Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Helder en De Jong over de boete die is opgelegd aan Stichting SIGNI Zoekhonden
Vragen van de leden Helder en De Jong (beiden PVV) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Rechtsbescherming over de boete die is opgelegd aan Stichting SIGNI Zoekhonden (ingezonden 4 maart 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 25 maart
2021).
Vraag 1
Bent u (beiden) bekend met het feit dat bij beschikking van 30 december 2020 een boete
van € 4.800,– is opgelegd aan Stichting SIGNI Zoekhonden?
Antwoord 1
Overeenkomstig de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties dient er geen ministeriële
bemoeienis of druk te zijn in individuele zaken. De gestelde vragen betreffen een
individuele zaak. In beginsel ben ik daarbij dus niet betrokken noch van op de hoogte.
Mede gelet op deze vragen heb ik mij door de Inspectie SZW laten informeren over deze
zaak. Voor de volledigheid merk ik op dat de Minister voor Rechtsbescherming geen
betrokkenheid met deze zaak noch met de arbeidsomstandighedenregelgeving heeft.
Vraag 2
Is het waar dat de boete is opgelegd vanwege het overtreden van artikel 6.16 Arbeidsomstandighedenwet
omdat volgens de Staatssecretaris van SZW de ingezette duikers niet over de juiste
certificaten beschikten en de duikarbeid niet onder de juiste omstandigheden heeft
plaatsgevonden?
Antwoord 2
De boete ziet op overtreding van regels die als doel hebben om de veiligheid en gezondheid
van duikers te borgen. In dit geval betreft het overtreding van bepalingen in artikel
6.16 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Hierbij merk ik op dat boetebeschikkingen
in beginsel niet openbaar zijn. Eind februari jl. hebben de door de stichting betrokken
advocaat en zijn vader in RTL Boulevard melding gemaakt van de opgelegde boete. Om
die reden ben ik in de beantwoording van deze vragen minder terughoudend dan ik anders
zou zijn.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat SIGNI een succesvol burgerinitiatief is dat de afgelopen
16 jaar meer dan 400 vermissingen heeft weten op te lossen?
Antwoord 3
Ik ben bekend met de door de stichting genoemde resultaten van haar inspanningen.
Ik heb veel waardering voor dit soort initiatieven die een bijdrage aan de maatschappij
willen leveren.
Vraag 4
Bent u bekend met het feit dat SIGNI acteert op verzoek van nabestaanden, voor wie
de onwetendheid over het lot van hun familielid onmenselijk veel leed veroorzaakt?
Antwoord 4
Ja. Ik begrijp dat de betekenis van de activiteiten van de stichting voor families
en vrienden van vermisten groot kan zijn.
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat SIGNI haar belangrijke activiteiten vanwege de opgelegde
boete nu gedwongen heeft gestaakt, hetgeen grote impact heeft op familieleden, dan
wel nabestaanden van vermiste personen? Zo nee, beseft u dan wel dat dankzij SIGNI
de familie van de vermoorde Ichelle van de Velde eindelijk waardig afscheid van haar
kan nemen, omdat het zoekteam van Signi Zoekhonden afgelopen zaterdag het laatste
ontbrekende lichaamsdeel van het slachtoffer heeft gevonden?
Antwoord 5
Onderdeel van een juridische procedure is dat de betrokken partij aanspraak kan maken
op een matiging van de boete en een betalingsregeling. De Inspectie SZW heeft de betrokken
stichting gewezen op deze mogelijkheid en op de benodigde informatie om tot oordeelsvorming
te kunnen komen. Naar het oordeel van de Inspectie SZW heeft de stichting initieel
onvoldoende bewijs aangeleverd, waardoor geen reden bestond om de boete te matigen.
De stichting heeft in de bezwaarfase, die thans loopt, aanvullende financiële gegevens
verstrekt. Inmiddels is de boete betaald, zodat geen sprake is van betalingsonmacht.
