurd en is daarvoor in contact met
de Oegandese autoriteiten en de politie.
De in de Volkskrant genoemde pick-uptrucks zijn gedoneerd via een uitvoerende organisatie
in het kader van een project dat gericht is op het verbeteren van toegang tot recht
voor vluchtelingen en gastgemeenschappen in Noord-Oeganda. Er wonen momenteel ongeveer
350.000 vluchtelingen in Noord-Oeganda, verdeeld over drie gemeenschappen over ongeveer
12.000 km². Binnen dat project zijn er sinds 2018 drie pick-uptrucks ter beschikking
gesteld aan de Oegandese politie, om presentie van de politie in drie vluchtelingengemeenschappen
te faciliteren. Het project heeft in de afgelopen jaren veel succesvolle resultaten
laten zien en een positieve impact gehad op het bieden van perspectief aan vluchtelingen,
zoals het bieden van geestelijke gezondheidszorg, het vergroten van veiligheid in
de betrokken gemeenschappen en de toegang tot recht voor vluchtelingen. Het onderdeel
van het project dat samenwerking tussen de uitvoerende organisatie en de politie betreft
is inmiddels on hold gezet. Op basis van het bovengenoemd onderzoek wordt een besluit
genomen over de eventuele consequenties voor verdere samenwerking.
Er zijn in december 2020 burgervragen binnengekomen bij de Nederlandse ambassade in
Kampala over de mogelijke inzet van door Nederland gefinancierde politieauto’s rond
het geweld in aanloop naar de verkiezingen. Naar aanleiding van deze vragen is gevraagd
naar de logboeken van de uitvoerende organisatie, daarbij zijn destijds geen onregelmatigheden
aangetroffen (zie ook antwoord op vraag 7).
Vraag 3
Kunt u aangeven wat voor organisatie de Oegandese Justice, Law and Order Sector (JLOS)
precies is en op welke manier deze organisatie steun van Nederland ontvangt? Kunt
u daarbij een overzicht geven van de steun vanuit Nederland aan deze organisatie per
jaar sinds 2014?
Antwoord 3
Het artikel in de Volkskrant gaat in de kern om twee verschillende kanalen waarbinnen
Nederland steun geeft aan Oeganda, het hierboven genoemde project en het Justice, Law and Order Sector (JLOS)-programma. Het JLOS-programma staat los van het hierboven genoemde project
waarbinnen de pick-up trucks zijn geleverd.
JLOS is een geïntegreerd sectoraal programma voor de verbetering van de hele rechtsstaat
in Oeganda dat in 2000 is gestart. De 18 JLOS instellingen, o.a. het Ministerie van
Justitie, de politie, het gevangeniswezen en de Oegandese mensenrechtencommissie,
werken samen om sectorale doelstellingen te bereiken zoals gedefinieerd in het Sector Development Plan (SDP) IV, 2017–2021. De sectorale jaarplannen definiëren de specifieke activiteiten,
de te verwachten resultaten alsmede de begroting en de instelling(en) verantwoordelijk
voor de uitvoering.
De huidige Nederlandse steun (2017–2021) aan JLOS is geen vrij te besteden begrotingssteun.
De steun is nadrukkelijk geoormerkt en specifiek bedoeld voor het wegwerken van achterstanden
in rechtszaken (case-back log), het faciliteren voor specifieke rechtszaken over seksueel en gendergerelateerd
geweld, kinderrecht en het opzetten van commercial justice centers. Nederland heeft duidelijke afspraken gemaakt met de Oegandese autoriteiten over
de voorwaarden voor deze steun.
JLOS wordt door meerdere donoren gesteund. De donorgroep bestaat uit de EU, Oostenrijk,
Zweden via de International Development Law Organisation (IDLO), UN Women en UNDP.
De bijdragen van de partners vertegenwoordigen ongeveer 10–15% van het totale SDP,
waarbij de rest van het budget afkomstig is van de Oegandese overheid.
Overzicht van de Nederlandse steun aan JLOS:
Jaar
Bijdrage
2014
opgeschort
2015/2016
EUR 1,677,256
2017
EUR 2,000,000
2018
EUR 2,000,000
2019
EUR 3,250,000
2020
EUR 6,500,000
Vraag 4, 5
Klopt de chronologie van de Nederlandse steun aan JLOS zoals in het artikel is verwoord
(stopgezet na ondertekening van een antihomowet in 2014, een jaar later onder verscherpte
voorwaarden weer gestart)? Onder welke voorwaarden heeft Nederland de hulp destijds
weer gestart en op welke manier werd dat gemonitord?
