Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Smeulders over de Tozo en belastingaangifte
Vragen van het lid Smeulders (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Tozo en belastingaangifte (ingezonden 1 maart 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 26 maart
2021).
Vraag 1
Klopt het dat de Tidelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) bij
de belastingaangifte over twee partners wordt verdeeld? Waarom is dit? Kunt u nader
toelichten wat het krijgen van Tozo-1 betekent voor de belastingaangifte?
Antwoord 1
De Tozo is een gezinsuitkering en wordt dan ook door beide partners aangevraagd. Dit
is conform de bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet, waar de Tozo op
is gebaseerd. Daardoor telt de uitkering, die voor inkomsten zorgt, mee bij het inkomen
van de partner en ontvangen beide partners voor de helft van de verstrekte uitkering
een jaaropgave.
De Tozo is in een tijd van crisis onder stoom en kokend water tot stand gekomen. Doel
van het kabinet was om zelfstandigen zo snel mogelijk te helpen. Om deze reden is
er voor gekozen om bij de toekenning van de Tozo 1 geen rekening te houden met het
inkomen van de partner en tegelijkertijd de hogere gezinsnorm (€ 1.536,34,) aan de
ondernemer en zijn partner toe te kennen in plaats van de lagere alleenstaandennorm
(€ 1.075,44), die zou gelden als de partner in zijn geheel buiten beschouwing zou
zijn gelaten. Juist omdat er geen rekening gehouden werd met het partnerinkomen en
daardoor logischerwijs niet precies bekend was hoeveel inkomsten deze partner had,
is het mogelijk dat over het totale inkomen te weinig loonheffing is ingehouden en
afgedragen aan de Belastingdienst. Hierdoor kan bij het doen van de aangifte inkomstenbelasting
blijken dat er moet worden bijbetaald. Overigens zal dit vooral voorkomen bij partners
die een zodanig inkomen verdienen dat ze geen of minder recht hebben op loonheffingskorting
of dat ze in een hogere belastingschijf zitten dan waar de gemeente vanuit is gegaan.
Vanaf Tozo 2 (1 juni 2020) zal dit zich minder voordoen, omdat toen de partnerinkomenstoets
is ingevoerd.
Vraag 2
Klopt het dat het hierdoor kan voorkomen dat een groot deel of zelfs de hele Tozo
via de inkomstenbelasting weer wordt terugbetaald? Is dat dan niet onnodig rondpompen
van geld geweest?
Antwoord 2
Nee, dat klopt niet. Een naheffing voor de inkomstenbelasting zal alleen voorkomen
als de ondernemer of zijn partner meer inkomsten heeft ontvangen dan waar door de
gemeenten bij de verstrekking van de Tozo rekening mee werd gehouden. Dit zal, zoals
bij het antwoord op vraag 1 aangegeven, vooral voorkomen indien een partner bij Tozo 1
een zodanig inkomen verdiende dat er geen of minder recht is op loonheffingskorting
of dat hij in een hogere belastingschijf zit dan waar de gemeente vanuit is gegaan.
Dan kan het zijn dat er over het deel van de Tozo dat aan de partner van de ondernemer
toekomt, meer belasting moet worden betaald dan verwacht.
Vraag 3
Klopt het dat mensen hierdoor alsnog onder het bijstandsniveau terecht kunnen komen?
Acht u dat rechtvaardig?
Antwoord 3
In principe kan dat niet voorkomen. Een naheffing bij Tozo 1 voor de inkomstenbelasting
wordt veroorzaakt door de extra inkomsten van de ondernemer of zijn partner, waar
door de gemeente geen rekening mee is gehouden. Deze naheffing kan echter niet meer
bedragen dan deze extra inkomsten van de ondernemer of zijn partner. Dat betekent
dat men per saldo (Tozo + inkomsten partner – naheffing) door de naheffing niet onder
het bijstandsniveau (= hoogte van de Tozo) kan uitkomen. Mocht dit in een uitzonderlijke
situatie – die we op voorhand theoretisch niet kunnen bedenken – toch het geval zijn,
dan kunnen mensen zich tot de gemeente wenden voor een aanvulling tot het bijstandsniveau.
Vraag 4
Welke invloed heeft het krijgen van een Tozo-1 uitkering op het inkomen van de partner
als deze een uitkering krijgt (bijvoorbeeld een WIA-uitkering)? Kan het voorkomen
dat de uitkering gekort wordt vanwege de Tozo? Zo ja, acht u dat rechtvaardig?
Antwoord 4
De Tozo wordt – net als de bijstand – niet geteld tot het inkomensbegrip in de sociale
zekerheid bij het verrekenen van uitkeringen. Indien dus de partner van de ondernemer
een uitkering van het UWV (bijvoorbeeld WIA, Wajong of WW) of van de SVB (bijvoorbeeld
AOW) ontvangt, heeft het feit dat de helft van de Tozo hem toekomt geen gevolgen voor
het recht op of de hoogte van zijn uitkering.
De enige uitzondering die zich zou kunnen voordoen, betreft het geval dat er recht
op extra kinderbijslag bij intensieve zorg (AKW+) bestaat. Dit is een tegemoetkoming
per kalenderjaar van € 2.225,29 waarop mensen aanspraak kunnen maken die dubbele kinderbijslag
ontvangen vanwege de intensieve zorg voor een thuiswonend kind. Eén van de voorwaarden
voor de AKW+ is dat de minstverdienende (fiscale) partner niet meer inkomen heeft
dan € 5.072 per jaar. Het zou kunnen voorkomen dat doordat de helft van de Tozo bij
het inkomen van deze partner wordt opgeteld, deze partner boven deze inkomensgrens
komt. De verwachting is dat dit in een zeer beperkt aantal gevallen kan voorkomen.
De omvang van de groep AKW+ ontvangers bedraagt 9.750, waarvan een deel alleenstaand
is. Voor die groep geldt de inkomensgrens niet. Het zou dan gaan om gehuwde AKW+ ontvangers
die Tozo ontvangen en waarvan daarnaast de minstverdienende partner door de Tozo boven
de inkomensgrens van € 5.072 per jaar uitkomt.
Vraag 5
Zijn zelfstandigen geïnformeerd over deze gevolgen bij het verstrekken van Tozo-1?
Zo nee, informeren gemeenten nu alsnog actief hierover? Zo nee, kunt u gemeenten aansporen
dit actief te doen?
Antwoord 5
Ja, zelfstandigen zijn hierover al tijdens Tozo 1 geïnformeerd via gemeenten, de site
van de rijksoverheid en via organisaties voor zelfstandigen.
Vraag 6
Krijgen zelfstandigen dezelfde mogelijkheden tot uitstel van belastingafdracht als
dat mkb-bedrijven dat krijgen?
Antwoord 6
De Belastingdienst biedt zelfstandigen de mogelijkheid om in bepaalde gevallen uitstel
van betaling van belastingen aan te vragen. Meer informatie hierover is te vinden
op de website van de Belastingdienst: Bijzonder uitstel van betaling vanwege coronacrisis (belastingdienst.nl).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.