Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over het bericht dat nog altijd flitskredieten tegen torenhoge kosten worden aangeboden
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over het bericht dat nog altijd flitskredieten tegen torenhoge kosten worden aangeboden (ingezonden 12 februari 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 29 maart 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1963.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Kassa over het bedrijf Ferratum dat flitskredieten
tegen torenhoge kosten aanbiedt?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Rente en alle bijkomende kosten behoren toch te worden gedekt binnen het wettelijk
maximum? Hoe kan het dat Ferratum stelselmatig de wet overtreedt?
Antwoord 2
Op 1 januari 2020 is de Regeling aanpak flitskrediet in werking getreden. Op grond
daarvan is het maximumkredietvergoedingspercentage dat aanbieders van krediet in rekening
mogen brengen ook van toepassing op het via internet vanuit een andere lidstaat van
de EU aanbieden van krediet aan consumenten in Nederland. Daarbij is uitdrukkelijk
opgemerkt dat «het voor de toepassing van deze regeling niet relevant is of de vergoeding
door de aanbieder wordt aangemerkt als «rente», «leenkosten», een garantstelling (al
dan niet met een externe partij) of anderszins». De totale kosten die bij de consument
in rekening worden gebracht, mogen het maximumkredietvergoedingspercentage van 10%
niet overschrijden. Dat volgt uit artikel 4 van het Besluit kredietvergoeding.2
Vraag 3
Waarom is er door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) niet opgetreden? Deelt u
de mening dat elke dag weer nieuwe – ook kwetsbare – consumenten de dupe worden van
deze illegale activiteiten?
Antwoord 3
Op grond van van artikel 1:89 e.v. van de Wet op het financieel toezicht (Wft) heeft
de AFM een geheimhoudingsplicht. Indien de AFM een overtreding van wet- en regelgeving
vaststelt, kan de AFM onder andere overgaan tot de oplegging van een last onder dwangsom
of een bestuurlijke boete. De oplegging van deze sancties wordt voorts, in overeenstemming
met een daartoe strekkende bevoegdheid van de AFM, openbaar gemaakt, onder andere
op de website van de AFM.
Vraag 4
Onder welke omstandigheden mogen kredietverstrekkers boetes opleggen? In het item
wordt door de AFM gesteld dat de rentekosten maximaal tien procent mogen bedragen
bij het ontbreken van een garantstelling indien een garantstelling onderdeel uitmaakt
van de leenovereenkomst; klopt dit?
Antwoord 4
In zijn algemeenheid geldt dat kredietverstrekkers wettelijk beperkt zijn in de kosten
die zij voor een kredietovereenkomst aan een consument in rekening mogen brengen.
Onder de wettelijke kredietvergoeding vallen alle kosten ter zake van een krediet.
Ook kosten die samenhangen met voorwaarden om het krediet te verkrijgen vallen hieronder.
Deze kosten mogen het maximumkredietvergoedingspercentage van 10% op jaarbasis niet
overschrijden. Of het in rekening brengen van kosten in de vorm van een boete is toegestaan,
hangt af van de omstandigheden van het geval en het is aan de AFM om dit te beoordelen.
Vraag 5
Kent u de uitspraak van de rechtbank Rotterdam in 2018 waar glashelder wordt gesteld
dat garantieovereenkomsten en de bijbehorende kosten onder het wettelijk maximale
tarief vallen?3
Antwoord 5
Ik ben bekend met de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van juli 2018. Samengevat
– in mijn eigen woorden – betreft het een zaak waarbij een consument een door een
derde gegeven garantie moest hebben om in aanmerking te komen voor een flitskrediet.
De consument kon kiezen tussen een persoonlijke garantstelling door bijvoorbeeld vrienden
of familie, of een commerciële garantstelling. De consument had gekozen voor een commerciële garantstelling door een partij die door de financier was aangedragen. De kosten
voor de garantsteling kwamen naast de kredietvergoeding die hij verschuldigd was voor
het flitskrediet. De rechter oordeelde dat onder een kredietvergoeding alle beloningen
en vergoedingen vallen, in welke vorm ook, die de kredietgever ter zake van een kredietovereenkomst
bedingt, in rekening brengt of aanvaardt. Ook oordeelde de rechter dat een consument
bij een organisatie als die van de flitskredietaanbieder in de praktijk alleen uitkomt
als hij geen andere mogelijkheden heeft en daarmee (zij het indirect) gedwongen wordt
om een dure commerciële garantstelling af te nemen. De kosten voor de garantstelling
moeten daarom geacht worden onderdeel te zijn van de kredietvergoeding.
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat Ferratum onder andere via de website saldodipje.nl door middel
van een boetesysteem de kosten voor een lening probeert op te drijven?