Wat heeft de regering gedaan met de twijfels die vanuit de ambassade al in 2017 geuit
zijn over de steun aan JLOS? Welke acties zijn ondernomen naar aanleiding van deze
zorgen?
Antwoord 4, 5
Ja, de chronologie zoals in het artikel is verwoord klopt. De steun aan JLOS is in
2014 tijdelijk opgeschort i.v.m. een zogenaamde «anti-homowet» en is een jaar later,
nadat de wet nietig is verklaard door het Oegandese Hooggerechtshof, weer gestart.
De «anti-homowet» heeft geleid tot meer gerichte steun van Nederland aan JLOS.
Een hernieuwde bijdrage aan JLOS behelsde o.a. het oormerken van de Nederlandse steun
voor instellingen die bijdragen aan de versterking van mensenrechten en progressieve
hervormingen in de wetgeving, waaronder de Uganda Law Society, de Judicial Service Commission en de Uganda Human Rights Commission. De politie ontvangt steun in de vorm van trainingen voor ondersteuning bij seksueel
en gender gerelateerd geweld (zie ook antwoord op vraag 3).
De Nederlandse steun aan JLOS wordt doorlopend gemonitord middels projectbezoeken,
beoordeling van jaarplannen en rapportages, evaluaties en voortgangsoverleg op technisch
en hoog niveau met andere donoren.
Daarnaast is in de zomer van 2020 wegens zorgen over mogelijk geweld rondom de verkiezingen
besloten om de jaarlijkse vooruitbetalingen om te buigen naar halfjaarlijkse vooruitbetalingen
op basis van halfjaarlijkse rapportages. Op die manier is er meer controle over de
bijdragen aangebracht. Vervolgens is wegens de daadwerkelijke ontwikkelingen rondom
de verkiezingen besloten om de betaling die in maart 2021 had moeten plaatsvinden,
uit te stellen. Deze betaling heeft tot op heden niet plaatsgevonden. Het ministerie
inventariseert de voor- en nadelen van het verder beperken van geoormerkte steun.
Vraag 6
Hoe verklaart u dat Nederlandse gelabelde steun voor het verbeteren van gelijke rechten
voor mannen en vrouwen en de strijd tegen corruptie uiteindelijk gebruikt worden voor
de onderdrukking van de oppositie in Oeganda?
Antwoord 6
De Nederlandse inzet op het verbeteren van gelijke rechten voor mannen en vrouwen
en de strijd tegen corruptie is onderdeel van de hierboven genoemde samenwerking met
JLOS. Er is geen reden om aan te nemen dat de geoormerkte Nederlandse steun aan JLOS
gebruikt is bij onderdrukking van de oppositie. Nederland blijft er op toezien dat
steun, zowel via de overheid als via uitvoerende maatschappelijke organisaties, op
een juiste manier wordt ingezet.
Vraag 7
Welke stappen zijn er gezet toen in mei 2020 het ministerie in de rapportage sprak
over ernstige incidenten van mensenrechtenschendingen? Is toen overwogen de steun
aan JLOS stop te zetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De rapportage van mei 2020 was aanleiding voor extra waakzaamheid (zie antwoord op
vraag 5). Nederland heeft al langer zorgen over de mensenrechtensituatie in Oeganda.
De ontwikkelingen op dat vlak worden dan ook voortdurend meegewogen in de overweging
ten aanzien van het soort steun aan Oeganda.
Vraag 8
Heeft Nederland Oeganda aangesproken op het gebruik van Nederlandse financiering voor
genoemde doeleinden? Zo ja, wanneer en hoe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
In het kader van de monitoring van alle Nederlandse steun wordt regelmatig met uitvoerende
organisaties en de Oegandese overheid gesproken. Als voorzitter van de JLOS donorgroep
heeft de Nederlandse ambassade regelmatig gesprekken op hoog niveau met Oegandese
autoriteiten. Mede naar aanleiding van het artikel in de Volkskrant sprak de ambassade
op 1 april jl. met de plaatsvervangend inspecteur generaal van de politie. Hij gaf
aan uit te zoeken wat er precies gebeurd is met de pick-uptrucks en daar zo snel mogelijk
over terug te koppelen.
Vraag 9
Kunt u het uitgebreide monitoringssysteem met logboeken verder toelichten? Welke functie
heeft dit in de praktijk?
Antwoord 9
Er zijn met de Oegandese autoriteiten en de uitvoerende organisatie duidelijke afspraken
gemaakt over de inzet van de voertuigen. Er is een uitgebreid monitoringssysteem met
specifieke logboeken waarin wordt bijgehouden hoe, waar en wanneer de voertuigen worden
ingezet. Deze logboeken worden gecontroleerd door de uitvoerende organisatie, waarmee
de ambassade regelmatig contact heeft.
