Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Beckerman, Laçin en Van Kent over het vrijkomen van kankerverwekkend chroom-6 bij werkzaamheden aan de Onyxkolencentrale
Vragen van de leden Beckerman, Laçin en Van Kent (allen SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretarissen van Infrastructuur en Waterstaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het vrijkomen van kankerverwekkend chroom-6 bij werkzaamheden aan de Onyx-kolencentrale (ingezonden 7 december 2020)
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 30 maart 2021) Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1402
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de kankerverwekkende stof chroom-6 is vrijgekomen
bij onderhoud aan de Onyx-centrale op de Maasvlakte?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel medewerkers van de centrale zijn blootgesteld aan deze kankerverwekkende stof?
Antwoord 2
Dat is mij niet bekend. Conform de arbeidsomstandighedenwetgeving is de werkgever
verantwoordelijk voor het uitvoeren van blootstellingsbeoordelingen en het treffen
van adequate beheersmaatregelen. In juli 2020 heeft Inspectie SZW een onaangekondigde
controle gedaan bij het bedrijf. Daarbij is geconstateerd dat bij onderhoudswerkzaamheden
in en aan de ketel chroom-6 vrijkwam. Tijdens de inspectie in juli 2020 is geconstateerd
dat de medewerkers die deze werkzaamheden verrichtten adequate persoonlijke beschermingsmiddelen
droegen. Inspectie SZW heeft niet geconstateerd dat er medewerkers zijn blootgesteld
aan chroom-6, tegelijkertijd kan niet worden uitgesloten dat op enig moment medewerkers
zijn blootgesteld.
De Inspectie constateerde eveneens dat medewerkers die buiten de ketel in het ketelhuis
werkzaam waren, maar geen werkzaamheden aan chroom-6-houdende onderdelen uitvoerden,
niet allemaal ademhalingsbescherming droegen. Dit was wel voorgeschreven door het
bedrijf. Daarop heeft de Inspectie van het bedrijf geëist om te zorgen voor (nadere)
instructie van het personeel en dat het bedrijf toezicht houdt opdat de door het bedrijf
verplicht gestelde ademhalingsbescherming ook daadwerkelijk gedragen wordt.
De Inspectie trof in het ketelhuis buiten de ketel op diverse plaatsen (neergeslagen)
stof aan dat afkomstig was van de ketel. Het bedrijf is door Inspectie SZW aangesproken
om dit stof dagelijks op te ruimen, waarmee deze blootstellingsbron is weggenomen.
Door het wegnemen van de bron in combinatie met het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen
(en het toezicht daarop) zijn de werknemers voldoende beschermd tegen chroom-6.
Vraag 3
Is bij eerdere inspecties chroom-6 aangetroffen? Zo ja, welke stappen zijn gezet om
medewerkers te beschermen?
Antwoord 3
Vóór de hiervoor genoemde inspectie in juli 2020 is door de Inspectie SZW bij de Onyxkolencentrale
geen chroom-6 aangetroffen. Naar aanleiding van de inspectie in juli 2020 heeft Inspectie
SZW van het bedrijf geëist om binnen een dag het in het ketelhuis aangetroffen stof
dat van de ketel afkomstig was, op te ruimen. Met deze maatregel werd een mogelijke
bron voor blootstelling aan chroom-6 weggenomen. Vervolgens heeft Inspectie SZW geëist
om beheersmaatregelen te nemen volgens de arbeidshygiënische strategie en tegelijkertijd
is het bedrijf aangeschreven om de blootstelling aan chroom-6 nader te beoordelen.
De Inspectie volgt de uitvoering hiervan op de voet.
Vraag 4
Is er onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de blootstelling aan chroom-6? Zo nee,
gaat dat nog gebeuren? Is vastgesteld wie is blootgesteld aan chroom-6 en hoe lang?
Zo nee, gaat dat nog onderzocht worden? Zijn ook andere giftige stoffen aangetroffen?
Zo nee, wordt dat nog onderzocht?
Antwoord 4
Als onderdeel van de wettelijke verplichtingen moet de werkgever blootstellingsbeoordelingen
uitvoeren ten aanzien van gevaarlijke stoffen (niet alleen chroom-6). Bedrijven laten
zich daarbij vaak ondersteunen door gespecialiseerde adviesbureaus.
Het onaangekondigde inspectiebezoek door Inspectie SZW was specifiek gericht op blootstelling
aan chroom-6. Er zijn geen constateringen gedaan ten aanzien van eventuele andere
giftige stoffen.
Inspectie SZW heeft niet vastgesteld dat medewerkers zijn blootgesteld aan chroom-6,
tegelijk kan niet worden uitgesloten dat dit op enig moment is gebeurd. De werkgever
is verplicht een registratie bij te houden van werknemers die zijn blootgesteld aan
stoffen zoals chroom-6.
Naar aanleiding van de inspectie is de Inspectie SZW van oordeel dat het bedrijf de
blootstelling aan chroom-6 nader moet beoordelen en structureel meer zou kunnen en
moeten doen. Dit moet binnen de arbeidshygiënische strategie ten aanzien van het voorkomen
van blootstelling aan chroom-6 binnen het bedrijf. De Inspectie heeft het bedrijf
daarop ook aangeschreven en volgt de uitvoering op de voet.
Vraag 5
Bent u nog steeds voornemens om te zorgen dat de Onyx-centrale op 1 januari 2021 haar
deuren sluit?
Antwoord 5
Naar aanleiding van de call for proposals heeft Onyx/Riverstone een aanvraag ingediend
bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat om tegen een subsidie vrijwillig
het gebruik van kolen te beëindigen. Momenteel wordt beoordeeld of het ingediende
voorstel voldoet aan de gestelde eisen, waaronder adequate voorzieningen voor de werknemers
en dat er geen sprake is van overcompensatie.