Antwoord 6
Kredietaanbieders mogen kosten in rekening brengen voor het verstrekte krediet, maar
er geldt een maximum voor deze kosten. Op die manier worden consumenten beschermd
tegen het in rekening brengen van te hoge kosten. Kredietaanbieders zijn wettelijk
verplicht om zich aan dit maximum te houden. De AFM houdt toezicht op de naleving
van die verplichting.
Vraag 7
Hoe kan het dat Ferratum zich nog altijd van dit soort praktijken kan bedienen, terwijl
de AFM hier al sinds 2011 mee bezig is en het bedrijf eerder beboette?
Antwoord 7
De AFM kan geen informatie over individuele partijen verstrekken en is gebonden aan
de wettelijke geheimhoudingsplicht ex art. 1:89 e.v. Wft zoals hiervoor toegelicht
bij het antwoord op vraag 3.
Op grond van de EU-richtlijn inzake elektronische handel is het in het kader van het
vrije verkeer van diensten toegestaan om online (financiële) diensten te verrichten,
waarvoor geen vergunning benodigd is.4 Dit is – ter implementatie van de genoemde richtlijn – verankerd in artikel 1:16,
eerste lid, van de Wft. Met de inwerkingtreding van de Regeling aanpak flitskrediet
is het via internet aanbieden van krediet nog steeds mogelijk zonder vergunning, echter
geldt dat de maximale kredietvergoeding van 10% van toepassing is op het krediet.
Voor de volledigheid wijs ik op een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank
Rotterdam van 3 maart jl. 5 die onlangs over deze regeling is gedaan. De voorzieningenrechter heeft de openbaarmaking
van een waarschuwing van de AFM over een kredietaanbieder geschorst. De waarschuwing
ging over het overtreden van het maximumkredietvergoedingspercentage bij het aanbieden
van krediet. Hoewel ik niet in kan gaan op individuele gevallen, vind ik het belangrijk
dat de AFM kan optreden tegen flitskredietaanbieders die te hoge kosten in rekening
brengen bij consumenten. Ik ga de uitspraak, waaruit blijkt dat de AFM deze regeling
in de praktijk toepast, dan ook bestuderen.
Vraag 8
Bent u bereid met de AFM in contact te treden om zo snel mogelijk op te treden tegen
Ferratum?
Antwoord 8
De AFM handhaaft sinds 2011 streng op aanbieders van flitskrediet die te hoge kosten
vragen gezien de schadelijke gevolgen voor consumenten. De AFM heeft eerder ook opgetreden
tegen dergelijke aanbieders. Zoals hierboven toegelicht, kan de AFM geen uitspraken
doen over het toezicht op en aanpak van individuele partijen.
Vraag 9
Zijn de praktijken van Ferratum strafbaar? Bent u bereid het Openbaar Ministerie (OM)
te verzoeken te onderzoeken of er strafbare feiten zijn gepleegd?
Antwoord 9
Overtreding van artikel 115a van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen
Wft, waarin is geregeld dat aanbieders gebonden zijn aan het maximumkredietvergoedingspercentage,
is niet aangemerkt als economisch delict en dientengevolge niet strafbaar. Het is
aan het Openbaar Ministerie om te beslissen of onderzocht zal worden of er in dit
geval mogelijk andere strafbare feiten zijn gepleegd.
Vraag 10
Deelt u de mening dat witteboordencriminelen voor het gerecht gebracht moeten worden?
Deelt u de mening dat het oplichten van mensen die op korte termijn geld nodig hebben
strafbaar is? Zo ja, wordt hierop gehandhaafd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Voor zover het aanbieden van flitskrediet gepaard gaat met oplichting, betreft het
strafbaar handelen. Het is aan het Openbaar Ministerie om te beslissen of onderzocht
zal worden of er in dit geval mogelijk strafbare feiten zijn gepleegd en, indien dat
het geval is, vervolging in te stellen.
Vraag 11 en 12
Hoe kan het dat Ferratum in Nederland actief is zonder vergunning? Hoe kan het dat
een bedrijf dat bekend staat om het overtreden van wetten, telkens weer de dans ontspringt
door steeds van vestigingsplaats te wisselen? Welke mogelijkheden ziet u om dit probleem
voor eens en voor altijd op te lossen?
De consumentenbescherming geldt toch voor alle Nederlandse ingezetenen, hoe kan het
dan dat dit nog altijd voorkomt?
Antwoord 11 en 12
Op het aanbieden van krediet vanuit niet-EU-lidstaten, via internet of anderszins,
is de Wet op het financieel toezicht (incl. vergunningplicht) onverkort van toepassing.
Op grond van de reeds genoemde EU-richtlijn inzake elektronische handel is, ter bevordering
van het vrije verkeer van diensten binnen de EU, de Wet op het financieel toezicht
in beginsel niet van toepassing op financiële diensten die via internet vanuit een
vestiging in een andere EU-lidstaat worden verleend. Dat betekent dat het verbod om
zonder vergunning van de AFM in Nederland krediet aan te bieden, niet geldt voor het
aanbieden van krediet via internet vanuit een vestiging in een andere EU-lidstaat.
