Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 790 Verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim
ARTIKEL I
ARTIKEL II
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat de wet van 19 augustus 2017 (Stb. 2017, 334), heeft verklaard dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering
in de Grondwet van de bepaling inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon-
en telegraafgeheim;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in artikel II omschreven veranderingen.
ARTIKEL II
Artikel 13 van de Grondwet komt te luiden:
Artikel 13
1. Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn brief- en telecommunicatiegeheim.
2. Beperking van dit recht is mogelijk in de gevallen bij de wet bepaald met machtiging
van de rechter of, in het belang van de nationale veiligheid, door of met machtiging
van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.