Vraag 10
Kunt u aangeven wat de redenen zijn dat Nederland nog een donateur is van JLOS? Heeft
u andere wegen in gedachte om effectief bij te dragen aan het verbeteren van de veiligheid
en rechtsorde?
Antwoord 10
De Nederlandse beleidsdoelen voor de veiligheid en rechtsorde sector vragen om een
geïntegreerde benadering van ontwikkelingssamenwerking waarbij wordt samengewerkt
met zowel maatschappelijke organisaties als met de overheid. De Nederlandse financiering
verloopt meestal via partner organisaties zoals de VN en maatschappelijke organisaties.
Slechts een klein gedeelte van de Nederlandse financiering in Oeganda loopt direct
via de overheid.
De steun aan JLOS is geoormerkt en wordt gebruikt voor training en ondersteuning bij
seksueel en gender gerelateerd geweld, het wegwerken van achterstanden bij de behandeling
van rechtszaken en het bieden van rechtsbijstand aan vluchtelingen en gastgemeenschappen.
Via de steun aan JLOS wordt bijvoorbeeld het rechtsproces voor slachtoffers van seksueel
en gendergerelateerd geweld versneld. Dit kan niet worden bewerkstelligd via steun
aan een maatschappelijke organisatie.
Nederland is sinds januari 2021 voorzitter van de donorgroep JLOS. Dat biedt mogelijkheden
om in gesprek te gaan met de Oegandese autoriteiten of om, als daar aanleiding voor
is, gerichte kritische vragen te stellen of zaken bij te sturen. Het komende half
jaar zal de balans over de steun aan JLOS opgemaakt worden.
Vraag 11, 12
Kunt u een nieuwe schets geven van de veiligheidssituatie in Oeganda, in aanvulling
op uw antwoorden op eerdere schriftelijke vragen d.d. 10 februari 2021 waarin u aangaf
dat het risico op escalatie naar een gewapend conflict vooralsnog klein leek, maar
u dit niet uitsloot?2 Welke inspanningen levert de Nederlandse regering om te zorgen dat deze situatie
niet verder zal escaleren?
In hoeverre is de EU bereid om in dialoog te treden met de Oegandese regering over
de sociale media-blokkade, het eerlijk verlopen van de verkiezingen en de veiligheidssituatie
in het land?
Antwoord 11, 12
De situatie zoals geschetst in de beantwoording op de schriftelijke vragen d.d. 10 februari
2021 is grotendeels onveranderd gebleven. Er bestaat nog steeds een reële kans op
hernieuwde geweldsincidenten. Alhoewel het risico op escalatie naar een gewapend conflict
niet volledig is uit te sluiten, lijkt het risico op een dergelijke escalatie vooralsnog
klein.
Nederland heeft zich de afgelopen maanden op verschillende manieren in EU-verband
en met gelijkgezinden uitgesproken over de situatie in Oeganda. In reactie op het
grootschalige geweld van 18 en 19 november 2020 is er op 26 november een lokale EU-verklaring
afgegeven. In die verklaring werden alle partijen opgeroepen om zich te onthouden
van geweld en werd gevraagd om een onafhankelijk onderzoek naar de toedracht van het
geweld in te stellen.
Op 12 januari jl., twee dagen voor de presidentsverkiezingen, riep de Hoge Vertegenwoordiger
van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell,
de Oegandese autoriteiten in een verklaring op tot transparante, inclusieve en geloofwaardige
verkiezingen. Op 17 februari jl. spraken EU-ambassadeurs, waaronder de Nederlandse
ambassadeur, met regeringspartij National Resistance Movement waarbij de zorgen over
geweld en intimidatie werden besproken. Nederland bracht hierbij specifiek op dat
het huidige klimaat, met de krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld en
de willekeurige arrestaties en verdwijningen, niet past in het plaatje van Oeganda
als stabiel land waar respect is voor veiligheid en rechtsorde.
In een politieke dialoog tussen de EU-ambassadeurs en president Museveni op 18 februari
jl. vroeg de Nederlandse ambassadeur president Museveni naar de status van het rapport
van het onafhankelijk onderzoek naar de toedracht van het geweld. President Museveni
bevestigde dat het rapport er zou komen. De EU zal er op blijven toezien dat het onderzoek
er komt.
Op woensdag 31 maart jl. spraken de Nederlandse ambassadeur en de EU ambassadeur bij
een bijeenkomst van de JLOS donorgroep met o.a. de Oegandese Minister van Justitie
en de Oegandese Minister van Binnenlandse Zaken, waarbij ook de zorgen over de veiligheidssituatie
zijn overgebracht aan de ministers.
Vraag 13
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.