De genoemde EU-richtlijn bevat wel een uitzondering voor maatregelen die nodig zijn
voor de bescherming van consumenten. Daarvan heb ik bij de vaststelling van de Regeling
aanpak flitskrediet, waarop ik in antwoord op vraag 2 en vraag 10 ben ingegaan, gebruik
gemaakt.
Overigens zijn Europese aanbieders wel gebonden aan de nationale voorschriften ter
uitvoering van de Europese richtlijn consumentenkrediet (richtlijn 2008/48/EG). De
richtlijn heeft als doel bepaalde aspecten van de verstrekking van consumptief krediet
te harmoniseren zodat consumenten binnen de EU een hoog en gelijkwaardig niveau van
bescherming genieten. De Europese Commissie bereidt een herziening voor van deze richtlijn.
Ik vind het belangrijk dat consumptief krediet op verantwoorde wijze kan worden afgesloten,
ook bij grensoverschrijdende kredietverlening tussen lidstaten. Ik deel dan ook de
ambitie van de Europese Commissie voor een gemoderniseerd Europees raamwerk en heb
samen met de AFM een non-paper opgesteld met belangrijke uitgangspunten voor de herziening van de richtlijn.6
Vraag 13
Bent u bekend met andere aanbieders van krediet die nog altijd te hoge kosten in rekening
brengen?
Antwoord 13
Ik ben hier niet mee bekend. De AFM houdt toezicht op de naleving van de regels voor
de maximale kosten van een krediet. Op grond van de eerder genoemde wettelijke geheimhoudingsplicht
kan de AFM niet delen over wie zij signalen heeft ontvangen. Ik vind het belangrijk
dat als er signalen zijn van te hoge kosten die worden berekend, deze worden gemeld
bij de AFM. De AFM beslist zelfstandig of zij een onderzoek start en over het treffen
van maatregelen.
Vraag 14
Bent u bijvoorbeeld bekend met de Amsterdam Stadsbank van Lening, die 1,25 procent
per maand berekent?7 Zijn er meer gemeentelijke kredietbanken die hogere percentages dan het toegestane
wettelijk maximum in rekening brengen?
Antwoord 14
Bij de Amsterdamse Stadsbank van Lening kunnen consumenten geld lenen tegen een onderpand
zoals een sieraad. De Stadsbank van Lening is een zogenaamd pandhuis en is geen gemeentelijke
kredietbank. Voor pandhuizen gelden de regels op basis van Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek (Titel 2d Overeenkomst van pandbelening) waaronder een maximale maandrente
van 4,5%. De ACM houdt toezicht op pandhuizen en kan handhavend optreden wanneer zij
bijvoorbeeld te hoge rentes rekenen. Dat hebben zij in het verleden ook gedaan. Gemeentelijke
kredietbanken verstrekken saneringskredieten gericht op het oplossen van schulden,
en sociale kredieten met een consumptief karakter. Zij zijn daarbij gehouden aan de
maximale kredietvergoeding.
Vraag 15
Hoe is het mogelijk dat zelfs gemeentelijke kredietbanken de wettelijke consumentenbescherming
niet respecteren? Bent u bereid onmiddellijk op te treden?
Antwoord 15
Kredietverstrekking door gemeentelijke kredietbanken moet op een verantwoorde manier
gebeuren. Ook voor gemeentelijke kredietbanken geldt de maximale kredietvergoeding.
Het is aan de gemeentelijke kredietbanken om binnen de gestelde grenzen een rentepercentage
te bepalen. Via het lokale armoede- en schuldenbeleid kan de gemeente hierop ook invloed
uitoefenen. Gemeentelijke kredietbanken zijn van het toezicht van de AFM uitgezonderd
indien het reglement met betrekking tot de bedrijfsvoering van de gemeentelijke kredietbank
wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders of, indien de gemeentelijke
kredietbank is ingesteld door middel van het treffen van een gemeenschappelijke regeling,
door de betrokken gemeenteraden van de aan de regeling deelnemende gemeenten, en aan
bepaalde minimumvereisten voldoet die onder meer zien op consumentenbescherming. De
betrokken gemeenten hebben een taak wat betreft het toezicht op de naleving van het
reglement (vergelijk artikel 4:37 Wft).
Vraag 16
Hoe gaat u ervoor zorgen dat alle aanbieders in Nederland de kosten beperken tot maximaal
tien procent per jaar?
Antwoord 16
Kredietaanbieders zijn verplicht zich te houden aan de toepasselijke wettelijke eisen
uit de Wet op het financieel toezicht. Daaronder valt ook het voorschrift om geen
hogere kredietvergoeding in rekening te brengen dan het maximum van 10% op jaarbasis.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.