Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Wassenberg over de ontheffing van de avondklok voor de jacht op zwijnen
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de ontheffing van de avondklok voor de jacht op zwijnen (ingezonden 11 februari 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 26 maart
2021) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1920
Vraag 1
Beaamt u dat mensen de belangrijkste rol spelen bij de verspreiding van het Afrikaanse
Varkenspest (AVP) virus over langere afstanden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kent u het onderzoek van de European Food Safety Authority (EFSA) waaruit blijkt dat
beperking van zwijnenpopulaties niet duurzaam tot stand te brengen is via afschot,
en dat jacht geen effectief middel is om insleep van AVP te beperken of te voorkomen?
Zo ja, deelt u de conclusies? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 2
Ja, dat onderzoek is mij bekend.
Nee, die conclusie deel ik niet. In het EFSA rapport van juni 2018 staat dat reductie
en stabilisatie van de dichtheid bijdraagt aan een verminderde kans op blootstelling
en daarmee introductie van AVP. Ook reduceert dit de inspanningen die moeten worden
gedaan mocht een infectie zich toch voordoen. De Europese Commissie adviseert lidstaten
conform het EFSA rapport en heeft in haar strategie opgenomen dat reductie van wilde
zwijnen een van de maatregelen is om de kans op verspreiding te verkleinen (SANTE/7113/2015).
De deskundigengroep dierziekten heeft zich in woorden van gelijke strekking uitgelaten
in het advies dat deze groep heeft gegeven in september 2018.
Vraag 3
Erkent u de conclusie van de EFSA dat populaties van zwijnen zich juist verspreiden
door zeer intensieve jachtdruk, waardoor de ziekte zich geografisch verspreidt?
Antwoord 3
Het is mogelijk dat door intensieve jacht op lokaal niveau migratie van wilde zwijnen
wordt bewerkstelligd. Echter, in besmette gebieden wordt migratie van besmette wilde
zwijnen zo veel mogelijk voorkomen door het beheer (jacht) op te schorten en daarna
zodanig uit te voeren dat migratie zo min mogelijk plaats vindt. Bovendien wordt met
het plaatsen van hekken migratie vertraagd. In Tsjechië en België zijn met het aangepaste
beheer in de besmette gebieden goede resultaten geboekt met de bestrijding van AVP
bij wilde zwijnen en is de ziekte niet verspreid buiten het gebied. Beide landen zijn
nu vrij van AVP. De Europese Commissie heeft hierover in haar strategie (SANTE/7113/2015)
adviezen opgesteld.
Vraag 4
Welk onafhankelijk wetenschappelijk bewijs is er dat afschot van wilde zwijnen in
Nederland de insleep van AVP vanuit het buitenland zou beperken?
Antwoord 4
Minder zwijnen leidt tot een lagere kans dat zwijnen in contact komen met achtergelaten
voedselresten afkomstig van besmette varkens. Dit is ook door de deskundigengroep
dierziekten, waar onafhankelijk wetenschappers deel van uitmaken, geconcludeerd. EFSA
heeft geconcludeerd dat reductie van het aantal zwijnen bijdraagt aan het verkleinen
van de kans dat een populatie wordt besmet (https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/5344).
Vraag 5
Is het mogelijk dat afschot van zwijnen in Nederland kan leiden tot een waterbedeffect,
waardoor zwijnen vanuit Duitsland de leeggevallen territoria innemen? Wat zou een
dergelijk migratie-effect kunnen zijn op insleep van AVP naar Nederland, dat nu geen
AVP kent?
Antwoord 5
De kans dat AVP via migrerende wilde zwijnen naar Nederland wordt verspreid is nu
zeer klein. Wilde zwijnen leven in leefgebieden en trekken binnen die leefgebieden
rond, afschot zorgt voor een lagere dichtheid en niet voor een hogere. Ook in Duitsland
worden veel wilde zwijnen geschoten, ook daar nemen dichtheden af. Op korte afstand
kunnen migrerende besmette zwijnen een rol spelen bij de verspreiding. De afstand
naar de besmette populaties in het oosten van Duitsland is echter groot. Er is geen
verhoogd risico door afschot, wel een verlaagd risico van insleep, vanwege lagere
aantallen zwijnen.
Vraag 6
Beaamt u dat een besmet zwijnenkarkas of zwijnenbloed voor langere tijd een bron van
besmetting is? Onderschrijft u dat het bij de jacht nagenoeg onmogelijk is om voldoende
hygiënemaatregelen te treffen om verspreiding van het AVP-virus te voorkomen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
Ja, het is bekend dat een besmet zwijnenkarkas of zwijnenbloed voor langere tijd een
bron van besmetting kan zijn. Afhankelijk van onder andere de temperatuur kan het
virus tot maanden «overleven».
Ik onderschrijf de stelling dat bij jacht onvoldoende hygiënemaatregelen genomen kunnen
worden niet. Jagers nemen passende hygiënemaatregelen: die bevatten onder andere het
reinigen van materialen. De jagers kennen de risico’s en worden hierover geregeld
geïnformeerd.