Vraag 6
Waarom wordt rücksichtslos een zeer hoge boete opgelegd zonder ook maar enig besef
te hebben van het feit dat deze boete wordt opgelegd aan een non-profit stichting
die alleen met vrijwilligers werkt, die volledig afhankelijk is van donaties en sponsoren
en waarvan in 2020 beide oprichters door dezelfde overheid zijn benoemd tot Ridder
in de Orde van Oranje Nassau?
Antwoord 6
De Inspectie SZW legt alleen boetes op voor zover sprake is van overtreding van wettelijke
regels. In regelgeving is bepaald dat ook degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn
verantwoordelijk is voor naleving van deze regels. Op deze manier kunnen ook vrijwilligers
hun bijdrage verrichten in een gezonde en veilige omgeving. De Inspectie SZW heeft
de stichting eerder in een gesprek en per brief kenbaar gemaakt wat de relevante regels
zijn. Daarom ben ik van mening dat van rücksichtslos optreden geen sprake is. Bij
het bepalen van de hoogte van de boete betrekt de Inspectie SZW de feiten en omstandigheden
van het individuele geval, waaronder het aantal aanwezige werknemers of vrijwilligers
op de locatie ten tijde van de overtreding. Dit heeft de Inspectie SZW ook in onderhavige
zaak gedaan.
Vraag 7
Bent u bereid om de opgelegde boete in te trekken (vanwege strijd met de algemene
beginselen van behoorlijk bestuur), dan wel kwijt te schelden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De stichting kan via de gebruikelijke bestuursrechtelijke weg bezwaar en (hoger) beroep
aantekenen tegen de opgelegde boete. De bezwaarprocedure loopt inmiddels. In het kader
van het ingediende bezwaar vindt een heroverweging van de boetebeschikking plaats.
Daarin wordt de opgelegde boete beoordeeld op grond van het beginsel evenredigheid
en proportionaliteit, zoals ook neergelegd in de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving
waar ik aan gebonden ben. De rechter toetst in (hoger) beroep.
Vraag 8
Indien u onverhoopt van mening bent dat de wetgeving wel juist is uitgelegd, bent
u daarnaast dan bereid om de relevante wetgeving zodanig aan te passen (al dan niet
met terugwerkende kracht) dat deze barrière voor SIGNI wordt weggenomen, omdat zij
anders haar belangrijke werk niet meer kan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Voor de volledigheid merk ik op dat de huidige regels een belangrijk, achterliggend
doel hebben, namelijk het zorgdragen dat ook vrijwilligers gezond en veilig hun activiteiten
kunnen uitvoeren. Het is aan de stichting zelf om te bepalen hoe haar activiteiten
zodanig kunnen worden georganiseerd dat deze met inachtneming van dergelijke waarborgen
voor de betrokken duikers doorgang kunnen vinden. Of wetgeving juist is toegepast
door de Inspectie SZW is uiteindelijk ter bepaling aan de bestuursrechter.
Vraag 9
Zo nee, waarom staat er dan op de website van de rijksoverheid dat het kabinet ruimte
wil voor initiatieven van burgers en verenigingen in de samenleving en dat de overheid
de «Doe-Democratie» actief ondersteunt: «Bijvoorbeeld door knellende regels weg te
nemen waar dat mogelijk is.»?
Antwoord 9
De rijksoverheid ondersteunt initiatieven in de samenleving, waar mogelijk en nodig
door knellende regels aan te passen of weg te nemen. Voor mij staat op dit moment
niet vast dat de duikregels zodanig knellend zijn dat deze stichting of anderen hun
werkzaamheden niet kunnen voortzetten, ook niet na aanpassing van werkwijze. Bovendien
dienen de voor deze zaak relevante regels, zoals bij vraag 8 opgemerkt, een belangrijk
doel: het zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving voor (vrijwillige) duikers.
Dit belang kan niet zonder meer ter zijde worden geschoven. Indien de stichting met
mijn departement overleg wil voeren over de bestaande voorschriften in relatie tot
haar activiteiten onder water, dan ben ik daar toe bereid.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen inhoudelijk te beantwoorden en u niet te verschuilen achter
het vaak aangevoerde argument dat de «zaak nog onder de rechter is»?
Antwoord 10
Ja, ik verwijs naar mijn antwoorden op de gestelde vragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.