Zodra blijkt dat de aanvraag voldoet aan de eisen die daaraan in de call for proposals
zijn gesteld, kan een subsidiebeschikking worden opgelegd onder een aantal voorwaarden,
waaronder verenigbaarheid van de maatregel in het kader van de staatssteuntoets door
de Europese Commissie.
Eerder werd gericht op een sluiting per 1 januari 2021. Omdat nog niet aan alle voorwaarden
is voldaan, zal de sluiting noodzakelijkerwijze later plaatsvinden. Of de sluiting
definitief doorgaat, is pas duidelijk als alle voorwaarden voor de subsidie zijn vervuld.
In dat geval zal de definitieve sluiting naar verwachting nog begin 2021 kunnen worden
gerealiseerd.
Vraag 6
Klopt het dat de eigenaar van de Onyx-kolencentrale (Riverstone) circa 240 miljoen
euro van de rijksoverheid kan krijgen voor de sluiting van deze centrale?2 Welk deel van dit bedrag is gereserveerd voor de medewerkers in de centrale en de
keten die hun baan verliezen?
Antwoord 6
Onyx/Riverstone heeft een aanvraag bij EZK gedaan voor subsidie in het kader van de
call for proposals die is opengesteld voor de vrijwillige sluiting van één centrale.
Het bedrag per megawatt dat de centrale heeft geboden ligt onder het daaraan gestelde
maximum in de call for proposals.
Bij de aanvraag voor subsidie is een concept sociaal plan ingediend. Momenteel wordt
onder andere beoordeeld of dit plan adequate ondersteuning biedt aan de werknemers
van de centrale die mogelijk hun baan verliezen. De in de call for proposals gestelde
minimumeisen zien erop dat de werkgever zelf voorziet in een tegemoetkoming in het
eventuele inkomstenverlies dat werknemers zouden kunnen ondervinden na beëindiging
van hun dienstverband en over een voorziening voor begeleiding en ondersteuning van
de werknemers van werk naar werk die ten minste dienen te voldoen aan de uitgangspunten
van het Westhavenarrangement. Direct werkgelegenheidsverlies als gevolg van de mogelijke
sluiting van de centrale bij partijen in de keten wordt in kaart gebracht. Ook voor
deze werknemers zal, vanuit de overheid, een voorziening worden getroffen. Mogelijk
kan hiervoor de Voorziening werkgelegenheidseffecten energietransitie aangesproken
worden.
Vraag 7, 8 en 9
Voor medewerkers die in Tilburg zijn blootgesteld aan chroom-6 is er inmiddels een
compensatieregeling, voor Defensiepersoneel komt er na lange strijd een (verbeterde)
regeling, hoe zal voor medewerkers van de Onyx-centrale geregeld worden dat ook zij
aanspraak kunnen maken op compensatie wanneer ze ziek worden?
Hoe wordt voorkomen dat, wanneer de eigenaar van de centrale vertrokken is, er geen
compensatie meer komt voor zieke medewerkers?
Deelt u de mening dat hier nu geld voor gereserveerd dient te worden? Welke stappen
gaat u hiervoor zetten? Is het mogelijk Riverstone een fonds te laten vullen (bijvoorbeeld
ter grote van 20 miljoen euro) voor eventuele chroom-6 slachtoffers? Mocht dit fonds
(deels) ongebruikt blijven zou Riverstone dit geld dan na (bijvoorbeeld 20 jaar) weer
terug kunnen krijgen?
Antwoord 7, 8 en 9
In het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:658, lid 2) is geregeld dat de werkgever een
zorgplicht heeft voor zijn werknemers. Indien een werknemer schade heeft geleden door
het werk, is de werkgever verplicht tot het vergoeden van deze schade. De compensatieregelingen
van de gemeente Tilburg en het Ministerie van Defensie zijn door beiden vanuit deze
verplichting in hun rol als werkgever ingesteld. Voor de werknemers van de Onyx-centrale
is schade nog niet vastgesteld.
Als het bedrijf is opgehouden te bestaan, kan eventuele werkgerelateerde gezondheidsschade
in beginsel niet meer worden verhaald op de werkgever. Dat kan niet worden voorkomen,
tenzij een specifieke regeling voor die situatie wordt gemaakt. SZW zal de werkgever,
naar aanleiding van de ongerustheid onder de werknemers over mogelijke chroom-6 blootstelling
en eventuele gevolgen voor hun gezondheid in de toekomst, wijzen op zijn verantwoordelijkheid
als werkgever in deze.
Omdat het schadeverhaal bij beroepsziekten via het aansprakelijkheidsrecht voor werkenden
vaak een moeizaam traject is zeker wanneer er geen werkgever meer is waarop schade
verhaald kan worden, heeft het Ministerie van SZW de commissie Heerts gevraagd met
voorstellen hiervoor te komen. Naar aanleiding daarvan werkt het Ministerie van SZW
aan een tegemoetkomingsregeling voor slachtoffers van ernstige beroepsziekten, veroorzaakt
door blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Het streven is er opgericht dat de regeling
op 1 juli 2022 in werking treedt. De regeling voorziet in erkenning en tegemoetkoming
voor (ex)werknemers die een ernstige beroepsziekte hebben opgelopen als gevolg van
blootstelling aan gevaarlijke stoffen zoals chroom-6.
Vraag 10
Kunt u deze vragen nog voor de sluiting van de Onyx-kolencentrale beantwoorden?
Antwoord 10
Hiermee voldoe ik aan het verzoek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.