Schriftelijke vragen : Het bericht 'Tientallen jongeren de dupe van sluiting De Hoenderloo Groep, beloofde 'passende vervolgplek' is er niet gekomen'
Vragen van de leden Kuiken (PvdA), Westerveld (GroenLinks) en Kwint (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Tientallen jongeren de dupe van sluiting De Hoenderloo Groep, beloofde «passende vervolgplek» is er niet gekomen» (ingezonden 25 maart 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Tientallen jongeren de dupe van sluiting De
Hoenderloo Groep, beloofde «passende vervolgplek» is er niet gekomen»?1
Vraag 2
Hoe kan het dat tientallen kinderen na De sluiting van de Hoenderloo Groep niet op
een «»passende en duurzame vervolgplek» zitten?
Vraag 3
Hoe rijmt u dit met de brief van 10 augustus 2020 aan de Kamer waarin wordt aangegeven
dat «op 6 augustus alle jongeren zijn doorgestroomd naar een passende en duurzame
vervolgplek bij Pluryn of naar een aanbieder in de regio van herkomst?»2
Vraag 4
Hoe beoordeelt u dit in het licht van de uitspraak van de voormalige portefeuillehouder
Jeugdzorg, de Minister van VWS, in het Kamerdebat: «ik zal de raad van bestuur van
Pluryn ook houden aan de afspraken die ik heb gemaakt. Dat betekent dat geen kind
tussen wal en schip mag vallen en dat voor alle kinderen die hun behandeling niet
gewoon langs natuurlijke weg kunnen afmaken bij de Hoenderloo Groep een vervolgplek
gerealiseerd zal moeten worden voordat Pluryn klaar is. Eerder is Pluryn niet klaar.»?3 Bent u het ermee eens dat ook deze belofte is geschonden? Waar is dit fout gegaan?
Vraag 5
Bent u bereid uw uitspraak terug te nemen waarin u zegt dat «Dat heeft ook te maken
met de ontwikkeling van de problematiek bij een aantal van deze jongeren die zich
niet zo gemakkelijk laat voorspellen. Daarnaast betekent elke overplaatsing een nieuwe
situatie, deels nieuwe groepsleiding, andere samenstelling van de groep en locatie
en heeft daarmee een grote impact voor de jongere en ouders», aangezien u hiermee
de schuld van dit grove falen neerlegt respectievelijk bij de jongeren zelf en bij
tekortkomingen van zorgverleners? Bent u het er bij nader inziens mee eens dat dit
geen pas geeft?
Vraag 6
Hoe kijkt u met de kennis van nu naar het niet uitvoeren van de motie Westerveld c.s.
van 2 juli 2020,4 waarin wordt gevraagd om een tweewekelijkse brief om de Kamer op de hoogte te houden
van de sluiting en expliciet mee te nemen of er voor alle kinderen een passende plek
is geregeld?
Vraag 7
Hoe gaat het met het onderwijs aan de kinderen? Wordt er gemonitord of deze kinderen
op hun plek zitten zoals aangegeven als antwoord op onze schriftelijke vragen van
9 november 2020?5 Zo ja, wat is het beeld uit deze monitor? Is er voor al deze kinderen sprake van
een passende onderwijsplek?
Vraag 8
Was u op de hoogte van de problemen die EenVandaag naar buiten bracht? Zo ja, waarom
heeft u de Kamer niet geïnformeerd? Zo nee, waarom moest er journalistiek onderzoek
aan te pas komen voordat dit ernstig falen aan het daglicht kwam? Hoe kan het dat
de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) niet aan de bel heeft getrokken, mede
gezien uw uitspraak in het desbetreffende debat: «Daar ziet de inspectie namens mij
op toe om te zorgen dat er geen kind tussen wal en schip belandt en dat men niet de
handen aftrekt van kinderen die niet op een goede vervolgplek zitten?» Waarom heeft
de IGJ niet ingegrepen toen duidelijk werd dat er niet werd voorzien in de zorgbehoefte
van jongeren?
Vraag 9
Wat vindt u ervan dat de problematiek bij een aantal kinderen is verslechterd door
de situatie? Hoe rijmt u dit met de zorgplicht van gemeenten om te zorgen voor goede
jeugdhulp? Deelt u de mening dat bij deze kwetsbare jongeren het zorgsysteem gefaald
heeft?
Vraag 10
Bent u het ermee eens dat de zorgplicht onder druk staat op het moment dat er onvoldoende
gespecialiseerde plekken zijn voor deze jongeren? Zo nee, wat is uw verklaring voor
het gegeven dat tientallen jongeren van De Hoenderloo Groep geen passende vervolgplek
hebben?
Vraag 11
Hoe beoordeelt u de uitspraken van hoogleraar mevrouw Bruning, die aangeeft dat niet
meer gewacht kan worden, maar dat er hulp nodig is? Bent u het ermee eens dat het
kabinet eindverantwoordelijk is voor het stelsel?
Vraag 12
Wie heeft er volgens u nu de verantwoordelijkheid hier zo spoedig mogelijk passende
zorg te vinden voor deze jongeren, gezien de uitspraak van uw voorganger: «Pluryn
en betrokken gemeenten zijn verantwoordelijk voor duurzame en passende zorg voor alle
jongeren, en deze verantwoordelijkheid houdt niet op na augustus.» Gaat u een meer
leidende rol spelen in het herplaatsen van deze jongeren om een nieuw fiasco te voorkomen
of vertrouwt u erop dat dezelfde handelwijze tot nieuwe uitkomsten gaat leiden? Zo
ja, wat gaat u doen om te zorgen dat er wél een passende en duurzame vervolgplek komt
voor deze kinderen?
Vraag 13
Bent u het ermee eens dat het zeer kwalijk is wat hier de afgelopen twee jaar is gebeurd
en dat deze kinderen en hun ouders steun verdienen van de overheid? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wat wordt er, concreet en zo spoedig mogelijk, ondernomen om deze jongeren
en hun families te helpen aan passende zorgplekken en hoe worden zij bijgestaan in
de periode dat hiernaar nog gezocht wordt?
Vraag 14
Welke lessen gaan er getrokken worden uit de casus Pluryn om een dergelijk drama in
de toekomst te voorkomen?
Vraag 15
Wilt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Lisa Westerveld, Kamerlid -
Medeindiener
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.