Vlees van wilde zwijnen mag vanuit een besmet gebied niet naar Nederland worden verzonden
tenzij aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Het zwijn waarvan het vlees afkomstig
moet negatief getest zijn voor AVP. Daarnaast moet het vlees aan verschillende aanvullende
voorwaarden voldoen ten aanzien van het apart opslaan, verwerken en vervoeren van
het vlees (artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG) en moet het een specifieke
warmtebehandeling hebben ondergaan en zijn voorzien van de juiste veterinaire certificaten.
Voor particulier gebruik geldt dit niet, maar jagers weten dat ze de resten in de
daarvoor bestemde afvalcontainers moeten achterlaten en geen resten mogen achterlaten
in de natuur.
Vraag 7
Klopt het dat jagers die een beroepsmatige binding hebben met gehouden varkens wordt
afgeraden om te jagen in besmette gebieden? Zo ja, hoe controleert u of deze jagers
niet jagen in gebieden waar varkenspest voorkomt?3
Antwoord 7
Jagers komen in allerlei geledingen van de samenleving voor en hebben diverse achtergronden.
Er zijn varkenshouders die jagen of jagers die varkens houden. In besmette gebieden
in andere lidstaten gelden strenge maatregelen waar personen die het gebied willen
betreden zich aan dienen te houden. Die maatregelen zijn er op gericht om de verspreiding
van het virus zoveel mogelijk tegen te gaan. De lidstaten houden toezicht op naleving
van de maatregelen. De Nederlandse varkenshouders kennen de risico’s en nemen passende
hygiënemaatregelen. Zij nemen daarin hun verantwoordelijkheid.
Vraag 8
Klopt het dat Nederlandse jagers onder andere actief zijn in Duitsland en dat in Saksen,
Duitsland, de AVP-besmettingen toenemen? Zo ja, bent u bereid om een verbod op jachttoerisme
naar Duitsland en Polen uit te vaardigen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?4
Antwoord 8
Ja, er zijn jagers uit Nederland die ook in Duitsland komen en ja, het aantal besmette
wilde zwijnen in de oostelijke deelstaten van Duitsland is de afgelopen maanden toegenomen.
Er is geen verband tussen beide zaken.
Het is aan de jagers zelf om te bepalen of zij gaan jagen in andere landen. Het is
aan de betreffende lidstaten om daarover regels op te stellen. In de besmette gebieden
in andere lidstaten gelden strenge maatregelen, die door de Europese Commissie en
de lidstaten zijn opgesteld.
Vraag 9
Erkent u dat het beleid onduidelijk is, aangezien in de «Roadmap preventie introductie
AVP» staat dat er drie aangelijnde honden meegenomen kunnen worden op zwijnenjacht,
terwijl de NVWA stelt dat honden niet op jacht mogen worden meegenomen in gebieden
waar AVP zich bevindt? Zo ja, hoe gaat u deze tegenstrijdigheid wegnemen?5
6
Antwoord 9
Het klopt dat bij de beperkte bewegingsjacht maximaal drie aangelijnde honden mee
kunnen. De beperkte bewegingsjacht is van toepassing in Nederland en ten behoeve van
het beheer van wilde zwijnenpopulaties bij afwezigheid van AVP. De verantwoordelijkheid
hiervoor ligt bij de provincies.
Als er een AVP besmetting is zullen we in overleg met diverse deskundigen vaststellen
wat geschikte methoden zijn om de ziekte bij de wilde zwijnen te bestrijden, waarbij
we zoveel mogelijk gebruik maken van de ervaring in andere lidstaten zoals België
en Tsjechië. In eerste instantie zal het beheer in besmet gebied worden opgeschort
om de situatie in beeld te brengen. Op hoofdlijnen staat dit beschreven in het Plan
van Aanpak bestrijding AVP bij wilde zwijnen.
De bewuste passage kan tot onduidelijkheid leiden. De NVWA zal de tekst in de flyer
aanpassen.
Vraag 10
Erkent u dat de jacht op zwijnen haaks staat op het tegengaan van de verspreiding
van AVP? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid uw beleid met betrekking tot AVP
te herzien?
Antwoord 10
Er zijn geen aanwijzingen dat het virus door de jacht is verspreid. Het gaat meestal
om onachtzaamheid van mensen. Op korte afstand kan door de jacht mogelijk wel spreiding
optreden. Het advies van deskundigen is om als er een besmetting bij een wild zwijn
is vastgesteld het gebied te sluiten voor onder andere de jacht. Het doel daarvan
is rust te creëren in het gebied om migratie van wilde zwijnen te voorkomen en om
de epidemiologische situatie in kaart te brengen. Daarna wordt een eradicatieprogramma
opgesteld en voorgelegd aan de Europese Commissie. Deze handelwijze staat ook beschreven
in het Plan van Aanpak bestrijding AVP bij wilde zwijnen. Ik zie geen reden mijn beleid
hierover te herzien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.